Het bezwaarschrift luidt als volgt.
Aan het College van Burgemeester
en Wethouders van Amsterdam
p/a de Dienst Binnenstad
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Geacht college,
Van 7 tot en met 18 juli ligt een bouwaanvrage voor het realiseren van een gebouw voor 19
woningen en 10 garages op een terrein tussen de Fokke Simonszstraat en de Lijnbaansgracht ter inzage.
Namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad deel ik u mede dat wij van mening
zijn dat dit bouwplan niet past binnen het beschermde stadsgezicht en in strijd is met de
welstandsrichtlijnen voor de binnenstad. Een machtiging van de vereniging voeg ik bij.
Het bouwplan beslaat het hele terrein tussen beide straten. Het heeft een breedte van 27,5 m, een
diepte van 22 m en een hoogte van 16 m. Op het dak bevindt zich een vijftal daktoegangen van 1,5 x
3,5 x 2 m. De bovenste verdieping is aan voor- en achterzijde 1.60 m teruggelegd. Onder het pand
bevindt zich een parkeergarage voor 10 auto's, ontsloten vanaf de Fokke Simonszstraat.
Ter plaatse bevindt zich thans nog een bedrijfsbebouwing in één laag. Het verdwijnen daarvan zal
niemand betreuren. Het gaat dus om de vraag of het voorgestelde bouwplan voor deze plaats een
passende invulling genoemd mag worden. Wij menen dat dit niet het geval is.
Naar ons oordeel is het bouwplan alleen al vanwege zijn schaal op deze plaats in de binnenstad niet
aanvaardbaar. Het manifesteert zich uitdrukkelijk als een monoliet die na voltooiing de hele
omgeving zal gaan domineren. Het stadsbeeld zal daardoor ernstige schade ondervinden.
Bij de beoordeling moet onderscheid worden gemaakt tussen de beide straten, waaraan het
geprojecteerde bouwwerk is gelegen.
De Fokke Simonszstraat is een gemengde straat, waarin de oudere bebouwing in verschillende
perioden deels is vervangen door grootschaliger panden, ook direct grenzend aan de locatie van het
onderhavige plan. Dat is een ongelukkige ontwikkeling omdat de straat ca. 300 m lang is en niet erg
breed. Door weer nieuwe schaalvergroting verliest hij definitief zijn oorspronkelijke karakter en
ontstaat een stedenbouwkundig beslist onaantrekkelijk beeld. Een dergelijke ontwikkeling is in strijd met
de doelstelling van de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht van de Amsterdamse binnenstad.
Aan de kant van de Lijnbaansgracht is het oorspronkelijke beeld veel beter bewaard gebleven, zij het
dat ook daar de gevelwand niet helemaal gaaf is. Dat betekent dat de beeldverstoring bij realisering
van de bouwplan hier nog veel groter is. Handhaving van de kleinschaligheid aan de Lijnbaansgracht
is naar ons oordeel een absolute noodzaak. Daarbij speelt het contrast met de tamelijk grootschalige
bebouwing aan de Weteringschans ook een rol. Het feit dat het daarbij om de achterkant van de
bebouwing gaat, die tamelijk rommelig is, maakt een uiterst zorgvuldige invulling van de gevelwand
aan de Lijnbaansgracht des te noodzakelijker. Je zou deze gevelwand de laatste verdedigingslinie
van de oude binnenstad op deze plaats kunnen noemen. Dit plan slaat daarin een rampzalige bres.
Over de architectonische kwaliteiten van het bouwplan op zich willen wij geen oordeel uitspreken. Wij
beperken ons tot de constatering dat het hoe dan ook op deze plaats niet passend genoemd moet
worden.
Dat er gekozen is voor woonbebouwing op deze plaats juichen wij zeer toe.
Wij realiseren ons dat de beperkte diepte van het beschikbare terrein het niet eenvoudig maakt voor
deze locatie een bouwplan te ontwikkelen dat voldoet aan redelijke woontechnische eisen.
Desondanks menen wij dat als randvoorwaarde voor een acceptabel bouwplan gesteld moet worden dat bij
de gegeven breedte van de kavel 4 - 5 in de gevelwand van beide straten afzonderlijk te
onderscheiden panden gebouwd zouden moeten worden, die liefst ook in hoogte van de verdiepingsvloeren en
hoogte en vorm van de gevelbeëindiging enige variatie zouden moeten tonen. De hoogte van de
panden dient zich te voegen in de hoogte van de bebouwing in de omgeving. Een traditionele
vormgeving zou daarbij onze voorkeur hebben, in ieder geval aan de zijde van de Lijnbaansgracht.
Het zal na het voorgaande duidelijk zijn dat onze vereniging vindt dat het ingediende bouwplan in
ieder geval niet moet worden gerealiseerd.
Hoogachtend,
namens de Vrienden van
de Amsterdamse Binnenstad,
J. Pinkse
Amsterdam, 7 juli 2001
(WS, 7/7/2001)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.