[Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad]

Westerstraat 220-230

Zienswijze

Aan het College van Burgemeester
en Wethouders van Amsterdam
p / a de Dienst Binnenstad
Sector BWE, Afdeling JZ
Postbus 202
1000 AE Amsterdam

Geacht college,

Op 22 november 2001 is door u besloten een vergunning ex artikel 6 van de Monumentenverordening Binnenstad Amsterdam 1995 te verlenen voor het slopen van de gebouwen Westerstraat 220 t/m 230. Tegen dit besluit maken ik namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad bij deze bezwaar. Een machtiging van de vereniging voeg ik bij.

Voor de betreffende panden hebt u eerder een sloopvergunning ex artikel 11 van de Monumentenwet 1988 verleend (BST/BWT 03-00-0176). Tegen die vergunning hebben wij bezwaar gemaakt bij brief van 12 juni 2001. Ik voeg die brief als bijlage bij.
Inzake deze vergunning is nog niet op het bezwaar beslist, hoewel de hoorzitting al op 18 september is gehouden.
Het zal duidelijk zijn dat wij op de bij verschillende gelegenheden aangevoerde argumenten ook bezwaar hebben tegen het afgeven van de nu in het geding zijnde sloopvergunning. Een herhaalde motivering lijkt ons volstrekt overbodig.
Het lijkt ons bovendien bestuurlijk niet acceptabel om lopende een bezwarenprocedure tegen een sloopvergunning op grond van de Monumentenwet een sloopvergunning ex artikel 6 van de Amsterdamse monumentenverordening af te geven.
De hele procedure begint langzamerhand groteske trekken te vertonen. Procedures buitelen over elkaar heen, van rijkszijde worden voorbarige uitspraken gedaan, de gevraagde beslissing inzake plaatsing op de rijksmonumentenlijst blijft nog steeds uit en het gemeentebestuur wil of kan kennelijk de eigen procedures niet op een zinvolle wijze met elkaar verbinden. Deze gang van zaken is voor de geloofwaardigheid van het bestuur buitengewoon slecht en dat betreuren wij in hoge mate.
Wij maken dan ook nadrukkelijk bezwaar tegen de door u verleende sloopvergunning nummer BST/BWT 03–01-0263.

Hoogachtend,

Namens de Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad,

J. Pinkse

Amsterdam, 28 november 2001