![]() |
Het Roeterseilandcomplex van de UvA |
Het voormalig
Mathematisch Instituut en Sterrenkundig Instituut (Gebouw A) en de chemische
laboratoriumvleugel over de Nieuwe Achtergracht (Gebouw B/C) zijn onderdeel van het
nooit voltooide masterplan voor het Roeterseiland, vervaardigd door de afdeling
Stadsontwikkeling van Publieke Werken, waarvoor met name ir. G.S. Nassuth
verantwoordelijk was. Hoewel Amsterdam nooit is warmgelopen voor dit complex, is het
toch buitengewoon jammer dat het zal verdwijnen.
In een bespreking in het vaktijdschrift Bouw werd in 1965 de essentie van het toen
nieuwe complex samengevat: ‘het nieuwe silhouet, kenmerkend voor dit
wetenschappelijke centrum van de universiteit van Amsterdam, zal niet een in zichzelf
gekeerde, maar een essentiële eenheid met het stadslichaam moeten kunnen vormen’. Dat
is het, zoals de geschiedenis leert, niet geworden, maar in vrijwel gelijke bewoordingen
probeert men de huidige verbouwingsplannen te slijten: ‘het Roeterseiland wordt [...] een
stedelijke en gevarieerde universitaire locatie met een levendige openbare ruimte die
aansluit op de omgeving’. Daar is uiteraard niets op tegen, maar tegen de wijze waarop
men dat meent vorm te moeten geven wel. Gekozen wordt voor een modieus jasje om de
bestaande gebouwen. De presentatietekeningen die bij het ontwerp zijn geleverd doen het
ergste vrezen: een gevelbekleding in overwegend donkere tinten, waarvan de vormgeving
een hoog déja-vu gehalte heeft. Terwijl de bestaande gebouwen zijn opgetrokken in
overwegend lichte kleuren, die veelal op fraaie wijze opgaan in de vaak grijze luchten
boven Amsterdam, zal de voorgestelde donkere gevelbekleding er toe leiden dat de
gebouwen zich pregnanter dan thans in het stadssilhouet zullen manifesteren.
Voorts wordt voorgesteld de overbouwing over de Nieuwe Achtergracht gedeeltelijk te
slopen, met de bedoeling om ter plaatse een aantrekkelijker verblijfsklimaat te scheppen.
Deze overbouwing vormt thans een effectieve stedenbouwkundige afsluiting van de
Nieuwe Achtergracht. Daarmee doorbreekt deze op treffende wijze de monotonie die
samenhangt met de lengte van deze gracht, terwijl tegelijkertijd het in architectonisch en
stedenbouwkundig opzicht minder interessante oostelijke gedeelte van de Nieuwe
Achtergracht, vanuit de Roetersstraat gezien, aan het zicht wordt onttrokken. Een
dergelijke overbouwing van een gracht is in Amsterdam uniek. Dat de onderdoorgang
momenteel weinig aantrekkelijk is komt doordat het thans letterlijk een dode hoek is. De
op deze plaats geprojecteerde representatieve entree is een enorme verbetering, die een
positieve uitstraling zal hebben op de directe omgeving. De voorgestelde vergroting van
de onderdoorgang wordt daardoor feitelijk grotendeels overbodig. Een zeer beperkte
vergroting van de onderdoorgang kan zowel de leefbaarheid op straatniveau verbeteren
als de schaal en leesbaarheid van de architectuur intact houden.
De modernistische iconen uit de jaren zestig en zeventig zijn inmiddels vrijwel alle
geveld. Het is daarom bijzonder jammer dat nu een van de laatste grote, beeldbepalende
complexen uit dit tijdperk onherstelbaar zal worden aangetast. Bovendien is het
Roeterseilandcomplex, na de sloop van het Wibauthuis en het voormalige hoofdkantoor
van de Gemeentewaterleidingen, een van de laatste resterende hoofdwerken uit het
oeuvre van Gawronski. Hoewel niet geliefd, betekent de sloop van deze gebouwen in
architectuurhistorisch en cultuurhistorisch opzicht echter wel een gevoelig verlies.
David Mulder
(Uit: Binnenstad 241, augustus 2010)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.