Bibliotheek op het Oosterdokseiland is te hoog

De vereniging heeft in een zienswijze het College van B & W laten weten dat het bouwplan van de nieuwe Openbare Bibliotheek op het Oosterdokseiland de maximale bouwhoogte van het bestemmingsplan overschrijdt. De vereniging vreest dat met dit plan een weg wordt ingeslagen die zal leiden tot een algemene verhoging van het al te grote bouwvolume aan het Oosterdok.

De zienswijze luidt als volgt.

Aan het college van Burgemeester
en Wethouders van Amsterdam
Amstel 1
1011 PN Amsterdam

Betreft: procedure ex art 19 WRO voor de openbare bibliotheek aan het Oosterdok, A9/0001-2003

Geacht bestuur,

Vanaf 10 december ligt gedurende vier weken het plan voor een nieuwe bibliotheek aan het Oosterdok ter inzage in het kader van de nodige procedure ex artikel 19 WRO. Daartoe bevoegd krachtens een in uw bezit zijnde algemene machtiging deel ik u namens de Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad mede dat het plan op een onderdeel bij ons vragen oproept.
Blijkens de stukken acht u terecht toepassing van artikel 19 noodzakelijk omdat het voorliggende plan op het punt van het bouwen in de voorste bebouwingsgrens niet voldoet aan het bestemmingsplan. Tegen die afwijking van het bestemmingsplan hebben wij geen bezwaar. Waarom reageren wij dan toch in dit kader?

Met gebruikmaking van de bevoegdheid tot het verlenen van een binnenplanse vrijstelling wilt u meewerken aan de overschrijding van de in het bestemmingsplan - zij het enigszins globaal - aangegeven bepalingen inzake de bouwhoogte. Wij betwijfelen ernstig of dit materieel en formeel een goede zaak is. Het bestemmingsplan beoogt een hoogte van de bebouwing aan de zuidzijde van het plangebied te regelen die oploopt van zuid naar noord en van west naar oost. Om dat enigszins aan te duiden is op de plankaart een principedoorsnede opgenomen, zij het niet over deze kavel, en is in de toelichting summier aangegeven wat de bedoeling was. In het Stedenbouwkundig Programma van Eisen is dat nader uitgewerkt.
Wij moeten constateren dat met dit plan in aanzienlijke mate van die intentie wordt afgeweken omdat de trapsgewijze opbouw wordt vergroofd en iets meer dan de op een na hoogste trap domweg wordt opgehoogd tot de maximumhoogte. Dat is duidelijk nooit de bedoeling geweest en zowel de trapsgewijze opbouw als het geleidelijk oplopen van de bouwhoogte van west naar oost wordt geweld aangedaan. Kavel 4 krijgt nu over een zeer aanzienlijk deel een bouwhoogte die slechts weinig afwijkt van het TPG gebouw. Vergroting van de hoogte lijkt ons daarom op zichzelf al ongewenst en het is bovendien buitengewoon ongelukkig om dat al te laten gebeuren bij het eerste bouwplan, waar de gemeente als opdrachtgever ook nog eens direct partij is.
De gang van zaken is ook in strijd met de algemene beleidslijn dat technische voorzieningen in principe binnen het normale bouwvolume moeten worden opgenomen en dat alleen wanneer dit technisch onmogelijk is een overschrijding van de bouwhoogte middels een vrijstelling wordt geaccepteerd. We hebben het dan over voorzieningen van een relatief bescheiden maat. Daarvan is hier geen sprake. Het gaat om een zeer groot oppervlak en over een breedte die nauwelijks minder is dan die van de kavel, kortom over een maat die zo groot is dat een vrijstelling naar ons oordeel hier in redelijkheid niet mogelijk is. Daarbij moet worden bedacht dat ook voor de toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid geldt dat u datgene wat u zichzelf toestaat een ander moeilijk zult kunnen weigeren.
Daarmee zijn wij weer terug bij de procedure ex artikel 19 WRO. Wanneer u meent dat het plan in deze vorm aanvaard moet worden moet ook voor dit onderdeel naar onze mening toepassing aan artikel 19 WRO worden gegeven.

Een motivering waarom het noodzakelijk is op deze wijze van het eigen bestemmingsplan af te wijken hebben wij in de stukken niet kunnen vinden. Minstens zal toch moeten worden aangetoond dat alle programmaonderdelen zo essentieel zijn dat geen daarvan kan wijken voor het voor de hand liggende verlangen het plan binnen de vastgestelde bebouwingscontour te laten blijven.
Wij vrezen dat met dit plan en deze procedure een weg wordt ingeslagen die zal leiden tot een algemene verhoging van het al zeer omvangrijke bouwvolume aan het Oosterdok. Het zal u niet verbazen dat wij dit zeer zouden betreuren. Wij verzoeken u daarom uw voorgenomen besluit te heroverwegen.

Hoogachtend,
namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad,

J.B.H.E. Pinkse

Amsterdam, 18 december 2003


(WS, 18/12/2003)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.