Interview met Herman Pinkse

‘Het is gewoon een kwestie van alle plannen doorlopen’

Lang voordat de planoloog Herman Pinkse naar Amsterdam kwam, was hij al lid van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad. Sinds vijftien jaar wonen hij en zijn vrouw op de Bloemgracht en vanaf die tijd is Pinkse een actieve Amsterdammer. Eerst bij de Vereniging tot Behoud van de Jordaan en vanaf 1999 bij de werkgroep Waakhond. Na elf jaar heeft hij in januari van dit jaar afscheid van de werkgroep genomen. Een gesprek bij hem thuis over het belang van de werkgroep, over monumentenzorg, de Welstandscommissie en zijn gedrevenheid voor het behoud van de juiste maat en schaal van de binnenstad.

Hoe bent u bij de werkgroep Waakhonden terecht gekomen?
Dat was via de Vereniging tot Behoud van de Jordaan waar ik actief bij betrokken was. Binnen de VVAB bestond de werkgroep Waakhond al en de Vereniging tot Behoud van de Jordaan wilde ook zo iets. Ik ben toen een paar keer naar het voorlichtingscentrum in het stadhuis gegaan, om te kijken hoe de werkgroep het aanpakte. Eind 1998 heb ik me bij de toenmalige waakhonden Frans Amende, Jan Baxmeier en Ed Goldstein aangesloten. Dit driemanschap had de werkgroep in 1995 opgericht. Ik heb het altijd interessant gevonden om bouwplannen te bestuderen, want als planoloog en natuurlijk ook door mijn werk in de Haarlemmermeer en later bij de Provincie in Haarlem had ik altijd veel te maken met bouwen, bestemmingsplannen en met welstand.

Herenstraat 30-32: voorbeeld van door vorm en kleur detonerende nieuwbouw

Wat doet de werkgroep Waakhond allemaal?
Iedere week zit de werkgroep op het stadhuis en ligt er een grote stapel bouwaanvragen voor onze neus, gemiddeld zo’n dertig per week. En dan is het gewoon een kwestie van alle plannen doorlopen en ze grondig bestuderen. Dat is echt nodig, want de beschrijvingen zijn altijd zo summier dat je niet direct te weten komt wat er bedoeld wordt. Inmiddels hebben we natuurlijk ervaring opgebouwd, maar voor een gewone burger is het vaak moeilijk om een bouwaanvraag te lezen. Naast de kleinere aanvragen, zoals interne verbouwingen en dakkapellen, zitten er altijd bouwplannen bij die interessant zijn en waarover je met elkaar wilt overleggen. De laatste jaren is het wel makkelijker geworden omdat de Welstandsnota steeds gedetailleerder is geworden. Een heleboel aanvragen worden hierdoor automatisch tegengehouden. Ik vraag me wel eens af of al die regels, die voor de hele binnenstad gelden, altijd goed zijn. Een stad is een levend organisme, waar mensen ideeën krijgen en nieuwe mogelijkheden zien om iets te bouwen. Iedere vierkante meter is immers goud waard in Amsterdam. Zo vind ik het bijvoorbeeld absurd dat een nieuw legraam in de kap aan de voorzijde altijd en overal verboden is. De achterliggende gedachte is dat zoiets intensief gebruik van de zolders bevordert en dat kan schadelijk zijn voor monumenten. En het kan natuurlijk ook het uiterlijk van een monument aantasten. Maar een zo algemeen absoluut verbod vind ik buiten iedere werkelijkheid en niet van deze tijd. We praten toch op alle beleidsniveaus over ‘monumentenzorg in ontwikkeling’?

Afgekeurd historiserend bouwplan voor de voormalige Openbare Bibliotheek aan de Prinsengracht. Huidige gevel van de voormalige Openbare Bibliotheek aan de Prinsengracht.

