Het reliëf van J.B. Xavery in het Huis Bartolotti (foto: Wim Ruigrok) |
Huis Bartolotti aan de Herengracht 170-172 werd rond 1735 grondig gemoderniseerd door de toenmalige eigenaren Nicolaes Cornelis Hasselaer (1703-1741) en Anna Divera Kick Pancras (1707-1769). Jacob de Wit (1695- 1754) werd ingeschakeld om ter decoratie van de voorkamer een zolderstuk (1735) en twee bovendeurstukken (1735) te schilderen. (3) Het plafondstuk stelt de lentegodinnen Proserpina en Flora voor. Op de twee aansluitende plafondstukken zijn de kardinale deugden Voorzichtigheid en Gerechtigheid afgebeeld. (4) De twee bovendeurstukken stellen de Visserij en de Jacht voor. Het marmeren schoorsteenstuk werd in hetzelfde jaar vervaardigd door Jan Baptist Xavery. (5) Lang heeft het echtpaar niet van het gerenoveerde huis kunnen genieten. Op 24 januari 1736, betrapte Cornelis Hasselaer zijn echtgenote namelijk met de huisknecht, waarna hun huwelijk op 22 april werd ontbonden. De overspelige vrouw werd opgenomen in een 'verbeterhuijs'. Cornelis Hasselaer verbleef nog twee jaar alleen in het grote huis, waarna hij een publieke functie aanvaardde in Zeeland. Hij overleed op 7 oktober 1741 in Middelburg en werd in Amsterdam begraven. (6) Zijn zoon Gerard Hasselaar (1728- 1781) had geen belangstelling voor het huis en verkocht het pand, terwijl hij voor zichzelf een ander huis in de bocht van de Herengracht kocht. (7)
Het marmeren reliëf is linksonder voorzien van de volgende signatuur en datering: J:B: Xavery F 1735. Het schoorsteenstuk stelt 'Paulus op Malta' voor. (8) Paulus heeft verschillende zendingsreizen gemaakt. Toen deze apostel terecht moest staan in Rome, leed hij met andere gevangenen schipbreuk en strandde op Malta. Vanwege de kou werd een vuur gestookt van sprokkelhout. Door de hitte kwam er een giftige slang uit die in zijn hand beet. Paulus schudde het dier van zich af in het vuur en bleef ongedeerd. De eilandbewoners beschouwden dit als een teken dat hij goddelijke gaven had. Daarna genas hij de vader van Publius, de bestuurder van het eiland. Door deze gebeurtenis kwamen ook alle andere zieken op het eiland naar hem toe om door hem te worden genezen. Daarna werd de zeereis naar Rome vervolgd. (9)
Het reliëf van J.B. Xavery in het Huis Bartolotti (foto: Arjan Bronkhorst) |
Op het reliëf laat Paulus een slang in het vuur vallen. Naast hem zit een Romeinse bewaker die een bijl vasthoudt. Links van Paulus staan twee mannen. De ene man draagt sprokkelhout en de andere man heeft zijn handen opgeheven. Links op het reliëf zijn een boomstronk, bloemen en gebladerte afgebeeld, terwijl de voorgrond uit rotsen bestaat. Op de achtergrond is de mast van een schip zichtbaar. De blik van de toeschouwer wordt echter getrokken naar de hulpbehoevende mensen op de voorgrond en het Goddelijke vuur dat hen verwarmt. Dit deel van het beeldhouwwerk bevat letterlijk het meeste reliëf, waardoor licht- en schaduweffecten ontstaan die dieptewerking suggereren. De andere delen van het reliëf zijn letterlijk wat 'vlakker' gebeeldhouwd. De mantels van de gebeeldhouwde guren zijn vrij sober uitgevoerd en hebben geen overdadige plooival. Het Goddelijke vuur dat Paulus en zijn metgezellen verwarmt heeft een logisch verband met de haardvuurfunctie van de schouw.
De spiegel of het schilderstuk dat de schouw vermoedelijk heeft gecompleteerd is verdwenen. (10) De vorm van de schoorsteenboezem waartegen Xavery's schoorsteenstuk was geplaatst is dus niet bekend. Het is aannemelijk dat het reliëf een oorspronkelijk interieurstuk is, maar hard bewijs hiervoor ontbreekt. (11) Op de oudste interieurfoto's van het huis, die op het einde van de negentiende eeuw zijn gemaakt, is het reliëf reeds afgebeeld. In 1910 ging het reliëf, net als Paulus, 'op reis' en 'strandde' in het landhuis van de familie Van Dorp in Naarden. (12) Eind jaren zestig werd Huis Bartolotti onder leiding van architect Verheus gerestaureerd. Tijdens deze renovatie is het reliëf van Xavery weer teruggekeerd naar Amsterdam. Het stuk staat sinds 1970 weer op de grijsgroene marmeren schoorsteenmantel. De mahonie boezem van de schoorsteen dateert van 1910. De schilderstukken van Jacob de Wit werden in 1969 gerestaureerd, evenals de wandschilderingen van De Moucheron, die in 1873 waren geplaatst. In 1924 werd Vereniging Hendrick de Keyser eigenaar van het pand nummer 170. Het pand met nummer 172 werd in 1971 overgedragen aan deze vereniging.
