Naoorlogse monumentale kunst
in de Amsterdamse binnenstad

In de periode van de wederopbouw (1945-1970) is er bij de bouw van onder andere scholen, ziekenhuizen, kantoren en kerkgebouwen veel aandacht voor de inpassing van kunst in de architectuur. Ook in de Amsterdamse binnenstad is deze ontwikkeling te zien. Lang is er weinig aandacht geweest voor deze kunstvorm. Veel kunst is bij de renovatie of sloop van gebouwen verloren gegaan. In de afgelopen jaren is de wederopbouwkunst in de stad grondig onderzocht.
Karel Appel, 'Vragende kinderen', wandschildering in hotel The Grand (foto: artesaskia)

De wederopbouwperiode kenmerkt zich door een nieuw elan dat gepaard gaat met een ware bouwexplosie. Na de verwoestingen in de Tweede Wereldoorlog wordt niet alleen de infrastructuur van de steden hersteld, maar gaat men ook steeds grootschaliger bouwen. Dit gebeurt om de woningnood te lenigen en meer centrale voorzieningen te scheppen. Een belangrijk kenmerk van de wederopbouwperiode is de samenwerking tussen opdrachtgevers, architecten en beeldend kunstenaars. Kunstenaars krijgen opdrachten omvangrijke kunstwerken te maken die de monotonie van de nieuwbouw doorbreken en beeldende kunst bij de bevolking brengen. De rijksoverheid voert na een felle strijd van beeldend kunstenaars een percentageregeling in, waarbij 1,5% van de totale bouwsom van overheidsgebouwen wordt gereserveerd voor het toepassen van kunst. Het bedrijfsleven volgt met een soortgelijke regeling. Voorbeelden van monumentale kunst zijn verschillende soorten glasramen, mozaïeken, reliëfs, wandschilderingen, sgraffiti en tegeltableaus. Deze monumentale kunst wordt niet alleen gekenmerkt door een heel eigen vormenen beeldtaal, maar ook door de toepassing van nieuwe materialen zoals beton en cortenstaal. Naar de kunsthistorische betekenis van de monumentale kunst uit de wederopbouwperiode is in de laatste jaren veel onderzoek gedaan. Steeds duidelijker wordt dat een groot deel van deze kunst unieke kwaliteiten bezit. Op landelijk niveau hebben kunstenaars als Karel Appel (1921-2006), Lex Horn (1916-1968) en Berend Hendriks (1918-1997) belangrijke werken gerealiseerd. Ook lokaal werkten veel bijzondere kunstenaars. Zo zijn in de provincie Groningen architectuurgebonden werken gerealiseerd door de kunstenaars van de Ploeg, werkten in het zuiden van het land kunstenaars als Hugo Brouwer (1913-1986) en Marius de Leeuw (1915-2000) aan een bijzonder monumentaal oeuvre en is de stad Utrecht door Jan Boon (1918-1988) voorzien van vele hoogwaardige kunstwerken.

Monumentale kunst in Amsterdam

Joop van den Broek, Amstel 344 (foto: Wim Ruigrok)

Amsterdam maakt na de oorlog een ongekende ontwikkeling door. Niet alleen ontstaan er grootschalige nieuwbouwwijken als de Westelijke tuinsteden en Buitenveldert, ook wordt de bestaande stad gemoderniseerd en worden er nieuwe scholen, universiteitsgebouwen en ziekenhuizen gebouwd. Er is een ruim budget voor monumentale kunst. Vermoedelijk zijn er enkele honderden monumentale werken gerealiseerd. In de afgelopen jaren zijn bij een inventarisatie in opdracht van de afdeling Monumenten en Archeologie van de gemeente ruim 250 werken herontdekt. De meeste kunstwerken zijn te vinden in de toenmalige uitbreidingswijken, maar ook in de historische binnenstad zijn enige tientallen werken aanwezig. Hier is een grote variatie zichtbaar, van figuratief tot abstract en in een groot aantal verschillende technieken. Voor de periode kenmerkende technieken als het glasappliqué en sgraffito, vaak van hoog niveau, zijn vertegenwoordigd.

