De brief luidde als volgt.
"Tot mijn grote spijt ben ik morgen onverwacht verhinderd om aanwezig te zijn. Dat neemt niet weg dat ik me ook over de Oude Kerk ernstig zorgen maak.
Die zorgen betreffen allereerst de inhoud. In het Masterplan wordt een interessante theorie ontwikkeld over het scheppen van een spanningsveld tussen dit eeuwenoude gebouw en hedendaagse kunst. Het lijkt me een spannend experiment dat ik in andere omstandigheden graag zou toejuichen. Alleen: niet in de Oude Kerk. Daarvoor is het gebouw te bijzonder, de uniek, teveel zichzelf. Hoe bijzonder zo'n experiment ook is, de uniciteit van deze kerk moet je daarvoor niet op de tocht zetten.
Amsterdam kent talloze monumenten, maar drie springen er, om uiteenlopende redenen, in het bijzonder uit: het Paleis op de Dam, de Portugese Synagoge en de Oude Kerk. Je gaat toch ook niet het Paleis of de Portugese Synagoge ombouwen tot centrum voor moderne kunst?
Soms moet je met bepaalde dingen iets nĂet willen, is het ding op zich zo bijzonder dat je er weinig of niets aan kunt veranderen, is het enkel en alleen onze taak om er goed op te passen en het geheel in een prima staat over te dragen aan volgende generaties. Dat geldt voor schilderijen, sculpturen en andere kunstvoorwerpen, dat geldt soms ook voor een gebouw-plus-inhoud. De Oude Kerk is zo'n kunstvoorwerp. Daar moet je niet mee gaan rommelen. Ik geef toe, dat 'oppassen' en 'overdragen' is vaak een vrij saaie bezigheid, het is in de ogen van velen niet 'vernieuwend', het is geen 'grootse uitdaging'. Zoek, als je zoiets wilt, een ander gebouw. Ze zijn er genoeg.
Mijn zorgen betreffen daarnaast de, ik zou bijna zeggen sluikse, wijze waarop deze plannen stilletjes worden doorgedrukt: zonder transparantie, zonder publieke discussie, aangevoerd door een bestuur dat iedere vorm van publieke verantwoording mijdt. Ik ben het Project Management Bureau zeldzaam dankbaar dat deze bijeenkomst nu eindelijk toch plaatsvindt en ik vind het doodjammer dat ik er niet bij kan zijn. Maar wat voor voeten heeft het wel niet in de aarde gehad voordat er eindelijk eens een gesprek hierover kon plaatsvinden.
Ik vrees dat dit niet alleen een kwestie is van 'gebrekkige communicatie' zoals dat in het gretig gehanteerde PR-jargon heet. Ik ben bang dat het dieper zit, en dat met name het bestuur van de Oude Kerk lijdt aan een misverstand dat vaker opduikt binnen stichtingsbesturen: het idee namelijk dat het gebouw dat zij namens de gemeenschap beheren van henzelf is, en dat zij daarover kunnen beschikken alsof het hun collectieve eigendom is inplaats van een erfgoed dat hen is toevertrouwd. Zeker bij een gebouw als de Oude Kerk heeft een stichtingsbestuur echter ook een publieke verantwoordingsplicht, misschien niet juridisch, wel moreel: jegens de omgeving en jegens de stad, maar ook jegens de toekomende generaties en jegens degenen die, ooit, deze beheerstaak aan hen toevertrouwden, in casu de leden van de toenmalige Hervormde Kerk. Hoe zouden die trouwens tegenover deze plannen, waarbij vrijwel ieder religieus aspect uit het gebouw verdwijnt, hebben gestaan? Staat daarover werkelijk niets in de statuten die ooit zijn opgesteld en die ook dit bestuur dient te eerbiedigen? Ik ben benieuwd.
Misschien ben ik te somber. Ik hoop oprecht dat ik me, wat de houding van het bestuur betreft, vergis en dat vanaf morgenmiddag die transparantie en die publieke discussie, ook met het bestuur, wel een kans krijgen."
(WS, 15/4/2014)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.