Een Hollandse Tempel van Salomo

In de Oude Kerk staat een ongeveer vijf meter hoge houten maquette van een imposante koepelkerk. Onlangs verscheen een boek over deze maquette, waaruit blijkt dat deze nooit gebouwde kerk van groot belang is voor de Amsterdamse architectuurgeschiedenis.

Het boek is geschreven door architectuurhistoricus Thomas von der Dunk, die onderzoek heeft gedaan in het Stadsarchief en ook een interessant handschrift van Nicolaas Listingh (1630- 1705), kerkmeester van de Oude Kerk, heeft getranscribeerd. De tekst is als bijlage achterin het boek opgenomen. Het is een juweeltje van een boek geworden, dat ik ondanks drukke werkzaamheden niet kon laten liggen en in één ruk heb uitgelezen. Het boek bestaat uit 38 pagina's tekst, daarna komen 19 pagina's met noten, 12 pagina's met bijlagen, drie pagina's voor het register en tenslotte 32 pagina's met in totaal 42 afbeeldingen, waarvan 12 uit de publicatie van Listingh: prachtige ontwerptekeningen, plattegronden, doorsneden, etc. Daarnaast enkele foto's van vergelijkbare koepelkerken in binnen- en buitenland.

Nicolaas Listingh heeft aan het einde van de 17de eeuw een grote maquette laten bouwen van een kerk die op de Botermarkt, het huidige Rembrandtplein, moest verrijzen. De maquette heeft een doorsnede van bijna drie, en een hoogte van ongeveer vijf meter. Op grond van de geschatte schaal van het model - 1 op 18 - zou de kerk bij een doorsnede van 52 m zo'n 90 m hoog zijn geworden. Daarmee zou het op afstand de meest imposante koepelkerk van de Republiek zijn. De Ronde Lutherse Kerk op het Singel, gebouwd in 1668-1671, is 48 m hoog, de Marekerk in Leiden, die goed te vergelijken is met de koepelkerk van Listingh, reikt tot 55 m. Als de kerk was gebouwd, zou deze de belangrijkste kerk van Amsterdam zijn geworden, Von der Dunk spreekt van de protestantse equivalent van de katholieke Santa Maria della Salute in Venetië of de lutherse Frauenkirche in Dresden.

Wat bewoog Listingh tot dit megalomane project? En waarom is het niet doorgegaan? Het boek laat ons daarover toch enigszins in het ongewisse. Von der Dunk maakt duidelijk dat Nicolaas Listingh geen deel uitmaakte van de bouwkundige vakwereld en beschouwd werd als een dilettant, misschien zelfs als een querulant. De burgemeesters van de stad hadden in de Vierde uitleg een marginale plaats toegekend aan kerkpleinen en waren, zo laat Von der Dunk zien, niet in zijn plannen geïnteresseerd. Zij waren ook niet bereid veel geld uit te geven aan indrukwekkende kerkgebouwen. Op het Amstelveld verrees in 1668 een houten schuur als noodkerk. Van de vier geplande kerken langs de Kerkstraat tot aan de Oostelijke Eilanden, werd alleen de Oosterkerk in 1669 in steen gebouwd. De Amstelkerk is altijd een houten schuur gebleven. De koepelkerk van Listingh op het Rembrandtplein zou de drie niet-gerealiseerde kerken van de Vierde uitleg moeten vervangen, dichterbij de oude stad en dus centraler gelegen.

Nieuwekerkstoren

Mijns inziens wordt er in het boek te weinig een relatie gelegd met de Calvinistische factie in het stadsbestuur, waarmee Listingh via zijn huwelijk met Geertruyt Spiegel was verbonden. Zij was de dochter van oud-burgemeester Hendrik Dircksz Spiegel (1598-1667), die volgens Elias 'de ziel was van de Calvinistische partij'. Wat dat betreft is er een relatie met dat andere grote Calvinistische project, de Nieuwekerkstoren, die weliswaar in 1647 van de grond was gekomen, maar die evenmin werd gerealiseerd. (1) De libertijnse stadsbestuurders zaten niet te wachten op dergelijke megalomane projecten. Dat was eind zeventiende eeuw, toen de gematigde Joan Corver (1628-1716) vrijwel onafgebroken burgemeester was, niet anders. Wat de Nieuwekerkstoren voor Cornelis de Graeff was, was de Koepelkerk voor Joan Corver: overbodige megalomanie van de calvinisten waar de stad geen cent voor over had. Von der Dunk laat hier zijn licht niet over schijnen, omdat de bronnen hier niets over vermelden. Hij beperkt zich tot de feiten: de autoriteiten hadden simpelweg geen belangstelling.

