De mondelinge toelichting luidde als volgt.
Het onderstaande is bedoeld als aanvulling op de drie brieven van onze vereniging, niet als
vervanging daarvan.
Ter bespreking staan zowel het bouwplan als de uitwerking aangezien een uitwerking een op een
concreet bouwplan toegesneden verbijzondering van het bestemmingsplan is.
Deze uitwerking van het oude bestemmingsplan is niet mogelijk omdat de uitwerking niet
voldoet aan de uitwerkingsregels en aan het vastgestelde SPvE.
Nu nog een uitwerking vaststellen terwijl eerdaags de uitspraak van G.S, over het in procedure
zijnde bestemmingsplan valt te verwachten is overigens buitengewoon onelegant.
Toetsing aan het nieuwe bestemmingsplan is in ieder geval materieel voor de hand liggend.
Het SPvE en de beschrijving in hoofdlijnen in artikel 3 van het nieuwe bestemmingsplan geven
duidelijk aan dat er geen scherpe grens is tussen stedenbouw en welstand. Dit geldt binnen een
beschermd stadsgezicht in nog sterkere mate. Alle zaken waartegen bezwaar bestaat komen
overigens in het bestemmingsplan en het oudere SPvE aan de orde.
Onze bezwaren zijn in de drie brieven uitgebreid verwoord. Samengevat in hoofdpunten:
J.B.H.E. Pinkse,
namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad
Bezwaar. De Amsterdamse binnenstad is aangewezen als 'beschermd stadsgezicht'. Hier worden hoge
eisen gesteld aan behoud van de kwaliteit van de bebouwing en de bebouwde omgeving. Het betreft een
nieuwbouwproject.
De commissie is in grote lijnen positief over de gevel aan de Lijnbaansgracht. Wel vraagt zij zich af hoe de
kwaliteit van deze gevel met een kwetsbare glaspui tot op het maaiveld in de toekomst is te handhaven.
De hoofdopzet met de setback aan deze zijde ontmoet geen bezwaar. De gevel aan de Fokke
Simonsstraat met de hier geprojecteerde buitenruimte. past typologisch niet bij het huidige karakter van
de straat. De gelaagdheid van deze gevel heeft geen enkele relatie met de gevelwand. De opgetilde
gesloten plint aan deze gevel draagt niet bij tot een plezierig maaiveld en heeft daarmee een detonerende
werking op de openbare ruimte. De commissie verzoekt de aansluiting op de belendingen en een deel
van de aansluitende gevelwand in een vervolgaanvraag te tekenen. Tot slot geeft de geleverde informatie
omtrent de voorgestelde detaillering en materialisering weinig vertrouwen in de uitwerking.
Gewijzigd plan.Deze droge architectuur vraagt, in al haar aspecten, om een gedegen detaillering en
materialisering van de gevel. Deze detaillering en materialisering ontbreken aan het dossier maar acht de
commissie van wezenlijk belang bij de beoordeling.
Enerzijds is aan het eerder genoemde bezwaar op de achtergevel tegemoet gekomen, anderzijds is de
commissie van mening dat deze gevel in tegenstelling tot de voorgevel onvoldoende architectonische
allure voor dit deel van de stad toont. De gevel van de dakopbouw (vierde verdieping) was in de
voorinformatie voorzien van een afwijkende materialisering dan de er onder gelegen gevel. Nu wordt deze
voorgesteld in metselwerk waardoor deze in zijn gevelcompositie "te zwaar" wordt. De commissie is van
mening dat deze gevel alzijdig meer het karakter dient te krijgen van een licht elegante toevoeging op het
dak.
Gewijzigd plan. Bezwaar. De commissie is van mening dat het wijzigen van materiaal van de dakopbouw, van baksteen naar houten delen op onvoldoende wijze tegemoet komt aan de wens van de commissie om hier een lichte elegante toevoeging aan het bouwvolume te realiseren. De te hoge schoorstenen /ventilatieschachten leveren hieraan ook geen positieve bijdrage. De gewenste architectonische allure, waarmee dit plan valt of staat, wordt ook na de in de gevel aangebrachte marginale wijzigingen niet gehaald. Overleg met de ontwerper is zeer gewenst.
De heer Salman is in de vergadering aanwezig om de bezwaren met de commissie te bespreken.
