Apple-boor door het Hirschgebouw?

Op uitnodiging van de eigenaar van het Hirschgebouw hebben de Waakhonden van de VVAB op 3 februari 2011 een rondleiding gehad door het grotendeels gestripte pand, onder leiding van de verantwoordelijke architect, Christian Bouma van Studio C Architecten.

Niet alleen werd uitvoerig stilgestaan bij de geschiedenis van dit bijzondere rijksmonument (gebouwd tussen 1909 en 1912 naar het ontwerp van de architecten A. Jacot en J. Snuijff), vooral ook kregen de aanwezigen een toelichting op het verbouwingsplan van de parterre en de eerste verdieping ten behoeve van een Apple Store. Het monumentale exterieur ten spijt bood het interieur een weinig vreugdevolle aanblik. Na de sluiting als modepaleis en de verbouwing tot kantoren in 1977 en ’79 is het pand intern vreselijk toegetakeld. De plaats van de oude lichthof is nog aanwijsbaar, maar de fraaie monumentale trap met liften, alsmede de overkapping met glas-in-lood en de complete interieurafwerkingen zijn toen verwijderd. Slechts restanten van de oude stucafwerkingen op de plafonds zijn nog aanwezig in de vorm van afbladderende kooflijsten en gedecoreerde profielen. Het enorme glas-in-loodraam dat zich achter de oude hoofdtrap in de lichthof bevond blijkt nog wel aanwezig te zijn, zij het weggewerkt achter de huidige liften.
Wat de verbouwing van het interieur betreft: de lichthof keert op dezelfde plek terug, zij het lager en minder diep. Het grote pijnpunt is de doorbraak van de vloer bij de hoek met het Leidseplein – vier vloervelden en twee kolommen zullen daarvoor verdwijnen. Dit betekent een aantasting van de historische structuur van het pand, maar de aard van de bouwsubstantie vraagt naar onze mening een iets genuanceerder standpunt dan wij bij andere monumenten zouden innemen. Het betreft namelijk een in het werk gegoten betonnen vloer, waarbij de voorgestelde ingreep op het totale vloeroppervlak gering is. Hier dus geen ambachtelijk handwerk en bovendien een bouwconstructie die in bijvoorbeeld De Bijenkorf, Peek & Cloppenburg en – een later specimen – De Bazel ook voorkomt en dus allesbehalve zeldzaam is. De Welstandscommissie is echter van oordeel dat de te maken vide ‘in de ruimtelijke structuur niet acceptabel en als ingreep voor het gehele pand te klein [is], en als ingreep voor de beschikbare oppervlakte te groot’. Daar is dus enige discussie over mogelijk, want wie de nadruk legt op de eerste helft van deze uitspraak leest dat gemeten naar het totale vloeroppervlak in het pand de ingreep inderdaad zeer beperkt is. Het Stadsdeel legt het negatieve advies van de Welstandscommissie mede daarom naast zich neer, maar voert als hoofdreden aan dat de verbouwing een kwaliteitsimpuls zal betekenen voor het Leidseplein en deze hoek een levendige uitstraling zal geven. Of een vestiging van de zoveelste keten de uitstraling van het Leidseplein daadwerkelijk naar een hoger plan zal tillen valt nog te bezien, maar onze eerste indruk is in ieder geval positief.

David Mulder

(Uit: Binnenstad 247, augustus 2011)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.