Amsterdamse gevelstenen

D Ionge Kooperslager - Tuinstraat 88, tegenwoordig in de muur in de St-Luciënsteeg

Gevelsteen D IONGE KOOPERSLAGER, vóór en na restauratie

Op een openbare verkoop op 14 oktober 1765 koopt ene Hendrik Broens een huis in de Tuinstraat. De omschrijving luidt: “een huis, zijnde afgekeurd en nu ledig, maar voorheen verhuurd, met een achterhuis en erf, in de Tuinstraat n.z. tussen 1ste en 2de dwarsstraat, naast ‘de Wenteltrap’.” Kennelijk heeft Hendrik Broens het afgekeurde en leegstaande pand vernieuwd/verbouwd want in 1766 wordt het verpondingsbedrag – een soort onroerendgoedbelasting – opnieuw vastgesteld en verhoogd. Het huis in de Tuinstraat was een twee ramen brede, eenvoudige klokgevel met boven de puilijst een prachtige gevelsteen met onderschrift D IONGE KOOPERSLAGER, rococo-voluten aan de zijkanten en bekroond door een asymmetrische kuif.
Hendrik Broens was op 26 juni 1746 in Sloterdijk getrouwd met Gerardina Hunnik en kreeg vier dochters (Anna Margaretha geb. 1748, Anna Geertruy geb. 1749, Phillipina geb. 1751 en in 1756 Martha) en – eindelijk, zal hij wel gedacht hebben – een zoon, Johannes Bernardus, geboren op 3 mei 1761. Het beroep van Hendrik was koperslager en in de Lijst van Gildebroeders van het Smidsgilde waartoe de koperslagers behoorden, wordt hij dan ook genoemd. In de Opgave van de Gildebroeders, hun woonplaatsen, ambacht en betaalde jaarzangen wordt hij vermeld in de jaren 1779-1794, maar toen was hij kennelijk naar de Rozenstraat verhuisd.

De gevelsteen

Tuinstraat 88

Op de gevelsteen zien we de jonge koperslager in een grote (koperen) ketel staan – zijn hoofd steekt er net bovenuit – terwijl hij de klinknagels moet tegenhouden die door de volwassen koperslager met een grote hamer in de ketel geslagen worden. De ornamentering van de voluten in de late symmetrische Lod.XIV-stijl en de wat wildere asymmetrische kuif is kenmerkend voor de periode van 1750-1765, de overgang van de Lod. XIV- naar de rococo- of Lod. XV-stijl. De datum van de bouw van het huis, 1766, klopt dus prima met de stijl van de ornamenten; de beeldhouwer was goed op de hoogte.
Omdat we weten dat, toen in 1766 koperslager Hendrik Broens het pand in de Tuinstraat kocht en vernieuwde, zijn enige zoon Johannes Bernardus 4 jaar oud was, is het een leuke veronderstelling dat Hendrik de gevelsteen liet hakken in de hoop dat zijn zoon zijn opvolger in het koperslagersvak zou worden. Hetgeen ook gebeurd is: over de periode 1783-1794 betaalde hij in ieder geval het gildegeld aan het Smidsgilde.

Onno Boers
met dank aan Hans Brandenburg, ook voor zijn veronderstelling

(Uit: Binnenstad 257, maart/april 2013)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.