Het gevolg is dat er nu een nieuwbouwplan ligt waarvoor de Commissie voor Welstand en Monumenten amper toestemming kon geven. De VVAB heeft zowel het stadsdeel Centrum als de Rijksdienst voor de Monumentenzorg om opheldering gevraagd. Tegen de verleende monumenten- en bouwvergunning heeft de vereniging bezwaar aangetekend.
In de deelraad heeft GroenLinks op 7 januari 2005 schriftelijke vragen gesteld over deze affaire. Het stadsdeelbestuur antwoordt daarop dat ze geen stappen heeft ondernomen om tot herbouw van het pand te komen, omdat uit de brief d.d. 20 januari 2003 van de Rijksdienst van de Monumentenzorg blijkt dat de Rijksdienst het pand na de instorting niet meer beschouwt als een rijksmonument: "De overblijfselen zijn qua omvang, ontwerp, materiaalgebruik, zeldzaamheid of anderszins niet van dien aard dat handhaving van het pand als rijksmonument gerechtvaardigd kan worden". Het stadsdeelbestuur acht herbouw daarom niet zinvol. Bovendien zijn er geen wettige middelen om herbouw af te dwingen. De Monumentenwet kent immers geen herbouwplicht. Het initiatief tot herbouw ligt bij de eigenaar.
Hieruit zijn twee conclusies te trekken. Ten eerste heeft de Rijksdienst het stadsgezicht geschaad door aan te kondigen dat het pand van de rijksmonumentenlijst gaat. Ten tweede heeft het stadsdeel onvoldoende inzet voor het stadsgezicht getoond door het advies van de rijksdienst klakkeloos te volgen (wat niet verplicht is) en geen initiatieven te nemen naar de eigenaar (wat eveneens niet verplicht is, maar ook niet verboden: praten kan altijd).
Meer lezen:
[antwoorden stadsdeelbestuur]
[brief aan stadsdeel]
[brief aan Rijksdienst voor de Monumentenzorg]
[bezwaarschrift tegen bouwvergunning]
[bezwaarschrift tegen monumentenvergunning]
(WS, 3/2/2005)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.