Een vergeten gedenkteken voor Willem Anthonie Froger

Het Flevopark biedt een verrassende ontdekking in de maritieme geschiedenis van de hoofdstad. De omgeving waar dit park in 1928 werd aangelegd vormde destijds het oostelijk einde van de stad, aan de nog open Zuiderzee tussen de Joodse begraafplaats en het Nieuwe Diep. De bijna natuurlijk aandoende aanleg is te danken aan Jac. P. Thijsse; als kenner van dit gebied had hij in 1908 gepleit voor de aanleg van een park voor de (tweede fase van de) Indische Buurt.
Het gedenkteken voor Willem Froger in het Flevopark (foto: Wim Ruigrok)
Het gedenkteken voor Willem Froger in het Flevopark (foto: Wim Ruigrok)

De hoofdingang aan de verlengde Javastraat kreeg in 1938 een monumentale entree: de in 1898 afgebroken Hameipoort van de Muiderpoort werd gereconstrueerd uit brokstukken, die waren opgeslagen in de tuin van het Tropeninstituut. Nu loopt het in Amsterdam niet altijd goed af met opgeslagen monumenten, denk aan de Nieuwezijds Kapel, het Huydecoperhuis aan het Singel en de gevelfragmenten van Gosschalk aan de Amstelstraat en hotel Suisse aan de Kalverstraat. Opslag was ook het lot van het nu tussen de brandnetels van het Flevopark verdwaalde gedenkteken voor Willem Anthonie Froger (1812-1883), een herinnering aan het 75-jarig bestaan van het Noordzeekanaal.

In november 1876 had koning Willem III aan boord van de stoomboot 'Stad Breda' de openingsceremonie van dit kanaal verricht, terwijl buitengaats de kanonneerboot 'Schorpioen' 101 saluutschoten gaf. Amsterdam bood een banket aan in het Paleis voor Volksvlijt: het menu vermeldt de 'Ossehaas van de landengte van Holland'. In 1951 werd dit 75-jarig jubileum in Velsen luisterrijk gevierd, ditmaal zonder banket in Amsterdam. Wel stelde het college van B&W de gemeenteraad voor om de grote betekenis van Froger voor de haven levend te houden - in het jaar van de opening van het Amsterdam-Rijnkanaal niet zonder actualiteit. De naar hem genoemde weg langs zijkanaal F was niet genoeg. 'Het monument ware eenvoudig te houden en zou kunnen bestaan uit een pyloon, opgetrokken uit natuurstenen blokken, waarop de bronzenplaat is bevestigd met de tekst: 'Ter nagedachtenis aan Willem Anthonie Froger - 1812-1883 - die Amsterdam de weg naar de zee wees'. Het gedenkteken zou bekostigd worden uit de post Onvoorziene Uitgaven in de begroting voor 1952 met fl. 8000. Aldus geschiedde en het gedenkteken kreeg een plaats aan de Nieuwe Hemweg bij de kop van de Spaarndammerdijk, echter zonder bronzen plaat, de tekst is in steen gehakt. 'De bijna versleten inscriptie op het natuurstenen monumentje maakt alsnog een gebaar in de richting van de man, die Amsterdam een nieuwe weg naar de zee wees', zoals Ida Jager schreef.

Het Calandmonument aan de Veerkade in Rotterdam (Wikipedia, portaal Kunst en Cultuur)

De raad was akkoord. Het raadslid R.Th.J. le Cavelier, fractievoorzitter van de VVD, releveerde eerdere plannen voor het kanaal, zoals van Jan Pieterszn Dou, circa 1634, van Christiaan Brunings uit 1772 en de 'met grof potlood getrokken streep' van koning Willem I - daarmee refererend aan een uitspraak van J.R. Thorbecke uit 1863. Ook de bekende schrijver en jurist Jacob van Lennep en notaris J.G. Jäger hadden zich actief betoond in het jarenlange proces van planvorming. De plannen uit de periode tussen 1848 en 1852 van Froger, officier der genie, architect en inspecteur van Publieke Werken (1852-1856), resulteerden in 1853 in een rapport, dat, hoewel terzijde gelegd, zijn naam had gevestigd als grondlegger van het Noordzeekanaal. Zonder twijfel zal het monument plechtig zijn onthuld; berichten ontbreken echter, zelfs in de kroniek van het Genootschap Amstelodamum.
Het was een monument op een koopje, dat schril afsteekt tegen dat in Rotterdam. Daar werd in 1907 een indrukwekkend monument met fontein opgericht voor Pieter Caland (1826-1902). Het was een geschenk van de burgerij voor de grondlegger van de Nieuwe Waterweg en was ontworpen door H.J. Evers en A.W.M. Odé. Sinds 1939 staat dit sieraad aan de Veerkade.

