Aan het Dagelijks Bestuur van het
Stadsdeel Amsterdam-Centrum
Postbus 202
1000 AE AMSTERDAM
Betreft: bouwaanvrage 01-02-0264
Geacht bestuur,
Van 16 tot en met 29 mei 2002 ligt een bouwaanvrage voor het gedeeltelijk veranderen van (de bouwaanvraag voor) de panden Bloemstraat 164-176 ter inzage. De aanvrage geeft ons op enkele onderdelen aanleiding tot een zienswijze.
In afwijking van het vergunde plan zijn op de panden 164 en 172 de dakkapellen nu (weer) verbonden
om de woningen op een andere manier te kunnen ontsluiten. Wij kunnen daar in deze vormgeving
mee instemmen, mede gezien de kapvorm en de afstand tot de voorgevel.
Wij hebben echter problemen met de dakkapel op de vierde verdieping van Bloemstraat 174. Die is
sterk beeldverstorend en heeft eigenlijk nauwelijks een functie. Naar ons oordeel dient die dakkapel
dan ook achterwege te blijven.
De dakkapellen op Bloemstraat 176 zijn fors van afmetingen. Gezien de beschikbare hoogte kunnen
wij, zij het aarzelend, instemmen met de ver naar achter gelegen dakkapel aan de rechterzijde. De
dakkapel aan de linkerzijde ligt op relatief korte afstand van de voorgevel en dient alleen ter
verlichting en verruiming van een berging. Dat weegt naar onze mening niet op tegen de aantasting
van het daklandschap. Voor meer licht is een dakraam ook voldoende. Voor extra kastruimte is een
oplossing denkbaar met een veel beperkter aantasting van de kap.
Wij zijn, samenvattend, van oordeel dat aan de dakkapel op de vierde verdieping van nummer 174 niet moet worden meegewerkt en dat de dakkapel aan de linkerzijde van nummer 176 een veel bescheidener maat en een meer terugliggende plaats moet krijgen. Voor het overige vragen wij ons nog steeds af of het uit oogpunt van volkshuisvesting wenselijk is zoveel woningen in een zo beperkte ruimte te proppen.
Hoogachtend,
Namens de Vereniging tot Behoud van de Jordaan,
Theo Hoff, voorzitter
Amsterdam, 26 mei 2002