Hooggeachte raadsleden,
17 mei 1978
Met grote instemming heeft het bestuur van onze vereniging kennis genomen van het advies dat de Amsterdamse Raad voor de Stedebouw heeft uitgebracht aan Burgemeester en Wethouders over het Museumplein. Voor één der aanbevelingen in het advies willen wij in het bijzonder uw aandacht vragen, namelijk voor het voorstel om onder het Museumplein een grote parkeergarage te bouwen. Het wekt wellicht verwondering dat deze vraag komt uit een vereniging die zich bezig houdt met het herstel en de leefbaarheid van de binnenstad, en die bepaald niet behoort tot de propagandisten van de leuze 'blij dat ik rij'. De chaotische verkeers- en parkeersituatie in de oudere stadsdelen raakt echter iedereen, of hij loopt, fietst of zelf achter het stuur zit.
Nog niet zo lang geleden gold de bereikbaarheid van het centrum voor de partikuliere auto's als doel van het gemeentelijk beleid. De plannen voor o.m. verbreding van de Utrechtsestraat en voor een doorbraak Elandsgracht - Nieuwezijds Voorburgwal zijn nog niet vergeten. De waarschuwing dat voor dergelijke verminkingen van de stedelijke schaal en structuur de verstopping in het hart van de stad slechts zou verergeren, kwam het eerst uit de Heemschut-hoek. Thans wordt alle heil verwacht van de uitbreiding van het openbaar vervoer. Hoewel ook in onze kring waardering bestaat voor de maatregelen ter verbetering van tram- en buslijnen menen wij dat het een illusie is daarvan een sterke vermindering te verwachten van de stroom auto's die dagelijks in en om de binnenstad een parkeerplaats zoeken. De gehechtheid aan de eigen auto is nu eenmaal een gegeven van onze tijd.
Een verschuiving in de verkeersgewoonten door minder van de auto en meer van de fiets en het openbaar vervoer gebruik te maken zal slechts geleidelijk bereikt kunnen worden door een consequent beleid van velerlei onderling samen hangende maatregelen. Door de toegankelijkheid van en de parkeergelegenheid in het centrum te beperken zonder andere compensatie dan de verwijzing naar het openbaar vervoer, vergroot men slechts de chaos en stimuleert men het asociale gebruik van de openbare weg.
Naar de mening van ons bestuur kan de parkeeroverlast op straat in de voor ons liggende decenniën slechts dan effectief bestreden worden, indien er een uitweg geboden wordt in parkeergarages. Het daartegen aangevoerde argument dat parkeergarages de autostroom doen aanzwellen, wekt de indruk ten onrechte te zijn overgenomen van de oppositie tegen de nu losgelaten door braakplannen, toen het wel steek hield.
Het lijdt geen twijfel dat in de binnenstad moeilijk plaatsen te vinden zijn waar zonder schade aan de stedebouwkundige structuur en de bestaande bewoning parkeergarages tot stand zouden kunnen komen.
Terecht wijst de Amsterdamse Raad voor de Stedebouw op de omstandigheid dat het onder het Museumplein wel mogelijk is een ondergrondse garage van groot formaat te bouwen zonder één huis af te breken.
Ook de gelegenheid om inritten en uitgangen zó te ontwerpen dat geen opstoppingen ontstaan, is rondom het Museumplein aanwezig. Vanuit een parkeergarage onder het Museumplein kunnen in enkele minuten te voet worden bereikt: het Concertgebouw, het Rijksmuseum, het Stedelijk Museum, het museum Vincent van Gogh, de theaters van het Leidseplein, de Albert Cuyp-markt, de antiquairs van de Spiegelgracht en de Nieuwe Spiegelstraat en het winkelareaal P.C. Hooftstraat - van Baerlestraat. Een dergelijke parkeergarage zou het mogelijk maken de Leidse- en Weteringbuurt te bevrijden van de ondraaglijke overlast die 's nachts wordt veroorzaakt door vertrekkende bezoekers van o.m. de horecabedrijven in de buurt. Voor het publiek van de genoemde instellingen en bedrijven, niet in het minst voor de buitenlandse gasten van de hotels in de omgeving, zou dit de oplossing bieden voor de enerverende vraag waar zij hun auto veilig kunnen wegzetten.
Het bestuur van de vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad is
van mening dat de hiermee gemoeide belangen groot genoeg zijn om aan uw
Raad te vragen de volgende besluiten te willen nemen:
- dat aan een op dit gebied ervaren ingenieursbureau in binnen- of buitenland de
opdracht wordt gegeven om in samenwerking met de gemeentelijke diensten
een schetsontwerp met globale kostenraming te maken voor een parkeergarage
in meerdere verdiepingen onder het Museumplein;
- dat de mogelijkheid wordt onderzocht een combinatie van belanghebbenden
te vormen met voldoende gemeentelijke invloed om een dergelijk gebouw
tot stand te brengen en te exploiteren.
In de hoop met deze brief een constructieve bijdrage te hebben geleverd aan de
meningsvorming over dit nijpende vraagstuk verblijven wij, etc.
met gevoelens van de meeste hoogachtig,
(was getekend door vicevoorzitter en secretaris)
(Uit: De Lamp van Diogenes 50, juni 1978)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.