Een herinnering kwam bij mij boven aan de winter 1953, toen de besturen van de zogenoemde oudheidkundige verenigingen Heemschut, Hendrick de Keyser, Amstelodamum en het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap op even korte termijn werden uitgenodigd om in de onverwarmde Zuiderkerk de ontwerpen te bekijken van de 'wederopbouwplannen' voor de Weesperstraat, de Jodenbreestraat, de Nieuwmarktbuurt en nog enkele kleinere gebieden. Duidelijk was dat burgemeester en wethouders een formele gelegenheid boden om een mening te uiten aan vertegenwoordigers van de burgerij die optraden als het geweten van de stad inzake de historische aanleg en bebouwing, maar dat het de bedoeling was, de voorstellen zo snel en zo geruisloos mogelijk door de gemeenteraad heen te loodsen. Zo is het gebeurd en de resultaten zijn te bewonderen in de Weesperstraat en de Jodenbreestraat. Dat in de Nieuwmarktbuurt het oude stratenpatroon gehandhaafd bleef, is te danken aan de Stichting de Pinto en vooral aan het verzet van de bewoners.
Sinds 1953 is er eindeloos gepraat over democratisering, openheid van bestuur
en inspraak, maar als het over belangrijke zaken gaat houden burgemeester en
wethouders nog altijd niet van andersluidende meningen. Voor zover er, wat de
woonschepen in de binnenstadswateren betreft, kan worden gesproken van beleid, is dat
te omschrijven als niet-handhaven van bepalingen, toegeven aan de
eisen van overtreders, en dan verklaren dat zoiets ook eigenlijk de bedoeling was
en bijdraagt tot de gezelligheid van de stad. Kortom: niet erg vastberaden, weinig heldhaftig
en ombarmhartig jegens het monument-Amsterdam.
De uitdrukking 'wildgroei op het water' werd jaren geleden voor het eerst gebruikt door een
wethouder van Amsterdam. Afgezien van het feit dat het praktisch onmogelijk zou zijn om alle
woonschepen uit het Centrum te verwijderen, zullen er ook weinigen zijn die dat eisen.
Wonen op het water is een erkende en gewaardeerde woonvorm geworden. Een niet te groot aantal
voor bewoning ingerichte binnenvaartschepen misstaat niet in brede stadswateren, zoals de Amstel.
Het gebruik van openbare ruimte verandert voortdurend. De maatregelen die nu nodig zijn om de
binnenstad begaanbaar en toegankelijk te houden, ondanks de rijdende en geparkeerde bliklawine,
waren een halve eeuw geleden ondenkbaar. Ook op het water verandert allerlei.
Dekschuiten zijn schaars geworden, rondvaartboten werden talrijk. Watertaxi
en waterfiets of 'canal bike' deden hun intrede. Zo nu en dan ziet men een opgeknapte
Zuiderzeebotter afgemeerd, en dat is een feestelijk gezicht. Belangrijk is
dat al die vaartuigen ook inderdaad varen. Een op een betonnen bak gebouwde
bungalow is echter niet bedoeld om te varen, die kan hoogstens met veel moeite
worden versleept. Gewoonlijk wordt dan ook dat betonnen casco binnengesleept,
en gaat de eigenaar zijn huis bouwen op een plek vanwaar de ark niet meer kan
worden verwijderd, omdat deze te hoog is voor de bruggen. Dan treedt de 'gedoogsituatie' in,
die nu volgens de nota van de burgemeester moet worden vervangen door definitieve legalisering.
Stel nu eens dat iemand het in zijn hoofd zou halen ergens op een zelfgekozen plek op een
breed trottoir of in een park zo'n bungalow te bouwen; politie en Bouw- en Woningtoezicht zouden
hem onmiddellijk sommeren, zijn spullen te verwijderen. Het water in de binnenstad is
evenzeer openbare ruimte als de straten en plantsoenen, en daar wordt toegelaten wat op het
land, terecht, verboden is.
Een klein lichtpuntje tijdens de hiervoor genoemde commissievergadering
was dat ook de burgemeester erkende dat het niet onbillijk zou zijn, ook de mening
te laat meetellen van bewoners van huizen aan het water, wier uitzicht geblokkeerd wordt
door woonschepen voor hun deur. Onze vereniging acht het haar taak die mening te
mobiliseren en met kracht naar voren te brengen. Misschien lukt het dan ten slotte een
kentering te bereiken, zodat in de binnenstadsgrachten het aantal ligplaatsen en de
toegelaten afmetingen geleidelijk worden beperkt. Dat houdt tevens in dat het gemeentebestuur
zal moeten zorgen voor behoorlijke woonschiphavens op plaatsen, waar ook
de bungalow-arken geen monumentaal stadsbeeld verstoren en geen buren hinderen.
Geurt Brinkgreve
(Uit: De Lamp van Diogenes 110, juli 1988.)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.