Aan het college van Burgemeester
en wethouders van Amsterdam
p/a Dienst Binnenstad
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Geacht college,
Van 20 september tot en met 3 oktober ligt een aanvrage om bouwvergunning voor het perceel Zanddwarsstraat 8 ter inzage. Namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad deel ik u mede dat dit plan bij ernstige bezwaren oproept. Een machtiging van de Vereniging voeg ik bij.
Het plan omvat de bouw van een woonhuis, hoofdzakelijk ter plaatse van het achterste deel van de
lage bebouwing op de hoek van de Zanddwarsstraat en de Onkelboerensteeg. In feite gaat het hier
om het (niet bestaande) adres Onkelboerensteeg 2. Het voorste deel van de bestaande bebouwing
aan de Zanddwarsstraat wordt gehandhaafd; op de begane grond komt hier een garage, in de kap
wordt de woonkamer voor de nieuwe woning gerealiseerd.
Voor het perceel Onkelboerensteeg 4 is recent een bouwvergunning verleend voor een pand in
historiserende stijl. Tegenover dat pand en het nu aangevraagde bevindt zich een nieuwbouwpand van
een aantal jaren oud dat iedere aansluiting mist bij de historische omgeving, maar dat sterk naar de
steeg is geopend. Het onderhavige plan is eveneens modern, maar geheel anders, vormgegeven, met
een asymmetrische kap en grote glasvlakken in de voorgevel. De voorgevel sluit op geen enkele
manier aan bij de architectuur van de belendingen en voldoet ook niet aan de in welstandsverband
geformuleerde eisen inzake de gevelopbouw. De confrontatie met het gebouw aan de overkant is
buitengewoon heftig omdat de Onkelboerensteeg niet breder is dan drie meter.
Verder kan worden geconstateerd dat het bouwplan, bestaande uit een stuk oudbouw en een stuk
nieuwbouw, ook in zichzelf qua vormgeving geen enkele samenhang vertoont. Tenslotte valt op te
merken dat stedenbouwkundig de verhoging van het bouwlichaam in de steeg en de handhaving van
het lage bouwlichaam op een plek waar meer ruimte is en waar de verhoging veel meer voor de hand
zou liggen buitengewoon merkwaardig is.
Het plan is, kortom, uit oogpunt van welstand, uit oogpunt van bescherming van het stadsgezicht en
uit oogpunt van behoorlijke stedenbouw absoluut onaanvaardbaar.
Jammer genoeg laat het bestemmingsplan hier eigenlijk alles toe. Het geeft op geen enkele manier
richting aan de ontwikkeling is dit gebied. Ook wanneer een plan wordt gepresenteerd dat wel aan
redelijke welstandseisen zou voldoen – wat ons niet eenvoudig lijkt - kan er met andere woorden nog
steeds een situatie ontstaan die uit oogpunt van volkshuisvesting en stedenbouw absoluut onder de
maat is. Ook het bestemmingsplan is dus onaanvaardbaar in een situatie waarin het gemeentebestuur
geen rol als ontwikkelaar / uitvoerder meer wil spelen. Hoe riskant dat is wordt hier overduidelijk ge-
demonstreerd.
Wij adviseren u dringend aan dit bouwplan geen medewerking te verlenen en op zeer korte termijn een adequaat bestemmingsplan in procedure te brengen.
Hoogachtend,
namens de Vrienden van
de Amsterdamse Binnenstad,
J. Pinkse.
Amsterdam, 30 september 2001