Weeber doet dat niet. "Er zijn landen waar men bereid is de binnensteden sneller te vervangen door
nieuwbouw. Er bestaat hier, historisch, traditioneel, de neiging de binnensteden te consolideren, ook in hun
vorm. Amsterdam is daarvan echt een voorbeeld. Alleen in Rotterdam is de totale renovatie per
ongeluk geslaagd - door het bombardement. Maar verder zijn we er tot nu toe niet in geslaagd onze
binnensteden echt modern leven in te blazen.... Dat willen we ook niet meer. In België hebben ze meer durf.
Brussel is ongelooflijk vernieuwd. Je ziet, dat het hart wordt omgewoeld om de EG daar in huis te
halen in het centrum en niet aan de rand.... Als je naar Tokio gaat - extreem voorbeeld - dan zie je dat
het hart van Tokio, in de oorlog plat gebombardeerd, na 1945 al zijn tweede generatie gebouwen
heeft beleefd en nu zijn ze bezig aan de derde generatie.... Als wij in Amsterdam niet zouden hechten
aan de historische vorm, toerisme en andere overwegingen van cultuur, dan zou je natuurliijk al die
zaken die aan het IJ-plein moeten worden gebouwd, in de stad neerzetten. Het Paleis op de Dam is ook
een keer nieuw geweest. "Laat ik het zo zeggen: de geschiedenis, het belang dat wij hechten aan de
geschiedenis, kost verschrikkelijk veel geld. Het betekent namelijk het in stand houden van de oude stad,
met al zijn gebreken. En vervolgens moeten we betalen voor een hele nieuwe stad, zowat in het water,
wat de zaak zou moeten versterken. Het is een kunstlong".
Tot zover de hooggeleerde. Wat dat verschrikkelijk vele geld betreft - daarvan zou hij toch enig benul
moeten hebben - slaat hij de plank compleet mis. Het restauratiebudget van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg daalde van 212 miljoen in 1984 tot 114 miljoen in 1992, en ook in het topjaar was het
maar een peuleschil op de rijksbegroting. Per generatie slopen en nieuw bouwen betekent een
gigantische kapitaalvernietiging, dat kan een kind begrijpen. Wanneer we de stadsvernieuwing alleen van
de financiële kant bekijken, dan mag het toerisme toch óók even meetellen; dat wordt aangetrokken
door de historische stad, en niet door - bijvoorbeeld - de Bijlmer. Bovendien is die oude stad zéér in trek
als woonomgeving. Ik vraag me af of dat óók het geval is met het lugubere Rotterdamse
woongebouw "De Peperklip" van prof.ir. Carel Weeber. Nee, de hooggeleerde kletst maar wat. Zijn
boodschap is echter duidelijk: weg met de oude troep, het gaat om bouwterrein en bouwopdrachten voor mij
en mijn collega's, "durf" is het etiket van de honorariumtabel. We weten waar we aan toen zijn met
prof.ir. Carel Weeber. Op één punt heeft hij gelijk: de IJ-oeverplannen als "versterking" van de oude
stad stellen niet meer voor dan een kunstlong.
Geurt Brinkgreve
(Uit: Binnenstad 137, dec. 1992)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.