De commissie is van mening dat het kloeke karakter van de voorgevel aan de Lijnbaansgracht hier op zijn
plaats is. De getoonde gemeleerde structuur van bakstenen en het benadrukken van de horizontale
banden door toepassing van verticaal metselwerk dragen bij aan deze uitstraling. Er worden echter
vraagtekens gezet bij de plaatsing van deze gevel op het maaiveld. De glazen puien van de begane grond
lopen door tot op het maaiveld. Door het ontbreken van bijvoorbeeld een plint mist de gevel en daarmee
het gebouw zijn verankering. Het plan voldoet ook niet aan de welstandsrichtlijnen voor de binnenstad. In
artikel 2.2 staat dat ieder pand ter afscheiding met de openbare ruimte en ter markering van de voorgevel
in de rooilijn een pui met deur ramen en borstweringen dient te hebben. Daarnaast is de te verwachten
problematiek ten aanzien van inkijk, stalling van fietsen tegen de gevel en vervuiling niet opgelost.
Midden op het dak is, ruim terug liggende vanaf de straatzijden, een opbouw met een breedte van
ongeveer 6 meter geplaatst waarop de ontluchtingskokers en schorstenen komen. De opbouw dient voor
toetreding tot het dakterras en wordt, evenals de "setbacks", afgewerkt met verticaal geplaatste delen
behandeld red ceder. De commissie acht deze oplossing mogelijk maar spreekt haar bezorgdheid uit over
het beheer van het dak in relatie tot de welstand van het pand en het daklandschap in de toekomst. Voor
dit vermeende probleem is een permanente oplossing vereist.
De achtergevel aan de Fokke Simonszstraat is zeer monotoon van karakter. Dit wordt volgens de
architect gecompenseerd door de materialisatie en de detaillering van met name het metselwerk.
De heer Rosenberg is van mening dat de achtergevel vlees noch vis is omdat enerzijds een robuust
karakter zoals bij de voorgevel hier ontbreekt en de voorgestelde structuur anderzijds niet past binnen de
fijnere korrel en geleding van de Fokke Simonzstraat. Ondermeer het ontbreken van een parcellering en
de harde uitwerking van de gevel zijn hier debet aan.
Doordat het gebouw maar één centrale ontsluiting heeft aan de zijde van de Lijnbaansgracht zijn er geen
aparte entrees van de woningen aan de Fokke Simonszstraat. Naar de openbare ruimte toe is dit niet erg
uitnodigend, hetgeen niet bijdraagt tot de belevingswaarde op de straat. Dit vervreemdingseffect wordt
nog versterk door de gesloten en naargeestige uitwerking van het geveldeel van het souterrain door
middel van glazen bouwstenen.
De heer Barbieri is van mening dat de architectonische uitwerking van zowel de voorgevel als de
achtergevel nog te wensen over laat. Het plan kan scherper worden uitgewerkt. Bijvoorbeeld de
beëindiging van het hoofdvolume met een brede strook verticaal metselwerk is te zwaar aangezet en het
versmallen van de rechter penant in de voorgevel komt nogal willekeurig over.
Afgezien van de door de commissie collectief gemaakte opmerkingen vind de heer Asselbergs het plan
een helder statement. Het industriële karakter en strakker ritme van de gevels spreken tot de verbeelding.
Mevrouw Bolt is positief over het grote gebaar van het plan en stelt dat het ontwerp staat of valt met de
uitwerking. Zij heeft echter alle vertrouwen dat dit tot een goed einde gebracht zal worden.
Omdat de stemmen staken stelt de voorzitter voor om het plan ter beoordeling voor te leggen aan het
plenum.
