De zienswijze luidt aldus.
Aan: College van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam
p/a Dienst Binnenstad, sector Bouwen, Wonen en Economie, afd. Juridische Zaken
t.a.v. mr. I. Van Liempt
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Hooggeacht College,
Op 29 januari 1999 werd de binnenstad een beschermd stadsgezicht in het kader van de Monumentenwet. Staatssecretaris Van der Ploeg stelde een termijn van drie jaar voor het vaststellen van een beschermend bestemmingsplan voor het Binnengasthuisterrein. Doel daarvan is, zoals bij alle bestemmingsplannen in het beschermd stadsgezicht, de karakteristieke structuur en kwaliteit van het gebied te onderkennen als zwaarwegend belang bij de verdere ontwikkeling van het gebied. Ons inziens voldoet het bestemmingsplan niet aan deze eisen.
In de uitgangspunten voor de ontwikkeling van het Binnengasthuisterrein zoals vastgesteld door de Gemeenteraad op 6
september 2001 staat dat eventuele (ver)nieuwbouw mogelijk is globaal binnen de contouren van het zogenaamde 'model
4'. In het bestemmingsplan is een enveloppe aangegeven die ruimschoots buiten de contouren van model 4 treedt.
Bovendien is de bestaande bebouwing weggedacht en vervangen door een bebouwingsvlek. Niet aangegeven en dus niet
beschermd zijn de zich op deze locatie bevindende gebouwen die onlangs in het register van Rijksmonumenten zijn
ingeschreven. Met andere woorden: in het bestemmingsplan is geen sprake van het vigerende gemeentebeleid van behoud
en herstel. Hierdoor krijgt het bestemmingsplan het karakter van een bouwplan en is ons inziens geen sprake van het
beschermend bestemmingsplan.
Wij maken eens tevens zorgen over het ondergrondse programma, waardoor het bodemarchief (zoals overblijfselen van het
klooster) wordt weggewist, over een groter gebied dan het reeds genoemde 'model 4'. Ook hier krijgt het
bestemmingsplan het karakter van een bouwplan.
Ook ten aanzien van de bouwhoogte heeft het bestemmingsplan ons inziens geen beschermend karakter. De bouwhoogte
van de mogelijk gemaakte nieuwbouw is 22 meter. De bestaande bouwhoogte is 16,5 meter. Men past dus de maximale
bouwhoogte aan het hoogste gebouw in de omgeving aan. Ook hier blijft men niet binnen de (driedimensionale) contouren
van de bestaande bebouwing. De opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor een toren van 40 meter doet het ergste vrezen
over de wijze waarop de gemeente een bouwer tegemoet wil komen in het realiseren van een blikvanger die vanuit alle
richtingen te zien zal zijn. Het maken van een knieval voor een commerciële formule van een bouwer schept een gevaarlijk
precedent in een beschermd stadsgezicht dat hoogbouw tot nu toe vrijwel bespaard is gebleven.
Uit de bovenstaande punten blijkt o.i. dat het bestemmingsplan niet het beschermend bestemmingsplan is dat de wet vereist en waarom de Staatssecretaris heeft gevraagd: niet de (steden)bouwkundige kwaliteiten dienen als uitgangspunt, maar de eisen van een bouwer. Wij maken ook bezwaar tegen de gevoerde werkwijze. Het bestemmingsplan is opgesteld om een bepaald bouwplan mogelijk te maken in plaats van het toetsingskader te verschaffen voor eventuele bouwplannen. De procedure is daarmee verworden tot een schijnvertoning met slechts één doel: het verschaffen van het vereiste juridische kader voor het realiseren van een bouwplan in een beschermd stadsgezicht, een bouwplan waarvoor Rijksmonumenten moeten worden gesloopt.
Namens het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG), het Genootschap Amstelodamum, de Bond Heemschut, de
Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad (VVAB), het Cuypers Genootschap, de NV Stadsherstel
Amsterdam en de stichting Diogenes,
drs. M. Jonker, voorzitter
Amsterdam, 28 december 2001
(WS, 28/12/2001)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.