Eén van de toonaangevende wederopbouwkunstenaars in Amsterdam was Joop van den Broek (1928-1979). Zijn expressionistische glaskunst trok na de oorlog zowel nationaal als internationaal de aandacht. In zijn werk is onder andere de invloed van de Cobra-beweging te zien. In 1970 realiseerde hij voor het gebouw van de Levensverzekeringsmaatschappij 'de Utrecht' aan Amstel 344 één van zijn grotere werken. Een ander befaamd glaskunstwerk is op loopafstand daarvan. In het gebouw van de Nederlandsche Bank realiseerde Jules Chapon (1914-2007) in 1967 een geometrisch-abstracte glas-in-ijzerwand. Mede door de vernietiging van enkele vergelijkbare werken van deze kunstenaar heeft dit raam een uitzonderlijke kunsthistorische betekenis.

Peter Alma, ‘De geschiedenis der wetenschap’, trappenhuis Oudemanhuispoort (foto: Wim Ruigrok)

Een fraai voorbeeld van een meer traditioneel werk is de wandschildering van Harry op de Laak (1925-2012) uit 1963 in de Muziekschool aan de Nieuwe Kerkstraat. Op een impressionistische wijze heeft Op de Laak hier een ode aan de muziek gebracht. De wandschildering is op doek en vermoedelijk in het atelier van de kunstenaar geschilderd en na voltooiing in het pand aangebracht. Peter Alma - vooral beroemd van zijn vooroorlogse wandschilderingen in het Amstelstation - realiseerde in 1950-1951 dan weer een wandschildering direct op de wand in het universiteitsgebouw aan de Oudemanhuispoort. In het trappenhuis ontstond hier over drie etages een wandschildering voorstellende 'De Geschiedenis der Wetenschap’.

Jan Groenestein (1919-1971) - gespecialiseerd in het uitbeelden van dieren - kreeg in 1952 de opdracht om twaalf sgraffiti te maken op de gevel van de bibliotheek van Artis aan de Plantage Middenlaan. In de wederopbouwperiode is het sgraffito korte tijd een zeer populaire techniek in Nederland geweest. (1) Als gevolg van verwaarlozing en sloop zijn inmiddels vele sgraffiti verloren gegaan. Het is dan ook bijzonder dat in de R.K. Banketbakkersschool Sint Nicolaas (MBO College Centrum, Elandsstraat 175) een vrijwel puntgaaf sgraffito is herontdekt dat ook aan Jan Groenestein kan worden toegeschreven.

De recente inventarisatie in opdracht van de gemeente heeft veel nieuwe informatie opgeleverd over de monumentale kunst in Amsterdam. Ook is duidelijk geworden dat veel werken kwetsbaar zijn. Diverse belangrijke werken zijn al jaren opgeslagen of dreigen gesloopt te worden. Het is de bedoeling van de gemeente om de hoog gewaardeerde werken te bewaren en zo nodig een nieuwe bestemming te geven. Ook wordt ingezet op de restauratie van vervallen of beschadigde werken. Zo is bijvoorbeeld de reeds genoemde wandschildering van Harry op de Laak aan de Nieuwe Kerkstraat recent in oude staat hersteld. Ook zijn er in het Amrâthhotel, het vroegere Scheepvaarthuis, enkele naoorlogse gevelstenen van Hildo Krop (1884-1970) herplaatst. Na een jarenlang verblijf op een bedrijventerrein in Haarlem hebben deze werken, afkomstig van het vroegere PTT-gebouw aan de Pieter de Hoochstraat, een prachtige nieuwe bestemming gevonden in het monumentale trappenhuis.

Norman Vervat

Norman is voorzitter van de Commissie Amsterdam van de bond Heemschut en actief voor de Werkgroep Monumentale Kunst van diezelfde vereniging. De monumentale kunstwerken in Amsterdam kan men vinden op: https://maps.amsterdam.nl/wandkunst

Voetnoten
(1) Een sgraffito is opgebouwd uit meerdere lagen gekleurd pleisterwerk. Op het moment dat het pleisterwerk nog nat is wordt de voorstelling in de pleister gekrast, zodat de onderliggende kleurlagen weer zichtbaar worden.

(Uit: Binnenstad 300, okt./dec. 2020)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.