Een meer uitvoerige karakteristiek in het gedenkschrift 'Honderd jaar lettergieterij
in Amsterdam' uit 1951 van Ovink mag hier worden geciteerd: 'Ieder die (er) bin
nentreedt geraakt in de ban van de rustige
sfeer die haar eigen is. De Bazel heeft deze
door een uiterst ingenieuze ruimtewerking
weten te bereiken. Over de volle lengte
van de zaal valt een gedempt licht door
hoge smalle ramen naar binnen; de ver
houdingen van lengte, breedte en hoogte
zijn op basis van streng geometrische verhoudingen zo gekozen dat alle spanning
opgeheven wordt'. Wat ook verhoudingen
van verhoudingen mogen zijn, het is duidelijk dat een consistent concept zich aan
de lambrizeringen, de deuren en het meubilair, aan het hang- en sluitwerk, de licht
ornamenten en de schakelaars heeft meegedeeld om deze voorname indruk te wek
ken, waarbij de finesse werd bereikt door
een geweven wandbespanning en
vloerkleed naar ontwerp van Th. Nieuwenhuis en een lederen in kleur- en goud
stempeling uitgevoerde wandversiering
boven de open haard naar ontwerp van
Sjoerd H. de Roos.
Wat Bernd Melchers van een Chinese
tempel zei, is geheel op deze bibliotheek
zaal van toepassing: 'Die volendete Schönheit ... tritt in der Wirklichkeit hervor, da
alle Masse unter sich und mit der Umgebung in Einklang gebracht sind und keine
Einzelheit - weder Forme noch Farbe -
sich vordrängt'.
Deze schoonheid is lange tijd aan het oog
onttrokken geweest: de lettergieterij is
naar elders vertrokken, de betimmeringen
en de overige elementen van de zaal zijn
uiteengenomen en opgeslagen. En het
heeft niet veel gescheeld, of een Amsterdams monument was definitief verloren
gegaan.
Bij de restauratie van de Oude Lutherse
Kerk aan het Spui evenwel heeft de heer
Kwarten, functionaris van het Gemeente
lijk Bureau voor de Monumentenzorg,
zich de opgeslagen restanten herinnerd en
ervoor gepleit deze bij de inrichting van
de annexen te herplaatsen. Daar was volop
aanleiding toe, want die annexen vervullen een feestelijke functie bij het gebruik
van de kerk als aula van de Universiteit
van Amsterdam.
Na passen, meten en schuiven bleek een
ruimte beschikbaar, die nagenoeg dezelfde afmetingen als de oorspronkelijke zaal
bezit en daarmee op De Bazels bibliotheekinrichting lag te wachten. Zelden is
een vruchtbare gedachte zo tot wasdom
gekomen: alle partijen werkten mee, van
de kerkeraad van de Lutherse Kerk tot het
College van bestuur van de Universiteit
en niet in het minst de restauratiearchitecten Kuipers en Kuipers.
Zo is de bibliotheek van Tetterode herrezen in het complex van de Oude Lutherse
Kerk!
Natuurlijk kan zoiets niet zonder marginale wijzigingen: de hoogte van de zaal
moest 20 cm worden ingekort en de door Ovink genoemde hoge smalle ramen zijn
vervangen door een ritmisch overeenkomstige kolomstelling, die verbinding geeft
met een smalle belendende ruimte, welke
dienstbaar is aan het opdienen van geneugten, behorende bij een promotiereceptie.
Dick Dooijes, die als letterontwerper destijds kind aan huis was in de bibliotheek en die enige informatie voor dit artikel bijeenbracht, wist ook te melden dat
op één punt De Bazels schepping onvoltooid was gebleven. Dooijes: 'Het is ooit
de bedoeling geweest dat de nu witte vlakken tussen de eikehouten cassettes van het
plafond zouden worden versierd met schilderingen naar ontwerp van R.N. Roland Holst. Daarvan is echter nooit iets gekomen.' Zou de tegenwoordige generatie zoveel monumentale kracht kunnen opbrengen, dit sluitstuk alsnog tot stand
te brengen? Die ode aan De Bazel zou tegelijk het herrijzen van dit monument in
de binnenstad definitief bevestigen!
A. Evers
(Uit: De Lamp van Diogenes 108, maart 1988)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.