Het reliëf van J.B. Xavery in het Huis Bartolotti (foto: Arjan Bronkhorst) |
Xavery's reliëf in het Huis Bartolotti roept verschillende intrigerende vragen op. De eerste vraag is of de familie Hasselaer aan Xavery een concrete opdracht heeft verleend. Hoewel harde bewijzen ontbreken, zijn er verschillende argumenten die deze mogelijkheid ondersteunen. Het eerste argument is dat Jacob de Wit in 1735 het zolderstuk en bovendeurstukken heeft vervaardigd. In dat jaar werd dus in ieder geval de voorkamer van het huis gemo- derniseerd. De schouw vervulde als warmtebron destijds het decoratieve hoogtepunt in dergelijke representatieve vertrekken. (13) De pronkkamer moet dus zijn voorzien van een schouw. Xavery's reliëf werd in hetzelfde jaar vervaardigd als de schilderstukken van Jacob de Wit. Het 'vuur' is een prominent thema in het vertrek en verbindt het Bijbelse thema van Xavery's reliëf met de geschilderde mythologische thema's, waarbij een warm welkom en nieuwe levenscycli centraal stonden. (14) Het tweede argument is dat Jacob de Wit en Jan Baptist Xavery bevriend waren. Door bemiddeling van Xavery verwierf De Wit in Den Haag opdrachten voor de prins van Oranje, onder meer voor Huis ten Bosch. (15) Vanuit dat oogpunt kan De Wit zijn bevriende collega als wederdienst bij Amsterdamse opdrachtgevers hebben geïntroduceerd.
Tot op heden zijn slechts twee andere marmeren reliëfs van Xavery met Bijbelse thema's bekend, namelijk twee waterbakken met reliefs (1728) in de Oudkatholieke kerk van Den Haag. (16) Dit betreft echter een kerkinterieur. Andere marmeren reliëfs van zijn hand bevatten mythologische voorstellingen en hebben gefungeerd als schoorsteenstuk of bovendeurstuk. Deze interieurstukken zijn grotendeels als 'ontheemde' objecten in musea of depots beland. (17) Het bijzondere aan het Amsterdamse reliëf is dat dit beeldhouwwerk nog steeds fungeert als interieurstuk.
Dennis de Kool
Met dank aan Niek Smit van Vereniging Hendrick de Keyser voor zijn opmerkingen bij het concept.
Voetnoten:
1. D. de Kool, 'Jan Baptist Xavery
(1697-1742): een veelzijdige
tuinkunstenaar' in:
Bulletin KNOB, jrg. 110
(2011), nr. 2, p. 59-67.
2. F. Scholten, 'Het portret
van Don Luis da Cunha
door Jan Baptist Xavery
(1737)' in: Bulletin van het
Rijksmuseum, jrg. 42 (1994),
nr. 2, p. 116.
3. A. Staring, Jacob de Wit 1695-1754, Amsterdam 1958,
p. 89; R. Meischke e.a., Huizen
in Nederland: Amsterdam,
Zwolle/Amsterdam 1995,
p.253.
4. Proserpina, de dochter van
de graangodin Ceres, werd
geroofd door Pluto toen ze
met haar metgezellinnen
bloemen plukte in een wei.
Nadien keerde ze iedere
lente voor drie maanden terug
naar de aarde. Flora is
de godin van de bloemen.
In allegorieën van de vier
jaargetijden wordt de lente
gepersonificeerd door Flora.
5. Dit werk is geen houten reliëf
zoals in de literatuur wel
wordt beweerd(M.D. Ozinga,
'Jan Baptist Xavery als
decoratief-architectonisch
ontwerper' in: H. Miedema
e.a., Miscellanea I.Q. van Regteren
Altena 16 V 1969, Amsterdam
1969, p. 169).
6. Deze gegevens zijn ontleend
aan: G. Leonhardt,
Het huis Bartolotti en zijn bewoners,
Amsterdam 1979.
7. S.A.C. Dudok van Heel, 'Een
verbouwingscontract van het
Bartolottihuis aan de Herengracht
voor het echtpaar Hasselaar-
Kick in 1734' in: Amstelodamum,
jrg. 80 (1993), sept./okt.,
p. 106.
8. Het reliëf is 137 cm breed en 95 cm hoog.
9. Handelingen 28:1-6.
10. R. Meischke e.a., Huizen in Nederland: Amsterdam, Zwolle/Amsterdam
(1995), p. 253.
11. Vriendelijke mededeling van Niek Smit, Vereniging Hendrick de Keyser.
12. L.J. van der Klooster, 'Jan Baptist Xavery (1697-1742)' in: Nederlands Kunshistorisch Jaarboek
21 (1970), p. 111.
13. J. Pijzel-Dommisse, '1700-1750' in: C.W. Fock (red.), Het
Nederlandse interieur in beeld 1600-1900, Zwolle 2001, p. 187.
14. C.J.M. Bannenberg, Schouwen
en schouwreliëfs van Jan Baptist Xavery.
Een onderzoek naar het achttiende-eeuwse Hollandse schouwreliëf
in relatie tot de decoratieprogramma's van de oorspronkelijke ruimtes
en de Hollandse zeventiende en achttiende-eeuwse beeldtraditie (masterscriptie
Universiteit Utrecht,
2014), p. 53-55.
15. A. Staring, Jacob de Witt 1695-1754, Amsterdam 1958, p. 81.
16. Dit betreft voorstellingen van
het gesprek van Jezus met de Samaritaanse
vrouw bij de waterput en de doop van Jezus door
Johannes in de Jordaan. Bron:
J.H. Plantenga, 'Een achttiendeeeuwsche
schuilkerk te 's-Gravenhage' in: Oud-Holland, jrg. 45
(1928), nr. 1-6, p. 97-109.
17. F. Scholten, 'Gebeeldhouwde schouw' in: Bulletin Vereniging
Rembrandt, jrg. 5 (1995), nr. 3, p.15-18; D. de Kool, 'Jan Baptist
Xavery en zijn beeldhouwwerken in Leiden' in: Leids Jaarboekje 2016, p. 115-134.
(Uit: Binnenstad 285, januari/februari 2018)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.