[Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad]

Leliegracht 38 II

Zienswijze

Aan het college van Burgemeester
en wethouders van Amsterdam
p/a Dienst Binnenstad
Postbus 202
1000 AE Amsterdam

Geacht college,

Van 20 december 2001 tot en met 2 januari 2002 ligt een plan voor het vergroten van een dakkapel op het pand Leliegracht 38 II ter inzage. Namens de Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad meld ik u dat wij ernstige twijfels hebben of aan dit plan moet worden meegewerkt. Een machtiging van de vereniging voeg ik bij.

Op dit moment bevinden zich op het pand twee dakkapellen, die veel te dicht bij de nok op de kap aansluiten. Dat is aan de linkerzijde, waar de dakkapel veel breder is en daardoor verder naar voren komt dan aan de rechterzijde, goed te zien.
De aanvrage behelst het vergroten van de dakkapel aan de rechterzijde tot dezelfde maat als aan de linkerzijde. Bovendien is het de bedoeling in de naar de straat gekeerde zijkant van de kapel een raam aan te brengen.
Door deze ingreep wordt ook de kapel aan de rechterzijde, die nu nauwelijks is te zien, heel goed zichtbaar. Daarbij speelt een rol dat het pand bijna op de hoek van de Leliegracht en de Keizersgracht is gelegen, waardoor de zichtlijnen lang zijn. Zowel door die zichtbaarheid als door het plaatsen van een raam in het zijvlak wordt het daklandschap naar ons oordeel ernstig geschaad. Ook hier wordt weer een vliering, die voor woondoeleinden onvoldoende maat heeft, door bovenmaatse uitbouwen daarvoor geschikt gemaakt.

Wij menen dat de aanvaag niet voldoet aan uw beleid waar het gaat om het uitbouwen van een vliering, terwijl ook de afstand tot de nok in strijd lijkt met de richtlijnen. Of dat ook geldt voor de breedte is door de summiere tekening niet te beoordelen.

Naar ons oordeel kan aan deze aanvrage niet worden meegewerkt.

Hoogachtend,

namens de Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad,

J. Pinkse

Amsterdam, 21 december 2001