Gebouw van H.P. Berlage naast 'De Zonnewijzer' op de hoek van de Herengracht en de Raadhuisstraat |
De Unesco eist uiteraard dat erfgoed wordt beschermd, maar nog belangrijker is de eis dat
ook de omgeving van het erfgoed wordt ontzien. Dus hoogbouw en detonerende nieuwbouw
in het algemeen zijn taboe. Vincent van Rossem: “De welstandsregels die wij hanteren moeten
anders worden. Nu is het uitgangspunt dat nieuwbouw aan redelijke eisen van welstand
voldoet. Dat zullen topeisen moeten worden. Kijk eens naar het gebouw Marnix 1 aan de
Lijnbaansgracht, nabij de Brouwersgracht. De gevel bestaat geheel uit afzichtelijke
balkonnetjes. Bij nieuwbouw en vernieuwbouw wordt altijd armoedig gedetailleerd, alsof de
binnenstad een nieuwbouwwijk is. Bij onderhoud zien we nog maar al te vaak de
roedeverdeling uit ramen verdwijnen. Dat kan hier allemaal.”
Bij veel architecten constateert Van Rossem een gebrek aan beschaving. “Berlage heeft een
pand gemaakt naast gebouw De Zonnewijzer aan de Herengracht, op de hoek met de
Raadhuisstraat. Hij gedroeg zich beschaafd, hij wilde niet met zichzelf pronken, hij maakte
iets dat paste bij het bestaande gebouw. Dat mis ik bij veel architecten.
Als vertegenwoordigers van de Unesco hun onderzoek instellen, hoop ik overigens niet dat ze
erachter komen dat de overheid zelf toestemming geeft om belangrijke rijksmonumenten te
slopen. Voor de gang van zaken rond het voormalige Binnengasthuis is maar één woord:
schandelijk.”
Twee stoepen op de Prinsengracht. "Bij nieuwbouw en vernieuwbouw wordt altijd armoedig gedetailleerd." |
Van Rossem en journalist Hans Tulleners benadrukten dat monumenten voortdurend worden
bedreigd ook al moet voor elke verbouwing aan de buiten- of binnenkant een vergunning
worden aangevraagd. Hans Tulleners: “Er zijn twee woorden die Amsterdam niet kent:
handhaven en voortgangscontrole”. Onder het mom van onderhoud worden volgens hem
panden ernstig aangetast. Interieurs worden vernield door plaatsing van een verlaagd plafond
en waardevolle onderdelen worden gesloopt. “Er is geen toezicht van de gemeente, er wordt
tijdens de werkzaamheden niet gecontroleerd of alles volgens de voorschriften gebeurt”.
Stadsdeelvoorzitter Els Iping veerde verontwaardigd overeind. “Dat is niet waar. Het is de
schuld van de mensen die het doen. De beste inspecteurs zijn de burgers die ons
waarschuwen. Als een interieur wordt verpest kan de eigenaar verplicht worden alles in de
oude staat te herstellen.”
Een dame uit de zaal wees erop dat veel vernielende verbouwingen tijdens feestdagen en in
de weekeinden plaatsvinden. “Er moet ook tijdens die dagen een alarmnummer zijn waar dit
soort zaken kan worden gemeld zodat er meteen iemand van de gemeente kan komen
controleren”.
Els Iping: “Dat is heel moeilijk. Op die dagen zijn er geen mensen op het stadsdeelkantoor die
kunnen nagaan of er een vergunning is verleend en wat er precies in die vergunning staat”.
Dit antwoord maakte geen indruk. “Een ambtenaar kan toch naar de onheilsplek toegaan en
eisen dat degenen die daar aan het werk zijn een vergunning laten zien. Als ze die niet hebben,
dan moet het werk stilgelegd worden, zo moeilijk is dat toch niet.”
Zullen monumenten beter beschermd worden als de Unesco de binnenstad of een deel ervan
op de erfgoedlijst plaatst? Esther Agricola, directeur van het Bureau Monumenten en
Archeologie: “Nee, er komt geen nieuwe set regels uit het hoofdkwartier in Parijs. De huidige
situatie wordt beoordeeld aan de hand van de bestaande regelgeving om de binnenstad te
beschermen. Als ze daarover tevreden zijn kan je als waardering een soort Michelinster
krijgen.”
Waarschijnlijk zal het rijk niet de hele binnenstad bij de Unesco als kerngebied voordragen,
maar alleen de grachtengordel. Die keuze is volgens Agricola al geruime tijd geleden gemaakt
omdat de Unesco al veel binnensteden op de pronklijst heeft staan en de aanvraag meer kans
maakt als het een werkelijk uniek deel van Amsterdam betreft – dat is de grachtengordel.
Als de grachtengordel wordt gekozen dan loopt de beschermende bufferzone die wordt geëist
door het IJ. Met de binnenstad als geheel zou die zone aan de overzijde van het IJ komen,
achter de geplande hoogbouw Overhoeks. Die nieuwbouw zou dan in de bufferzone vallen en
dat mag niet van de Unesco.
Esther Agricola benadrukte overigens dat Amsterdam met spoed een goed hoogbouwbeleid
moet opstellen.
Walther Schoonenberg wees erop dat door de bouw van Overhoeks een van de laatste
zichtlijnen vanuit de binnenstad naar het IJ verloren zal gaan. “Vanaf het Singel bij de
Haarlemmersluis zal je die woontorens kunnen zien”.
Levert het voor Amsterdam voordelen op als Amsterdam op de Unescolijst komt? Het
merendeel van de aanwezigen vond van wel. Extra geld levert het niet op, maar wel
naamsbekendheid en de meer draagkrachtige toeristen die Amsterdam graag ziet komen.
Bovendien wordt Amsterdam gedwongen om zorgvuldig met de binnenstad om te gaan.
Gebeurt dat niet, dan kan de Unesco Amsterdam van de lijst afhalen en dat levert negatieve
publiciteit op. Amsterdam heeft volgens de deelnemers aan het debat alleen maar voordelen
van plaatsing op de lijst.
Monumenten worden nog steeds bedreigd of vernield, en heel langzaam maar zeker verandert
het karakter van de binnenstad toch door detonerende nieuwbouw. Is daar iets aan te doen?
Walther Schoonenberg: “Dat kan door de herbouw van de Haringpakkerstoren van Hendrick
de Keyser. “Zo wordt het stadsgezicht weer aangeheeld.” Maarten Kloos, directeur
Architectuur Centrum Amsterdam vond dat belachelijk. “Je wilt een ruimte-ervaring
reconstrueren die er toen bestond, maar het ensemble van toen is veranderd. Zet die toren in
het Openluchtmuseum van Arnhem en laat Stadsherstel, die de toren wil herbouwen, eens
nagaan wat je nu op die plek mist en wat je kan doen om die leemte op te vullen.”
Een andere vraag waarover de zaal van mening verschilde betrof de ABN-Amrobank in de
Vijzelstraat. Moet dat gebouw van Duintjer op de monumentenlijst komen of niet? Vladimir
Stissi, hoogleraar archeologie aan de Universiteit van Amsterdam: “Het had nooit gebouwd
mogen worden, maar nu het er eenmaal staat, vind ik dat het op die lijst hoort”.
Walther Schoonenberg: “Het gaat ook om de vraag of het gebouw gesloopt moet worden nu
het niet meer gebruikt wordt. De Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad kan
die vraag alleen beantwoorden als duidelijk is wat er dan voor in de plaats komt. Ik vind dat
het in elk geval niet op de monumentenlijst moet komen.”
Frans Heddema
(Uit: Binnenstad 228/229, juni 2008)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.