Als blijkt dat er bouwplannen bij zijn die het belang van de binnenstad zouden kunnen schaden, dan gaan we altijd eerst ter plekke kijken voordat we tot het schrijven van een zienswijze overgaan. Op papier zie je nooit precies wat een plan inhoudt en wat de context is. Als je niet gezien hebt waar iets gebouwd gaat worden, dan kun je enorm de mist ingaan. Ook proberen we er achter te komen of de Welstandscommissie in een vooroverleg al iets over een bouwplan gezegd heeft. Vindt onze werkgroep dat we aanmerkingen moeten maken, dan sturen we een zienswijze. Mocht blijken dat er, als wij het afschrift van de vergunning krijgen, redelijk tegemoetgekomen is aan onze bezwaren, dan gaan we niet verder procederen. De Welstandscommissie adviseert trouwens voor zo’n 90 procent op dezelfde manier als onze vereniging. Willen we wel verder gaan en een bezwaarschrift indienen, dan is het een kwestie van afwegen hoeveel kans op succes er is. Onze ervaring is wel dat als de Welstandscommissie positief adviseert, bezwaarschriftindieners veel zwakker staan in een beroepsprocedure. Je moet dan wel met een tegenadvies van een deskundige komen.

Weet u hoeveel zienswijzen de werkgroep Waakhond de laatste twee jaar ingediend heeft en hoe vaak daardoor een bouwvergunning niet is verleend?
In totaal waren het 86 zienswijzen die de werkgroep namens de VVAB heeft ingediend. Het is echter moeilijk na te gaan in hoeveel gevallen onze zienswijzen ertoe hebben bijgedragen dat een bouwvergunning niet is verleend. Dat weten we niet en daarvoor is een heel simpele reden. In het overgrote deel van de gevallen lopen het oordeel van de Welstandscommissie en dat van de VVAB parallel. Hebben wij gescoord als de Welstandscommissie een eindoordeel geeft waarin wij ons kunnen vinden? Hoewel het zeker niet uitgesloten is dat onze visie het oordeel van de deze commissie heeft beïnvloed, is dat niet aan te tonen. Toch denk ik dat ons werk wel degelijk invloed heeft, maar op een indirecte manier. Via heel geleidelijke beïnvloeding van opvattingen in het ambtelijk apparaat, de Welstandscommissie en het bestuur en door het effect dat publiciteit rond onze activiteiten heeft op de bewustwording van Amsterdamse burgers. Tegelijk realiseer ik me dat de voortdurende wisselingen in de bezetting van die ambtelijke en bestuurlijke geledingen het effect weer gedeeltelijk teniet zal doen. Maar een mens moet optimistisch blijven.

Nieuwe Jonkerstraat 13-17: huidige toestand

Wat is de rol van het dagelijks bestuur van de deelraad als er zienswijzen zijn ingediend?
Het dagelijks bestuur (DB) van het stadsdeel Centrum moet de belangen tegen elkaar afwegen en vervolgens een gemotiveerde beslissing nemen. Meestal luidt de motivering dat de belangen van de aanvrager zwaarder wegen dan van diegene die bezwaar maakt. Dat is natuurlijk geen afdoende motivering; alles wat niet vanzelf spreekt moet beargumenteerd worden. Het DB zou hier meer aandacht aan moeten schenken en met argumenten moeten komen. Tot mijn grote vreugde is het DB recent onderuit gegaan en is de vergunning voor een bouwplan aan de Nieuwe Jonkerstraat ingetrokken, nadat de bezwaarschriftencommissie geconcludeerd had dat het plan in strijd was met het bestemmingsplan Nieuwmarkt, de motivering in het positieve advies van de Welstandscommissie daarom niet deugde en er geen behoorlijke afweging van belangen had plaatsgevonden (zie: Bouwvergunning Nieuwe Jonkerstraat 13-17 alsnog geweigerd in: Binnenstad 238).

Wanneer is een bouwplan wel of niet acceptabel?
Een werkgroep van de VVAB is wel eens bezig geweest om te kijken wat nu wel of geen aanvaardbare bouwplannen in de binnenstad zijn. Maar daar kom je zomaar niet een-twee-drie uit; om dat te generaliseren en te vertalen in algemene regels is lastig. In ieder geval moet een bouwplan in zijn context passen en de maat en schaal moeten kloppen. Daar moet goed naar gekeken worden en dat gebeurt veel te weinig, ook de Welstandscommissie doet dat niet consequent. Op het gebied van aanvullende stedenbouwkundige eisen en welstandseisen zou ook veel meer openheid moeten komen. Die eisen worden nu ambtelijk opgesteld, daarna in het DB vastgesteld en pas daarna worden ze openbaar gemaakt. Wat zou er nu meer voor de hand liggen dan, als het een groter bouwproject betreft, al in een vroeg stadium met bewoners en belangenorganisaties om de tafel te gaan zitten, zodat er gezamenlijk een visie wordt ontwikkeld. Dan heeft inspraak zin, niet wanneer standpunten al ambtelijk en bestuurlijk zijn vastgelegd. Op dat moment is het immers in Amsterdam – en vaak ook elders – buitengewoon moeilijk daar nog iets aan veranderd te krijgen.