Gedenkteken voor W.A. Froger aan de Oostelijke Handelskade met het vertrekkende cruiseschip M.S. Galaxy, 25 november 1996 (foto: Freerk de Vos, coll. SAA)
J.A. Rust, Noordzeekanaal, 1876-1883 (uitg. Buffa en zonen)

Op de beeldbank van het Stadsarchief is Frogers gedenkteken in 1996 te zien op de kop van de Oostelijke Handelskade, de desolate vlakte die resteerde na de afbraak van het KNMI - gebouw met de drie torentjes. Bericht, noch besluitvorming is overgeleverd. De bouw van het Nieuwe Muziekgebouw in 2003 heeft het gedenkteken verbannen naar de destijds bestaande stadsdeelwerf in het Flevopark. Na opheffing van de werf is naar verluidt het gedenkteken door respectvolle handen overeind gezet op de huidige plaats, een verhoging bij de toegang aan de achterzijde bij de Valentijnkade.

Noordzeekanaal

'Door het Noordzeekanaal is Amsterdam herboren tot nieuw leven', schreef M.G. de Boer in zijn standaardwerk over de Amsterdamse haven, Het kanaal als het kantelpunt in betekenis van Amsterdam als handelsstad. In terugblik vat de kanaalgeschiedenis als het ware kaleidoscopisch de besluitvorming samen als een voortdurend compromis van - en de niet-aflatende tegenstellingen tussen - het College van B&W, de gemeenteraad, de Dienst Publieke Werken, de Kamer van Koophandel en de burgerij. Al spoedig na de voltooiing in 1876 deed zich de noodzaak voelen tot verbreding, verdieping, het vervangen van de Velser- en van de Hembrug. In 1899 luidden de klokken van de Westertoren nadat minister Cornelis Lely zijn wetsontwerp voor de kanaalverbetering door de Tweede Kamer had geloodst. Of die klokken ook zullen luiden bij de toekomstige opening van de nieuwe IJmuidersluis is de vraag. De aandacht van de stad richt zich op de bouw van nieuwe wijken langs de noordoever, de Houthaven en 'Haven Stad'. Voor de modale Amsterdammer is het begrip 'haven' gereduceerd tot een vijfjaarlijkse Sail-manifestatie. Aan de binnenstad resteren 'plaatsen van herinnering', die ons door de 'historische sensatie' - een door J. Huizinga gehanteerd begrip - in contact brengen met het verleden. Het Oosterdok is zo'n plaats, bij het Scheepvaarthuis en het monument voor Prins Hendrik de Zeevaarder. En het monument voor Willem Anthonie Froger dat een betere plaats verdient dan in het Flevopark. Bijvoorbeeld op een andere 'plaats van herinnering' aan de kop van de Oostelijke Handelskade.

Guido Hoogewoud

Literatuur:
- Gemeenteblad 1995, I, 475 no. 336, II, 390.
- Website Vereniging Vrienden van het Flevopark: www.vriendenvanhetflevopark.nl.

- Website Het Geheugen van Oost: www.geheugenvanoost.amsterdam
- M.G. de Boer, De haven van Amsterdam en haar verbinding met de zee, Amsterdam 1926.

- J. Tollebeek, T. Verschaffel, De vreugden van Houssaye, apologie van de historische interesse, Amsterdam 1992.

(Uit: Binnenstad 299, jul./sept. 2020)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.