In eigen woorden:
"Het college van B&W van Amsterdam heeft in de gehele onderzochte periode bij
herhaling fouten gemaakt in de voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van het
project Noord/Zuidlijn. De technische en organisatorische complexiteit van de aanleg
van de Noord/Zuidlijn is ondergeschikt geweest aan de politieke wens van het
college en de overgrote meerderheid van de raad om de Noord/Zuidlijn aan te leggen.
(...)
Vanwege de risico’s voor Amsterdam en de complexiteit van de aanleg, besluiten het college en de raad in 2000 om de Noord/Zuidlijn aan te besteden en de resultaten daarvan te beschouwen als een toets waaruit moet blijken of de Noord/Zuidlijn binnen het geraamde budget kan worden aangelegd. Pas na deze toets zou een definitief besluit tot aanleg worden genomen. De verschillende aanbestedingsrondes laten zien dat de aanleg op dat moment niet binnen het geraamde budget kan worden gerealiseerd. Die uitkomst leidt echter niet tot het heroverwegen of uitstellen van de aanleg van de Noord/Zuidlijn. In plaats van het te gebruiken als toets worden de aanbestedingsresultaten de basis voor de onderhandelingen met de aannemers over de contracten. Om zo dicht mogelijk bij het geraamde projectbudget te blijven, kiest de gemeente ervoor zelf steeds meer risico’s te dragen, die de aannemers alleen tegen voor de gemeente onaanvaardbaar hoge bedragen op zich willen nemen.
De risicoreserveringen die de gemeente vervolgens maakt zijn ruim onvoldoende. Bovendien is sprake van open einden in belangrijke contracten, waarvan de schaal en omvang buitengewoon zijn. De budgetstijging voor Amsterdam lijkt zo te kunnen worden beperkt, maar toekomstige overschrijdingen staan dan in feite al vast.
In 2002 besluiten het college en de raad tot definitieve aanleg van de Noord/Zuidlijn. Het college vaart op de expertise van de projectorganisatie en de plannen worden binnen het college meer politiek dan inhoudelijk afgestemd. De raad loopt tegen de grenzen van de eigen deskundigheid en kennis aan. Noch het college, noch de raad realiseren zich bij het go-besluit in 2002 dat sprake is van een onbeheersbare projectsituatie. De projectorganisatie wordt niet omgevormd tot een uitvoeringsorganisatie. Er zijn onvoldoende checks en balances in het ambtelijk apparaat om het project op een goede wijze te kunnen beheersen. Er wordt onvoldoende stilgestaan bij de mogelijke overlast voor Amsterdammers. Ondertussen zijn contracten afgesloten met open einden en is sprake van te lage risicoreserveringen. Voorafgaand aan het definitieve aanlegbesluit wordt geen van deze aspecten extern getoetst.
(...)
De enquêtecommissie doet ook een drietal specifieke aanbevelingen voor de Noord/Zuidlijn.
Ten eerste dient de regeling risicovolle projecten op het project Noord/Zuidlijn te
worden toegepast. Daarnaast is er de aanbeveling dat het college op korte termijn een
besluit aan de raad voorlegt voor het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
De derde aanbeveling is dat de raad een debat voert over de risico’s van het boren
en de beheersmaatregelen."
De commissie zegt dus dat het boren onder de stad opnieuw bekeken moet worden. Naar het oordeel van de vereniging dient nader onderzoek te worden gedaan naar de risico's van het boren voor de panden langs het tracé. De vereniging heeft dat in november gevraagd in een raadsadres.
Meer lezen:
[Vereniging vraagt om bouwfysisch onderzoek] (Binnenstad 237)
[Verder afbouwen Noord/Zuidlijn niet verantwoord] (Binnenstad 235)
[Raadsadres inclusief advies] (PDF-bestand)
(WS, 16/12/2009)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.