Fiscale aftrek voor monumentenwoning blijft bestaan

De fiscale aftrek voor onderhoud aan monumentenwoningen blijft bestaan. Een kleine tekstregel aan het eind van het bericht van het Ministerie van Financiën over de Voorjaarsnota 2017 brengt onverwacht goed nieuws voor eigenaren van monumentenpanden. Structurele financiële dekking voor deze maatregel wordt overgelaten aan het volgend kabinet.

Het kabinet had op Prinsjesdag 2016 aan de Tweede Kamer voorgesteld de fiscale aftrek voor onderhoud aan rijksmonumenten af te schaffen. Deze bezuiniging trof vooral de eigenaren van kleine rijksmonumenten zoals woonhuizen in de Amsterdamse binnenstad. De maatregel is slecht voor de monumenten waarvan het reguliere onderhoud zal worden uit- of afgesteld. Na het bekendmaken van de maatregel sloegen een aantal landelijke organisaties de handen ineen. Er werd ondermeer een petitie georganiseerd. De VVAB steunde deze actie en riep haar leden op de petitie te tekenen. Er werden ruim 11.000 handtekeningen gezet. Op 8 december 2016 stemde de Kamer voor een amendement die ervoor zorgde dat het budget van 57 miljoen voor monumentenaftrek voorlopig gehandhaafd bleef. De regeling voor onderhoud en renovatie van monumenten bleef daarmee in 2017 bestaan, hoewel minister Bussemaker vasthield aan haar voornemen om een 'sobere subsidieregeling' in te voeren. Daardoor bleef voor eigenaren van Rijksmonumenten de onzekerheid over de betaalbaarheid van het voorgeschreven onderhoud voortduren. Aan die onzekerheid is nu een einde gekomen.

De VVAB is blij dat de fiscale aftrek blijft gehandhaafd. Deze vormt immers een passende tegemoetkoming om de kwaliteit van monumentaal erfgoed voor volgende generaties te behouden en voorkomt ook dat het wonen in monumenten onbetaalbaar wordt.

[Eerder bericht]

(WS, 12/6/2017)