Bouwhoogte Stadsschouwburg onacceptabel

Na een goed bezochte ledenbijeenkomst op 22 mei 2003 over de uitbreiding van de Stadsschouwburg heeft het bestuur van de VVAB het verenigingsstandpunt bepaald. De geïntegreerde culturele functie op deze plaats is goed voor de binnenstad, maar de vereniging kan alleen akkoord gaan met de uitbreidingsplannen, wanneer de bouwhoogte niet uitstijgt boven de oude Stadsschouwburg.

Dat standpunt is als volgt verwoord in een schriftelijke inspraakbijdrage.

Aan het Dagelijks Bestuur van het
stadsdeel Amsterdam-Centrum
Postbus 202
1000 AE Amsterdam


Simulatie van het aangezicht van de Stadsschouwburg met de glazen wand van de nieuwbouw daarbovenuit.
Simulatie van het aangezicht van de Stadsschouwburg met de glazen wand van de nieuwbouw daarbovenuit.

De nieuwbouw is ook te zien vanaf de Overtoom.
De nieuwbouw is ook te zien vanaf de Overtoom.

Geacht bestuur,

In de zienswijze van 18 januari bekritiseerden we de vorm van de plannen die ter visie waren gelegd: een uitbreiding die zich nadrukkelijk manifesteert als een fabriek met sheddaken en schoorsteen is een vormgeving die wij voor de historische binnenstad niet passend achtten en ook niet voor de Leidsepleinbuurt. Welnu, dat is aanzienlijk verbeterd. De architectuur lijkt zorgvuldig te zijn ingepast in de beperkte ruimte die beschikbaar was en heeft de voor de historische binnenstad benodigde kwaliteit. Bovendien respecteert het huidige plan het 19de-eeuwse theatergebouw, een bijzonder gaaf historisch theater waarvan de fraaie zaal met lijsttheater en balkonnetjes geheel intact blijft. Het plan verwijdert de lelijke nieuwbouw aan de achterzijde van de Stadsschouwburg en verbetert daarmee het aangezicht van de zijkant van het theater aan het Leidseplein. Ook wordt de achterzijde van de Stadsschouwburg weer in het zicht gebracht en wordt een deel van de Lijnbaansgracht weer zichtbaar gemaakt. Dat is winst. In dat verband willen wij ook opmerken dat deze winst elders op de Lijnbaansgracht niet weer ongedaan moet worden gemaakt met bijvoorbeeld een fietsenstalling op het water: dat moet ons inziens inpandig worden opgelost.
Het belangrijkste is natuurlijk dat de functie goed is voor de binnenstad. De VVAB acht de integratie van de zalen gecombineerd met een nieuwe zaal op deze plaats een positieve ontwikkeling voor de historische binnenstad. Dat weegt voor ons zwaar.


Schema van het huidige bouwplan met de nieuwbouw tussen en boven de Stadsschouwburg (links) en de
Melkweg (rechts). De nieuwe zaal heeft max. 850 zitplaatsen. De drie complexen worden onderling bereikbaar
waardoor festivals mogelijk zijn.
Schema van het huidige bouwplan met de nieuwbouw tussen en boven de Stadsschouwburg (links) en de Melkweg (rechts). De nieuwe zaal heeft max. 850 zitplaatsen. De drie complexen worden onderling bereikbaar waardoor festivals mogelijk zijn.

Toch kunnen wij de ogen niet sluiten voor het enorme bouwvolume en vooral de bouwhoogte: het uitstijgen van de nieuwbouw boven de nok van de oude Stadsschouwburg, maar ook het zichtbaar zijn van de bouwmassa vanaf de Overtoom over het Amsterdamse School-gebouw waar vroeger het GVB huisde en van de kant van de Rozengracht over de Lijnbaansgracht. In 1999 werd de binnenstad een 'beschermd stadsgezicht' in de zin van de Monumentenwet. Dat betekent niet dat de binnenstad bevroren wordt, maar wel dat veranderingen zich moeten voegen in de beschermde binnenstad. De bijzondere kwaliteiten van de kleinschalige binnenstad, een stad op menselijke schaal, moeten daarbij richtinggevend zijn. Die binnenstad is hoogbouw vrijwel bespaard gebleven, zodat de torens van Hendrick de Keyser nog steeds het referentiekader vormen voor wat wel en vooral wat niet mogelijk is. De maximaal toegestane bouwhoogte in de binnenstad zou zo'n 30 m moeten zijn. Als we de UvA niet toestaan om een toren van 40 m te bouwen op het Binnengasthuisterrein, dan zouden we dit ook niet moeten toestaan. Wel moet direct de kanttekening worden gemaakt dat het BG-terrein middenin het stadshart ligt en het Leidseplein aan de rand van de historische binnenstad en dat bovendien de stedenbouwkundige context niet vergelijkbaar is. Zou het toestaan van zo'n grote bouwmassa echter niet een gevaarlijk precedent scheppen? Neen, want de vereniging is van mening dat alleen voor deze voorziening, die functioneel gezien onlosmakelijk is gebonden aan de binnenstad, een dergelijke overschrijding van de hoogtenorm kan worden verdedigd. Als alleen door deze integratie van de zalen gecombineerd met een nieuwe zaal op deze plaats het behoud van de functie kan worden gewaarborgd is dat een volstrekt eenmalig argument.
De vereniging concludeert dat de bouwmassa meer verscholen zou moeten blijven in de ruimte achter de Stadsschouwburg en de Marnixstraat en in ieder geval niet boven de historische Stadsschouwburg mogen uitstijgen. In die zin is ons inziens sprake van een inbreuk op de bedoelingen van het beschermd stadsgezicht. Wij doen daarom een beroep op het stadsdeel Centrum de bestemmingsplanwijziging van de toegestane hoogte te beperken tot de bouwhoogte van de oude Stadsschouwburg. Dat betekent dat het gebouw zo'n 4 m lager moet worden, nog steeds hoger dan wat wij in het beschermd stadsgezicht toelaatbaar achten, maar waaraan wij ons in dit specifieke geval willen committeren, zonder dat daarmee een precedent wordt geschapen.

Namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad,
Walther Schoonenberg
voorzitter

Amsterdam, 27 mei 2003

[Meer lezen]


(WS, 27/5/2003)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.