Wat van het hele project rest is een boek met prenten en dus de enorme houten maquette. Die is op zichzelf uniek genoeg. Het model kan zich in kwaliteit en prestige meten met modellen van andere projecten in het Europa van de zestiende tot en met de achttiende eeuw. De maquette is een representatiemodel: hiermee hoopte Listingh de autoriteiten, die de bouw van de kerk moes- ten betalen, te overtuigen van de schoonheid van zijn ontwerp. Von der Dunk heeft helemaal uitgezocht wat Listinghs inspiratiebronnen waren. Dat is in eerste instantie de Marekerk van Arent van 's-Gravesande in Leiden uit 1639-1649 en via die kerk ook de spectaculaire Santa Maria della Salute van Baldassare Longhena in Venetië uit 1631-1687. Wat Listingh zelf rechtstreeks aan de Venetiaanse kerk heeft ontleend, zijn de uitzwenkende steunberen waarvan er steeds twee vork-achtig zijn gepaard. Von der Dunk ziet deze steunberen als bewijs dat Listingh de reconstructie van de Tempel van Salomo in Jeruzalem van Juan Bautista Villalpando in gedachten had, waarvan de Amsterdamse rabbijn Leon een model bezat. Kenmerkend aan dit model zijn de uitzwenkende steunberen die veel protestantse kerken in Amsterdam en in de Republiek hebben (Oosterkerk, Marekerk). Maar volgens Von der Dunk verwijst ook de keuze voor een koepelkerk op zich naar de Tempel van Salomo, aangezien men vanaf de middeleeuwen dacht dat de Rotskoepel op de Tempelberg in Jeruzalem de Tempel van Salomo was. Zo bezien is de Botermarktkerk een Hollandse Tempel van Salomo. Als deze was gebouwd, zou de kerk de Nederlandse protestantse equivalent van de Sint-Pieter in Rome zijn geworden, concludeert Von der Dunk.

Het boek eindigt met een aardige overdenking over hoe het Rembrandtplein eruit zou zien als deze reusachtige kerk daar was gebouwd. Zou het dan nu ook een horecaplein zijn? Of zou de toeristische trekpleister van de eerste orde - vergelijkbaar met de iconen van de Gouden Eeuw, het stadhuis op de Dam en de Westerkerk - hier een heel andere sfeer hebben gebracht? We zullen het nooit weten. Dankzij Von der Dunk weten we wel veel meer over de prachtige houten maquette in de Oude Kerk. Die kan dus nooit meer naar het depot en is nu net zo belangrijk als alle andere kunstschatten in deze kerk. (2)

Walther Schoonenberg

Thomas H. von der Dunk, Een Hollandse Tempel van Salomo. De maquette van de nooit gebouwde koepelkerk in Amsterdam, Zutphen (Walberg Pers) 2020. Prijs: € 14,99

Voetnoten:
(1) Zie: Walther Schoonenberg, De Nieuwekerkstoren. De toren van de Gouden Eeuw in: Binnenstad 285 (jan./febr. 2018). Boekbespreking van: Gabri van Tussenbroek, De toren van de Gouden Eeuw, Amsterdam 2017.
(2) In maart 2016 was er in enige ophef in de VVAB over een bericht dat de maquette, gemaakt eind 17de eeuw in opdracht van kerkmeester Nicolaas Listingh, uit de Oude Kerk zou worden verwijderd, omdat hiervoor geen plaats meer zou zijn - een restaurator was gevraagd een offerte op te stellen voor demontage en opslag. Door de ophef ging de verplaatsing van de maquette naar een depot niet door.

(Uit: Binnenstad 299, jul./sept. 2020)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.