Raad neemt voorbescherming op in Erfgoedverordening

Op 13 maart nam de gemeenteraad een amendement Verbeet (PvdA) aan om de voorbescherming alsnog op te nemen in de nieuwe Erfgoedverordening. Enkele erfgoedorganisaties, waaronder de VVAB, hadden daarom gevraagd.

De ter visie gelegde nieuwe Erfgoedverordening was aanleiding voor de VVAB om suggesties te doen ter verbetering van het door de gemeente opgestelde concept. De Erfgoedverordening is wat vroeger de monumentenverordening werd genoemd en wordt voor geheel Amsterdam vastgesteld, dus geldt tevens voor de verschillende stadsdelen, waaronder de historische binnenstad. De verordening beschrijft o.a. de procedure voor de aanwijzing van gemeentelijke monumenten, hetgeen niet onbelangrijk is: bij de jongere bouwkunst dreigt sneller sloop dan bij monumenten van vóór 1850.
De VVAB bepleitte het opnemen van de zgn. 'voorbescherming' in de verordening, dat wil zeggen bescherming op het moment waarop belanghebbenden, waaronder de erfgoedorganisaties, een aanvraag indienen voor de gemeentelijke monumentenstatus. Een aanvraag wordt immers vaak gedaan wanneer er een sloopvoornemen bestaat. Voorbescherming is de enige werkelijk effectieve wijze waarop cultuurhistorische waarden, die nog niet geborgd zijn via een aanwijzing, worden beschermd. Dat Amsterdam de voorbescherming niet had opgenomen in haar verordening bevreemdt, omdat deze wel voorkomt in de modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

De VVAB sprak over dit onderwerp in in de raadscommissie van 6 februari 2013. Het argument van wethouder Gehrels dat de voorbescherming tot vertraging kan leiden, werd bestreden. Was het immers niet de gemeente zelf die erg lang doet over de beslissing een object al dan niet aan te wijzen als gemeentelijk monument? Op de aanvraag voor Marnixstraat 291-295 wachten wij al meer dan een jaar. Waarom moeten de burgers daarvoor dan gestraft worden? Een raadslid concludeerde: “Procesvertraging is een aspect van erfgoed”. In de gemeenteraad van 13 maart werd een amendement van raadslid Verbeet (PvdA) aangenomen om de voorbescherming alsnog op te nemen in de Erfgoedverordening. Alle fracties behalve de VVD stemden vóór het amendement.

De wijziging van de concept-Erfgoedverordening luidt als volgt:

Artikel 4. Voorbescherming
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 14 (zie NB) van overeenkomstige toepassing.

Toelichting
Dit artikel regelt de voorbescherming voor toekomstige gemeentelijke monumenten, zoals die ook voor rijksmonumenten geldt. Dat betekent dat in de periode van kennisgeving van het voornemen van het college om een monument op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen tot het daadwerkelijke aanwijzingsbesluit (dit kan ook een afwijzing zijn). Dat betekent onder andere dat een monument tijdens de aanwijzingsprocedure tot gemeentelijk monument niet mag worden afgebroken, gewijzigd, verplaatst (etc.) zonder een omgevingsvergunning voor monumenten of anders dan de bij nadere regels opgestelde wijze. Het gebruik van de voorbeschermingsprocedure is gebonden aan een motivatieplicht, aangezien hieraan voor de eigenaar/gebruiker financiële consequenties zijn verbonden. Immers, gedurende de voorbescherming dienen bouwactiviteiten te worden opgeschort. Het inroepen van de voorbescherming van een object is een publiekrechtelijke beperking en een beperkingenbesluit in de zin de van artikel 1, onder a, sub 1 juncto artikel 1, onder b, sub 5 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Daarmee is ook onder andere artikel 13 van deze wet van toepassing wat betreft de aansprakelijkheid van gemeenten voor geleden schade. Daarom moet een gemeente gegronde redenen kunnen aanvoeren voor het inroepen van de voorbescherming.

NB de artikelen 10 tot en met 14 waarnaar in dit artikel wordt verwezen, zijn in de verordening zoals die op 6 februari aan de raadscie is aangeboden 9 tot en met 13. Deze nummering verspringt bij invoeging van een nieuw artikel naar 10 tot en met 14.

[Zienswijze] (1 november 2012)

(WS, 14/3/2013)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.