Hoe adviseert het Bureau Monumenten & Archeologie bij bouwplannen?
Als het om monumenten gaat bekijkt het Bureau Monumenten & Archeologie ook de plannen. Meestal kunnen we wel varen op hun oordeel. Wel vraag ik me soms af wat er gebeurt bij de Welstandscommissie. Ik vind het niet zo’n gelukkige gedachte om deze twee commissies in elkaar te schuiven; de scherpte van het monumentenadvies lijdt er onder. Het Bureau Monumenten & Archeologie zou in iedere geval ook rechtstreeks advies moeten uitbrengen aan de portefeuillehouder Monumentenzorg. Dat geldt ook, en misschien nog wel meer, wanneer die persoon ook portefeuillehouder voor Bouwen en Wonen is. In zo’n situatie is monumentenzorg te weinig zichtbaar.

Heeft de werkgroep Waakhond nog versterking nodig?
Op dit moment zijn er vijf leden. Maar er kunnen zeker nog mensen bij, want er is altijd veel kennis nodig en een hoop werk te doen. Naast het bekijken van de bouwplannen, moeten er zienswijzen en soms bezwaarschriften opgesteld worden, beleidsmatige stukken gelezen worden, vragen van leden van de VVAB en vanuit de burgerij beantwoord worden en ga zo maar door. Eigenlijk zou de werkgroep ook veel eerder bij het proces betrokken moeten worden, want als je een bouwplan onder ogen krijgt, dan is het al bijna helemaal uitgewerkt. Als bekend wordt dat ergens iets ontwikkeld wordt, dan moet je daar de vinger achter zien te krijgen. De wijkcentra zouden daar ook een functie in kunnen hebben door meer systematisch informatie te verzamelen, want vaak weten zij al eerder dan wij dat er iets gaande is. Ook zou geprobeerd moeten worden in te spelen op het werk van de Welstandscommissie, omdat deze commissie vaak plannen in voorinformatie krijgt. Zo’n relatie is moeilijk tot stand te brengen, omdat de commissie als onafhankelijk instituut kien is op haar zelfstandigheid. Dat is natuurlijk goed, maar het betekent niet dat ze niet zouden kunnen luisteren naar andere deskundigen. Waar ik in ieder geval erg blij mee ben, is dat er op de website van de VVAB een overzichtelijke database is met alle brieven, zienswijzen, raadsadressen die vanaf 2000 geschreven zijn.

Heeft u nog een tip voor de lezers van Binnenstad?
Ja, zeer alert zijn als er bouwplannen gepubliceerd worden. Dit jaar wordt namelijk de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo) van kracht en dat betekent dat de termijnen voor het indienen van zienswijzen en bezwaren aanzienlijk worden verkort. Er zal als een bok op de haverkist gezeten moeten worden om niet buiten procedures te vallen. En als er eerder signalen zijn van nieuwe plannen hoort de Vereniging en horen de waakhonden dat natuurlijk ook graag.

Addy Stoel

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de Wabo) worden de toestemmingen samengevoegd die nodig zijn als een burger of een bedrijf op een bepaalde plek iets wil gaan slopen, (ver)bouwen, oprichten of gaan gebruiken.

Het moet daarbij gaan om plaatsgebonden activiteiten die op een of andere manier van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. Daartoe worden circa 25 vergunningen, ontheffingen en meldingen (toestemmingen) op het gebied van ruimte, bouwen, milieu, natuur en monumenten geïntegreerd tot één omgevingsvergunning. Dit leidt tot de invoering van één loket, één (digitaal) aanvraagformulier, één bevoegd gezag (één aanspreekpunt), één uniforme en in het algemeen ook kortere procedure, één procedure voor bezwaar en beroep en één handhavend bestuursorgaan.

(Uit: Binnenstad 239, april 2010)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.