Architectuur in Nederland - Jaarboek 2022-2023

In een van de eerste jaargangen van het Jaarboek heb ik mijn debuut gemaakt als architectuurcriticus, met een artikel over gevangenissen. Dat was nog best spannend want kritiek is iets heel anders dan architectuurgeschiedenis. De gevangenis is in principe een onaangenaam gebouw waarin mensen worden opgesloten. In Nederland proberen we dat zo humaan mogelijk te doen en ook de architectuur van deze nieuwe gevangenissen was heel verzorgd.

Teun van den Ende, Uri Gilad, Arna Mačkić (eds.), <i>Architectuur in Nederland / Architecture in the Netherlands. Jaarboek / Yearbook 2022/2023</i>
200, Rotterdam (nai010) 2023, 168 pagina's.
Teun van den Ende, Uri Gilad, Arna Mačkić (eds.), Architectuur in Nederland / Architecture in the Netherlands. Jaarboek / Yearbook 2022/2023 200, Rotterdam (nai010) 2023, 168 pagina's.

De reeks van 35 jaarboeken is natuurlijk een topprestatie van de uitgever en de vele redacteuren. Toch ging de uitgave mij al snel vervelen. Elk jaar weer een selectie van keurig verzorgde gebouwen, maar de ware ontwikkelingen in het vak kwamen nooit ter sprake. Het was ook geen geheim dat opdrachtgevers het Jaarboek gebruikten als brochure voor hun architectenkeuze. Men was helemaal niet gediend van kritiek, laat staan een discussie over de maatschappelijke rol van architecten. Er waren trends en modeverschijnselen, maar de oplettende beschouwer zag eigenlijk nooit echt iets nieuws. Toch deden zich wel degelijk ontwikkelingen voor, dramatische ontwikkelingen zelfs.

In 1993 heeft staatssecretaris Heerma de volkshuisvesting afgeschaft door de traditionele woningbouwverenigingen een nieuwe, meer commerciële rol te geven op de woningmarkt. Voor dat besluit was een kamerbrede meerderheid. Inmiddels, dertig jaar later, is duidelijk welke ravage Heerma heeft aangericht. Vooral in Amsterdam, waar het Grondbedrijf in samenwerking met de Woningdienst de volkshuisvesting had opgetild naar een ongekend niveau – Van Eesteren noemde dat sociale stedenbouw – mag wel gesproken worden van een neerwaartse spiraal die de bodem heeft bereikt. Het Grondbedrijf was natuurlijk niet van plan om de woningbouwcorporaties nieuwe stijl te laten verdienen aan goedkope erfpachtgrond. Zo werden de marges in de woningbouw snel kleiner. Sociale woningbouw had sowieso geen prioriteit meer, er waren zogenaamd veel teveel goedkope huurwoningen. Die werden in Amsterdam West op grote schaal gesloopt en vervangen door winstgevende middenstandswoningen.

De stadsvernieuwing in de naoorlogse wijken was een volstrekt rücksichtslose operatie die mij sterk deed denken aan het communisme, het doel heiligde alle middelen. Dat begon in de Zuidwestkwadrant van Osdorp met huilende bejaarden op AT5. Al die jaren had de stad een schijnheilig links college. Tenslotte is de PvdA genadeloos afgestraft door de kiezers, maar het kwaad was al geschied. Na het verraad van Wim Kok is ook het wethouderssocialisme ten onder gegaan. Dit alles is geen nieuws voor insiders, je mocht er alleen nooit iets over zeggen, zeker niet als ambtenaar. Toen ik dat wel deed, in Het Parool, belden de corporatiebazen meteen met de Wethouder, het politieke genie Herrema, die natuurlijk niet aarzelde om mij ontslag aan te zeggen. Daarom is het wel heel opzienbarend dat er nu een interview in het nieuwe Jaarboek staat met een topambtenaar van de gemeente Amsterdam die genadeloos de vinger op de zere plek legt.

Fenna Haakma Wagenaar is hoofdontwerper bij de dienst Ruimte en Duurzaamheid, ze is verantwoordelijk voor de woningbouw in Amsterdam West, de erfenis van Van Eesteren en zijn strijdmakkers in de Congressen voor het Nieuwe Bouwen (CIAM). Opgegroeid in de Bijlmer, heeft zij geen affiniteit met onbenullige kritiek op het modernisme. Integendeel, zij stelt dat de vakwereld eigenlijk zonder slag of stoot de grote traditie van de modernistische woningbouw heeft uitgeleverd aan speculanten en huisjesmelkers. De recensent van NRC-Handelsblad komt door haar betoog tot het inzicht dat veel nieuwe woongebouwen in Amsterdam niets anders zijn dan ouderwetse huurkazernes. Het woord woningen is misleidend, het zijn hotelkamers aan een donkere middengang, erger kan het niet, maar de architectuur is verzorgd of zelfs spectaculair, zie het Sluishuis.


Hellerhof Siedlung, Frankfurt (Mart Stam, 1929-1931) (foto Wikipedia)
Hellerhof Siedlung, Frankfurt (Mart Stam, 1929-1931) (foto Wikipedia)

Haakma Wagenaar wijst op het verband tussen grondprijs en woningplattegrond. Dat inzicht is natuurlijk niet nieuw, elke architect wist destijds hoe de Berlijnse huurkazernes tot stand waren gekomen. De moderne stedenbouw is eigenlijk voortgekomen uit het streven om die ellende in de toekomst te voorkomen. De basis was al gelegd door mensen als Werner Hegemann, toen een jongere generatie in de jaren '20 het idee van de strokenbouw introduceerde. Haakma Wagenaar noemt Ben Merkelbach, die zijn leven lang heeft gestreden voor een betere woning, zij had ook Van Tijen kunnen noemen, of natuurlijk Van Eesteren. Alles kwam samen in het revolutionaire architectuurtijdschrift De 8 en Opbouw, dat gedurende de jaren '30 een radicaal alternatief bood voor het geborneerde en dichtgetimmerde Bouwkundig Weekblad. Ook toen waren kritische architecten met een kaarsje te zoeken, de Amsterdamse School ontwierp schaamteloos schortjesarchitectuur voor de standaard slechte woningplattegronden van bouwspeculanten. Ik heb nog eens gekeken naar de plattegrond van de befaamde minimumwoning die Mart Stam heeft ontworpen voor de wijk Hellerhof in Frankfurt (1929-1931). Dat is een riante tweekamerwoning vergeleken bij het minimum dat nu in Amsterdam wordt gebouwd. De poging om in Amsterdam gedurende de jaren '30 iets te bouwen dat vergelijkbaar was met Hellerhof, het uitbreidingsplan Bosch en Lommer, leed schipbreuk door onwil in Den Haag om de woningbouw te verbeteren. De gemeente Amsterdam wilde de woningen breder en minder diep maken, maar die plattegrond werd beschouwd als misplaatste luxe in crisistijd.

Amsterdam is anno 2023 volkshuisvestelijk en stedenbouwkundig failliet. Ik vond ook de plattegronden van de grotere woningen pover. Veel duurder dan de naoorlogse portieketagewoningen die zo nodig gesloopt moesten worden, maar zeker niet beter, of zelfs slechter. Ben Merkelbach zou zich ook ergeren aan de architectonische verzorging. Net als Mart Stam had hij weinig geduld met architecten die verzorgde architectuur maken, maar toch slechte woningen bouwen. ’Een leerschool van den leugen’, zo formuleerde Van Eesteren het.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 312, december 2023)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.