Amsterdamse gevelstenen

Vos en krab, Noordermarkt 39-40

Vóór en na restauratie

Al heel lang stond de restauratie van deze bijzondere steen op het verlanglijstje van de VVAG, maar in het voorjaar van 2009 kregen we via een makelaarskantoor eindelijk toestemming om het beschadigde reliëf aan te pakken – de snuit van de vos was afgebroken en de sierlijke Lodewijk XIV-ornamenten aan weerszijden van de gevelsteen waren aangetast door vocht en algengroei. Aan de hand van een oude foto kon de snuit van de vos worden aangeheeld, evenals de kleine beschadigingen aan de zij-ornamenten. Veel kleur werd er niet aangetroffen, dus heeft Wil Abels in juli 2009 de voorstelling in natuurlijke kleuren geschilderd.
In het fronton van de in de jaren dertig herbouwde halsgevel is het alliantiewapen van de familie Oudermolen-Dekker opgenomen. Christiaan van Oudermolen liet het pand in 1727 vernieuwen en ter gelegenheid hiervan het gefantaseerde familiewapen aanbrengen. De relatie tussen de bouwheer en de voorstelling op de gevelsteen is onduidelijk, maar misschien sprak de moraal van de fabel van de vos en de krab, ‘hoogmoed komt ten val en opschepperij leidt nergens toe’, hem wel aan.

De fabel van de vos en de krab

Op een zekere dag kwam een vos een krab tegen. De vos verwonderde zich over de trage gang van de krab en vraagt hem waarom hij niet sneller loopt. De krab antwoordt dat hij heus sneller lopen kan dan de vos en zij kibbelen hier wat over totdat de krab voorstelt om een weddenschap af te sluiten: “Wie het eerst bij het dorp verderop aankomt, is de winnaar en je krijgt van mij nog een vossenlengte voorsprong. Jij gaat voor mij staan, ik sta achter je en als ik ‘start’ roep, beginnen we”. De vos vond dat een prima idee en draaide zijn achterlijf met de grote harige staart naar de krab toe. Voordat de krab ‘start’ riep, had hij zich echter met zijn beide scharen in de vossenstaart vastgebeten. De vos rende uit alle macht en bij het dorpje aangekomen draaide hij zich om, om te zien waar de krab bleef. Die had zich uit de staart van de vos laten vallen en zei: “Mijnheer vos, ik sta hier al een tijdje te wachten, waar blijf je nu toch?” Het was duidelijk dat de vos de weddenschap had verloren en met de staart tussen de poten liep hij boos weg.
Dit volkssprookje komt in de Middeleeuwen al voor in Rijnland en Westfalen. In de negentiende eeuw hebben de gebroeders Grimm (Jacob, 1785-1863 en Wilhelm, 1786-1859) het bewerkt en de krab in een kreeft veranderd.

Willebrordus, Dirk van Hasseltssteeg 53

Vóór restauratie Na restauratie

De eigenaar van Dirk van Hasseltssteeg 53 was kennelijk zo enthousiast over de opknapbeurt van de gevelsteen IN ELIAS in de gevel van zijn buurman dat hij de VVAG benaderde met het verzoek zijn gevelsteen ook op te knappen.
Het fijn gedetailleerde reliëf was onder een dikke laag Bentheimkleurige verf goed bewaard gebleven, slechts aan de onderrand met de tekst zaten enkele kleine beschadigingen.

Sint Willibrord, gravure van Cornelis Bloemaert uit ca. 1640

De H. Willebrordus was een geliefd ‘uithangteken’ bij tapperijen, wijnhuizen en herbergiers. Van Lennep en Ter Gouw geven hiervoor de volgende verklaring: “Willebrordus wordt afgebeeld in bisschoppelijk gewaad met een groot crucifix in de rechterhand en de Domkerk op de linker. Nevens hem een wijnvat, een fles en een opspringende bron of een put. Het crucifix doelt op zijn geloofsprediking hier te lande, en de Domkerk op de stichting der kerk in Utrecht, de overige voorwerpen op de mirakelen door hem verricht. Het vat herinnert, hoe hij eens in een klooster kwam, waar de arme monniken niets meer te drinken hadden; waarop hij zijn staf in een ledig vat stekende, dit van wijn liet overlopen. De fles herinnert hoe hij eens een aantal gezellen uit zijn fles liet drinken terwijl die altijd vol lekkere wijn bleef. De opspringende bron herinnert de bijzondere gave die hij bezat, om de mensen van gratis van goed drinkwater te voorzien. Men weet dat de put in Heiloo naar hem genoemd is en aan het water daarvan nog steeds een wonderbaarlijk geneeskracht wordt toegeschreven. Zijn afbeelding wordt nog op tal van gevelstenen gevonden; vele zijn van wijnhuizen afkomstig; want juist omdat vat en fles zijn attributen zijn, was hij zeer gezocht bij herbergiers.”

De H. Willebrordus komt in Amsterdam drie keer voor, telkens met een andere spelling van zijn naam. Begijnhof 11: S.WILLEBOORT, Egelantiersgracht 8: S.WILBORDUS, en de hierbij afgebeelde steen in de Dirk van Hasseltssteeg: WILLEBRORDUS.
Deze laatste steen is een exacte kopie, maar dan in spiegelbeeld, van een gravure van Cornelis Bloemaert uit circa 1640.

Onno Boers

(Uit: Binnenstad 237, december 2009)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.