De heer Barbieri licht het plan aan de hand van de situatie toe. Het plan wordt ontwikkeld op een kavel die grenst aan zowel de Lijnbaansgracht als de Fokke Simonszstraat. Op dit moment staat er een laagbouw met bedrijfsbebouwing en garages. De opgave is erin gelegen hoe om te gaan met twee voorkanten, en daarmee samenhangend, de confrontatie van privé met openbaar en hoe het plan in te passen in de bestaande omgeving. Hoe sterk is de compositie en is er sprake van stedelijke architectuur? Binnen Commissie I bestaat geen eensluidende mening over dit voorstel, vandaar dat het geagendeerd is in de plenaire vergadering. Mevrouw Bolt plaatst kanttekeningen bij de behandeling van het plan. Uit eerdere verslaglegging kan ontwerper concluderen dat de hoofdopzet akkoord is. De discussie over wel of niet passen in het historisch straatbeeld heeft, naar haar mening, niet geleid tot een helder standpunt. De heer Barbieri stelt dat deze discussie helemaal niet gevoerd is, en ook niet gevoerd hoeft te worden. Het gaat om de uitwerking van een concept. De heer Van Velzen vindt het ontwerp mager. Het gekozen concept vraagt om een staalharde compositie zoals te zien is bij het Tetterode-complex van Merkelbach aan de Da Costakade. In dit plan zijn afwijkingen in het raster, afwerking van de dakopbouw met schrootjes en indifferente buitenruimte niet bekrachtigend voor het concept. De heer Gorter kan dit beamen. Ook de heer Schulze is van mening dat de inzet scherper kan. De set-back en het toepassen van een galerij vormen een ontkrachting van het concept. De heer Rouwhorst vindt de inzet van een saai en eindeloos ritme niet passen binnen de historische context. Ook de wijze waarop de begane grond zich presenteert in de Fokke Simonszstraat, ontbreken van ingangen en toepassen van glazen bouwstenen, is geen bijdrage aan de stad. De heer Rosenberg denkt dat inzet van een groot gebaar in aansluiting op de vanouds aanwezige industrie hier mogelijk is. Inzet van een ritme gebaseerd op een woonhuismaat in de Fokke Somonszstraat is atypisch. Volgens de heer Hunink dient er ten aanzien van de dakterrassen en de toegangen nog een vrijstelling te worden verleend. De vergadering komt tot de conclusie dat de ingezette lijn mogelijk is. In het nu gepresenteerde plan ontbreekt echter de benodigde scherpte, hetgeen zich uit in de gevelcompositie en de detaillering. De dakopbouw inclusief de galerij/buitenruimte staat op gespannen voet met het gekozen concept. Het plan wordt voor verder overleg terug verwezen naar Commissie I.
De heer Salman (Köther&Salman) is in de vergadering aanwezig om een aangepast plan toe te lichten.
In dit plan wordt in de voorgevel vastgehouden aan de 5-deling in de grote ramen om het heldere ritme
vast te houden. Binnen het gebouw loopt een 'watervaltrap'. Het gewenste zicht vanaf deze trap naar de
straat zou beter opgelost zijn, indien in deze muurdam ook een kleine lichtopening gemaakt wordt. De
postbussen worden meer in de gevel opgenomen door de kleur van metselwerk toe te passen.
In de achtergevel is de hoogtemaat kleiner dan in de voorgevel. Achter de kozijnen, met ramen die geheel
zijn weg te schuiven, zitten loggia's. Deze kozijnen zijn in het nieuwe plan verbreed. Dit ritme van
breedtematen is nu identiek aan die in de voorgevel. De glazen bouwstenen in de plint zijn vervallen en
het toegangshek is verlaagd. Aan de straat bevindt zich nu een soort dienstingang en aan de gracht de
toegang tot de woningen.
De commissie merkt op dat de zorgvuldige detaillering van deze dienstingang van groot belang is. Het
lage hek en de plint lijken vriendelijker en beter te passen in de maat en schaal van de straat. De
hoofdopzet is nu consequenter doorgezet. Toch heeft de commissie twijfels bij de wijziging van de
kozijnmaat in de achtergevel. Deze sluit met zijn horizontaliteit minder goed aan de op de stedelijkheid en
het meer kleinschalige karakter van de straat. Het industriële concept van de voorgevel past niet in deze
straat en zou hier niet doorgezet moeten worden.
De architect vraagt of de setback, op verzoek van de opdrachtgever, toch in metselwerk uitgevoerd zou
kunnen worden. De commissie acht dit mogelijk.
De commissie concludeert dat zij in principe positief is over de hoofdopzet van het gewijzigde plan. De maat van de achtergevel zou nog eens moeten worden bezien, maar zal geen breekpunt vormen. Het definitieve plan wordt tegemoet gezien en zal worden voorgelegd aan de plenaire vergadering.
Gewijzigd plan. De commissie gaat akkoord met het gewijzigde plan. Ter informatie naar het Plenum.
De heer Barbieri meldt dat hedenochtend een aangepast plan in Commissie I is behandeld. De gevel is in een strakker ritme gebracht. Commissie I draagt het gewijzigd plan ter goedkeuring voor. De vergadering volgt Commissie I in haar goedkeuring.
(WS, 27/8/2002)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.