Uitspraak van stadsdeelbestuur na bezwaren

Geen vrijstelling voor keurtuinen

Ondanks daartegen ingediende zienswijzen had het stadsdeelbestuur besloten af te wijken van de bestaande regels voor de ‘keurtuinen’ – de beschermde binnentuinen van de Heren- en Keizersgracht – en mee te werken aan de plaatsing van een koelunit achter Keizersgracht 736. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel heeft nu na bezwaren van onder andere onze vereniging het besluit om vrijstelling te verlenen van deze regels ingetrokken. Daarmee is niet alleen de dreigende aantasting van de keurtuinen van de baan, maar is ook voorkomen dat er van de verleende vrijstelling een ernstige precedentwerking uit gaat.
De 27 zgn. keurtuinblokken in de grachtengordel. De tuinen zijn beschermd sinds 1615.

Tegen het stadsdeelbesluit om vrijstelling ter verlenen was bezwaar gemaakt door onze vereniging, door één van de buren en uiteraard door de Werkgroep Keurtuinen van het wijkcentrum d’Oude Stadt. Deze bezwaarmakenden zijn vervolgens gehoord door de bezwaarschriftencommissie, die in haar advies aan het dagelijks bestuur van het stadsdeel heeft geconcludeerd dat het belang van het behoud van de keurtuinen in dit geval diende te prevaleren boven het belang van de aanvrager van de koelunit. Het stadsdeelbestuur heeft dit advies overgenomen en het besluit om vrijstelling te verlenen in heroverweging ingetrokken. Nu er geen vrijstelling is gegeven, moest de gevraagde bouwvergunning worden geweigerd, en dat is gebeurd.
Alle reden om blij te zijn dus, niet alleen voor de keurtuinen, maar ook omdat het dagelijks bestuur bereid was te erkennen dat de in eerste instantie gemaakte afweging bij nader inzien toch niet de juiste was. Jammer genoeg is de bezwaarschriftencommissie niet ingegaan op twee door ons aangevoerde argumenten omdat zij op andere gronden al had geconcludeerd dat het besluit niet op een goede afweging was gebaseerd. Maar dat is geen reden om verder te procederen nu de hoofdzaak is gewonnen. Voorshands nemen we maar aan dat de commissie met de woorden “in dit geval” niet heeft willen zeggen dat er best andere situaties denkbaar zijn waarin het belang van de keurtuinen wel zou moeten wijken. En natuurlijk houden wij staande dat er, hoe dan ook, nooit gebruik mag worden gemaakt van een wetsartikel (art. 19, lid 3 WRO) dat is bedoeld voor kruimelgevallen. Aantasting van de keur is immers altijd een zwaarwegende zaak.

Herman Pinkse

(Uit: Binnenstad 228/229, juni 2008)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.