Een project waarin Bert Jonker als restaurator samenwerkte met Matthijs de Keijzer, kleuronderzoeker bij het ICN

Beschilderde kluis in het gebouw van De Bazel in de Vijzelstraat

Tijdens de restauratie van het voormalige kantoor van de Nederlandsche Handel- Maatschappij (1919-1926) van K.P.C. de Bazel in de Vijzelstraat kwamen foto’s naar boven waaruit bleek dat de nu wit geschilderde kluis, een grote ruimte met een galerij op de eerste verdieping, oorspronkelijk van decoratieve schilderingen was voorzien.
De kluis van het bankgebouw van K.P.C. De Bazel in 1936 (Foto Jan van Dijk)
Kleurvenster van de decoratieve schildering van de kluis (Foto Architectenbureau Fritz)
De beschilderde kluis in het bankgebouw (Foto Architectenbureau Fritz)



In de witte overschilderingen werden zogenaamde vensters gemaakt. Het blootleggen van de schilderingen daaronder verliep echter moeizaam door het pukkelige karakter van de ondergrond, waardoor de hoge puntjes werden beschadigd, terwijl in de diepere gedeelten een restant van de overschildering achterbleef. Om die reden is niet voor een restauratie, maar voor een reconstructie van de decoraties gekozen. Ten behoeve van deze reconstructie wilde Bert Jonker o.m. graag weten welke pigmenten destijds zijn toegepast. Aan Matthijs de Keijzer vroeg hij hoe de verflaagopbouw van deze beschilderde motieven was en welke pigmenten waren gebruikt. Uit de verfdwarsdoorsneden bleek dat de decoratieve schildering is aangebracht op een stuclaag van kalk en grove zandkorrels, waardoor de ‘pukkelige ondergrond’ ontstond. Om dit reliëf enigszins te egaliseren werden eerst vier zinkwitverflagen aangebracht.

Uit de analyse van de pigmenten van de decoratie kwam naar voren dat naast typisch negentiende-eeuwse pigmenten, zoals zinkwit, geel loodchromaat en chroomrood ook pigmenten uit de achttiende eeuw werden gebruikt, zoals Pruisisch blauw, en zelfs nog oudere pigmenten als gele en bruine oker en houtskoolzwart. Het gele loodchromaat was bruinig verkleurd. Opmerkelijk was verder dat geen vermiljoen werd aangetroffen maar het minder fraaie chroomrood. Ook werd geen groen pigment aangetoond, maar waren de groene kleuren opgebouwd uit een mengsel van zinkwit, Pruisisch blauw en gele oker.

De decoratieve schilderingen zijn tweemaal met wit overschilderd. In de eerste overschildering is het witte pigment als titaandioxide geanalyseerd. Dit pigment kwam pas na de Tweede Wereldoorlog in algemeen gebruik en het is dan ook aannemelijk dat deze overschildering tijdens de renovatie van na de oorlog is aangebracht. De tweede overschildering kan bij de verbouwing door J.F. Berghoef in de periode 1974-1979 zijn uitgevoerd.

Omdat de overschilderingen niet goed te verwijderen zijn zonder de onderliggende schildering te beschadigen, zal de schildering worden gereconstrueerd. Bert Jonker heeft nauwkeurige schaaltekeningen gemaakt van de verschillende decoraties en deze op de computer met een historische foto gecombineerd, zodat een zo realistisch mogelijk beeld wordt verkregen van de toekomstige situatie. Bij de restauratie wordt rekening gehouden met de kleurintensiteit, transparantie en glansgraad. Wat de kleurreconstructie betreft heeft hij ervoor gekozen om gebruik te maken van de oorspronkelijke pigmenten, waardoor de bezoeker de schilderingen straks zal ervaren zoals deze oorspronkelijk zijn gemaakt.

Juliet Oldenburger

Zie ook: Interview met Bert Jonker: Restaurator en kleuronderzoeker.

(Uit: Binnenstad 218, oktober 2006)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.