De openbare ruimte in de binnenstad

Goed nieuws?

In Binnenstad is vaak geklaagd over de potsierlijke wijze waarop het stadsdeel Centrum de openbare ruimte inricht. Het moet altijd weer leuk zijn, of feestelijk, maar met het historisch karakter van de oude handelsmetropool heeft het allemaal niets te maken. Zo is in de loop der jaren een ware uitdragerij van bestratingmaterialen en straatmeubilair ontstaan. In dit verband wordt natuurlijk altijd het Damrak genoemd, maar het is overal mis in het centrum. Op de Keizersgracht liggen nog steeds betonstenen, en er staan nog steeds paaltjes. Klaarblijkelijk wordt het budget elders besteed, bij voorkeur aan gepolijst natuursteen uit China en jolig gekleurde wipkippen.
De herinrichting van het Rembrandtplein is in volle gang.

Zo rijst dan bij de waarnemer het angstige vermoeden dat iedereen gek is geworden. Toch is dat niet waar. In juni verscheen Plan Amsterdam nummer 4 van 2009, geheel gewijd aan de inrichting van de openbare ruimte. En wat blijkt? Bij de Dienst Ruimtelijke Ordening werken mensen die heel goed weten hoe het moet. Strak, zakelijk, sober, ingetogen en beschaafd. Heel lang geleden was het zo dat de Afdeling Bestratingen van de Dienst der Publieke Werken overal in de stad hetzelfde tapijt neerlegde: gebakken klinkers, hardstenen stoepranden en 30x30 tegels voor de voetgangers. Gewoon netjes, zonder pretenties. Die dienst bestaat niet meer, en erger nog, de stad is opgedeeld in 14 dorpen die bestuurd worden door lieden die het erg goed bedoelen, zonder enig verstand van zaken. Met als gevolg een stedenbouwkundige chaos. In elk dorp zijn weer andere artiesten bezig om geheel volgens eigen inzicht een stad te bouwen.
Inmiddels is besloten om het aantal dorpsbesturen drastisch te reduceren, maar dat belooft nog niet veel goeds. De dorpen worden middelgrote provinciesteden, misschien wel met nog ambitieuzere plannen op stedenbouwkundig gebied. Zou het niet verstandig zijn om bij deze bestuurlijke reorganisatie het stedenbouwkundig beleid in Amsterdam weer te centraliseren? Bij de Dienst Ruimtelijke Ordening is nog altijd veel vakkennis voorhanden die node gemist wordt in de stadsdelen. Ook in het stadsdeel Centrum kan nog veel verbeteren. De decentralisatie van diverse gemeentelijke diensten is aangenaam voor de burger, en dus goed voor het vertrouwen in het openbaar bestuur. Maar de decentralisering van het stedenbouwkundig beleid is duidelijk geen succes geworden. Ooit, onder leiding van de Afdeling Stadsontwikkeling van de Dienst der Publieke Werken, was Amsterdam een lichtend voorbeeld, zelfs internationaal, in de stedenbouw. Nu moet vastgesteld worden dat de stadsdelen niets van enige betekenis tot stand kunnen brengen op stedenbouwkundig gebied. Met name in Amsterdam Noord en in de Westelijke Tuinsteden is nauwelijks nog sprake van samenhangend beleid. Vrienden van de Amsterdamse binnenstad komen daar natuurlijk zelden of nooit, maar op termijn zal ook het stadsdeel Centrum ondergaan in de kleinsteedse armoedigheid die het gebrek aan stedenbouwkundige visie kenmerkt. Daarom is het ook voor de binnenstad van essentieel belang dat de Dienst Ruimtelijke Ordening de regie krijgt over de ontwikkeling van de stad. In elk geval breken er dan betere tijden aan voor de inrichting van de openbare ruimte, met name in het beoogde Unesco-monument.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 236, oktober 2009)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.