Het Holocaust Monument

De rechter heeft besloten dat het Holocaust Monument aan de Weesperstraat gebouwd mag worden. De bezwaren van de omwonenden leken mij bepaald niet onredelijk, maar ook niet werkelijk overtuigend.
De voormalige bebouwing op de Weesperstraat – ter plaatse van het Weesperplantsoen – die eind jaren vijftig is gesloopt ten behoeve van de aanleg van een vierbaans-autoweg (foto Stadsarchief Amsterdam)

Het postzegelplantsoentje aan de Weesperstraat is inderdaad te klein, er worden veel bomen omgezaagd en het is niet uitgesloten dat een groeiend aantal bezoekers in de toekomst problemen gaat geven. Het gemeentebestuur heeft van begin af aan achter de feiten aangelopen met als gevolg dat er tenslotte een typisch Amsterdamse noodoplossing gepresenteerd moest worden. Dat is niet verheffend. Een groot deel van de Joodse bevolking is vermoord tijdens de oorlog, maar zelfs vele decennia later wist het stadhuis zich nog steeds geen raad met een monument voor de verdwenen bevolking van de Jodenbuurt.

Die toch wel tamelijk verbijsterende onbenulligheid past in een patroon. Joodse eigenaren van vastgoed kregen na de oorlog een boete van het Grondbedrijf omdat ze de erfpacht niet betaald hadden gedurende hun verblijf in Duitse vernietigingskampen. Dat was misschien een ondoordachte administratieve handeling, maar de hardhandige wijze waarop de sanering van de verlaten Jodenbuurt na de oorlog werd doorgezet kan met de beste wil van de wereld niet vergoelijkt worden met een beschuldigende vinger naar overijverige ambtenaren. Het waren bestemmingsplannen, die goedgekeurd werden door de gemeenteraad. De burgemeester zat erbij, de wethouder, raadsleden, allemaal keurige mensen, maar niemand gaf een kik terwijl de laatste herinneringen aan het Joodse leven in Amsterdam van de kaart werden geveegd.

Ook dat paste in een patroon. De vernietiging van de oude Jodenbuurt was al voor de Eerste Wereldoorlog begonnen. Het zou niet netjes zijn om te suggereren dat antisemitische sentimenten daarbij een rol speelden, het fanatisme van de socialistische krotopruimers zou ook in de christelijke Jordaan grote schade aanrichten, maar een bepaalde vorm van blinde vernielzucht is onmiskenbaar. In het stadhuis werd de Jodenbuurt beschouwd als een rotte plek in de stad. Het begon in 1910 met een saneringsplan voor Uilenburg. Daarbij werden 700 huizen gesloopt, allemaal huizen die nu op de Rijksmonumentenlijst zouden staan. De Batavierstraat verdween geheel uit het Amsterdamse stratenplan. Aan het eind van de jaren twintig werd de Valkenburgerstraat vernield voor een verkeersdoorbraak naar de Prins Hendrikkade. Daarbij sneuvelden ook de Foeliestraat en de Foeliedwarsstraat.

Op 25 juli 1946 verscheen het ‘Basisplan vernieuwing voormalige Jodenbuurt’ in het Gemeenteblad. Het bijbehorende kaartje liet zien wat de bedoeling was. De Jodenhouttuinen verdwenen van de kaart, de Jodenbreestraat werd een boulevard, net als de Muiderstraat. Een groot deel van de bebouwing op Vlooienburg moest plaats maken voor een groot ‘openbaar gebouw’. In 1953 volgde het ‘Wederopbouwplan Weesperstraat’, ook dat was een verkeersdoorbraak, alle bebouwing moest wijken voor kantoorgebouwen. De term wederopbouwplan was een juridische formule die het makkelijk maakte om te onteigenen. Daarmee werd het lot van de oude Jodenbuurt bezegeld. Tegelijkertijd besloot de gemeenteraad om de IJ-tunnel te bouwen. Zo creëerde men een doorgaande route voor Duitse toeristen naar Texel. Die hadden geen idee waar ze waren, heeft een Duitse mevrouw mij verteld, en reden vrolijk gestemd langs het plantsoentje in de Weesperstraat waar nu het Holocaust Monument gaat verrijzen.

De voormalige bebouwing op de Nieuwe Keizersgracht hoek Weesperstraat – ter plaatse van het Weesperplantsoen – die eind jaren vijftig is gesloopt ten behoeve van de aanleg van de Weesperstraat (foto Stadsarchief Amsterdam)

Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft willens en wetens de oude Jodenbuurt vernield. In 1946 werd in de raad gestemd over een plan voor de ‘voormalige Jodenbuurt’. Misschien begrepen de betrokkenen toen niet wat ze deden, maar achteraf is het beschamend. Zelfs het plantsoentje dat moet wijken voor het monument was, om een term van Armando te gebruiken, een schuldig plantsoentje. Misschien is de locatie juist daarom wel passend. De ravage die is aangericht kan niet meer hersteld worden, maar in elk geval worden de bewoners van de ‘voormalige Jodenbuurt’ nu gememoriseerd. Het is op loopafstand van het stadhuis, zodat ambtenaren dagelijks naar al die namen kunnen gaan kijken terwijl zij hun broodje pastrami naar binnen werken. Om ook nog eens goed na te denken over de vraag wat integriteit eigenlijk is.

Tot slot moet misschien nog iets gezegd worden over het ontwerp van Daniel Libeskind, dat is gemaakt in opdracht van het Auschwitz Comité. De keuze voor Libeskind is wel begrijpelijk, gezien het Joods Museum in Berlijn. Het is een soort labyrint van twee meter hoge bakstenen muren met de namen van alle Nederlandse Holocaustslachtoffers, op elke baksteen een naam, 102.000 namen. Op die muren liggen vier enorme Hebreeuwse letters van gepolijst roestvrij staal die ‘in herinnering aan’ betekenen. Het Hebreeuws is natuurlijk wat wonderlijk omdat veel Amsterdamse Joden en Nederlandse zigeuners die taal niet machtig waren. Op monumenten staan wel vaker namen, maar de gedachte aan de Black Wall in Washington dringt zich op. Het Vietnam Veterans Memorial uit 1982 met bijna 60.000 namen geëtst in twee muren van zwart graniet. Daar was destijds veel heibel over in Amerika, men vond het niet heroïsch genoeg, te abstract. Na voltooiing was er gedoe over de namen, een enkeling bleek nog te leven, anderen waren nooit in Vietnam geweest, spelfouten. Maar uiteindelijk werd de Black Wall een groot succes, er komen drie miljoen bezoekers per jaar. In Amsterdam zal ongetwijfeld ook controverse ontstaan over een aantal namen, sowieso lijkt 102.000 mij een gevaarlijke vorm van precisie.

De ‘voormalige Jodenbuurt’ bestaat niet meer. De Weesperstraat is verdwenen, net als de Jodenbreestraat, de Jodenhouttuinen, Vlooienburg, Uilenburg, de Valkenburgerstraat en de Foeliestraat. De Foeliestraat bestaat officieel nog, het is een enorm gat met rafelranden in het stedelijk weefsel. Amsterdam had al een Holocaust Monument, maar het was niet zo bedoeld.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 293, mei/jun./jul. 2019)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.