Guido Frankfurther (D66) komt niet terug als dagelijks bestuurder. Er is één lichtpuntje. Na
het lezen van het Programakkoord zegt hij: “Onze nalatenschap leeft in elk geval in dit
document voort.”
Achtennegentig procent van het document kan hij onderschrijven. Een enkele passage zou hij
anders hebben geformuleerd. Hij wijst op de tekst dat noodzakelijke herprofileringen worden
voortgezet met voorrang voor straten en pleinen met een culturele en economische functie.
Frankfurther: “Vóór 2002 waren de woonbuurten verwaarloosd. Ik ben bang dat die door deze
formulering weer het onderspit delven. Ik hoop dat de plannen om van het Wittenburgerplein
een bruisend buurtplein te maken door kunnen gaan.”
Enthousiast is hij over de passage dat een kwalitatief goede inrichting van de openbare ruimte
voortdurende zorg vraagt omdat de binnenstad een beschermd stadsgezicht is en op de
nominatie staat om op de werelderfgoedlijst van de Unesco te komen. Guido Frankfurther:
“Dat is een doorbraak. Het beschermd stadsgezicht wordt nu niet alleen in verband gebracht
met bebouwing, maar ook met de openbare ruimte.”
Ook het feit dat een goede openbare ruimte wordt gekoppeld aan veiligheid doet hem goed.
Dat het opengraven van grachten niet voorkomt in het akkoord vindt hij uiteraard jammer. “Ik
zie er wel van komen dat enkele besturen na mij de plannen weer oppakken. Eén ding betreur
ik: dat we de inspraak over het opengraven van grachten niet konden voltooien en dat ik nooit
de kans heb gehad de plannen in de raad te verdedigen.”
Daartegenover staan successen: betere bescherming van monumentale panden; het opknappen
van de ‘negen straatjes’; nieuwe bestrating voor de Magere Brug; kroonlantaarns langs
hoofdgrachten en bijzondere pleinen; de fontein op het Leidseplein; een visie voor het water
in de binnenstad; de instelling van een garagefonds (er liggen 20 initiatieven voor
ondergrondse garages en bij het Frederiksplein en de Geldersekade zijn ze in ontwikkeling);
het autoluw maken van de wallen.
De PvdA is nu de grootste partij in de deelraad. Daardoor is Els Iping de nieuwe
stadsdeelvoorzitter. Zij volgt in die functie Anne Lize van der Stoel (VVD) op. Ze leidde de
onderhandelingen over een nieuw Programakkoord, een document van 31 pagina’s. Ze geeft
het toe, er staat veel in, “Maar”, zegt ze, “door de uitgebreide gesprekken die de delegaties in
commissies voerden, is een goede coalitie tot stand gekomen.”
Vergeleken met het Programakkoord van vier jaar geleden is het nieuwe akkoord volgens haar
gericht op uitvoering van eerder gemaakte plannen. De nadruk ligt daarbij op versterking van
de kwaliteit van het stadsdeel ook als het om de positie van mensen gaat. In het akkoord staat
niet wat de vermelde voornemens gaan kosten en waar het geld vandaan moet komen. Els
Iping: “Voor de zomervakantie zullen we de deelraad aangeven welke keuzes gemaakt
moeten worden. Tot nu toe hebben we als bestuur vooral moeten bezuinigen, die periode is
voorbij, maar er zullen moeilijke keuzes gemaakt moeten worden.” Tijdens de
onderhandelingen gaf ze aan wat volgens haar de prioriteiten moeten zijn: welzijn; onderhoud
gebouwen; wegwerken achterstallig onderhoud openbare ruimte; een veiligheidsteam voor de
wallen en een goed jeugd- en armoedebeleid. Deze prioriteiten staan weliswaar niet in het
akkoord, maar zowel VVD als GroenLinks knikten instemmend toen Iping haar lijstje had
opgesomd.
Nieuw is de nadruk op samenwerking met andere stadsdelen en de centrale stad. Els Iping:
“Confrontatie is toch niet de beste manier.”
Anne Lize van der Stoel (VVD) begint aan haar tweede periode als stadsdeelbestuurder. Niet
als ‘burgemeester van de binnenstad’, maar als ‘gewoon’ dagelijks bestuurder.
Haar oordeel over het gesloten Programakkoord: “We zijn wel uit de ambities gekomen, maar
niet uit de financiële consequenties. We zullen genoodzaakt zijn om ingrijpende keuzes te
maken.”
Het verschil met het vorige Programakkoord is volgens haar de aandacht voor de ‘creatieve
industrie’. Daarmee doelt ze op de passage dat het stadsdeel er naar streeft beginnende
creatieve ondernemers te stimuleren door uit het vastgoedbezit van het stadsdeel betaalbare
werkruimte beschikbaar te stellen. Voorwaarde is dat de doorstroming wordt gewaarborgd. In
het nieuwe akkoord wordt duidelijker afgesproken dat er meer woonruimte moet komen voor
de middengroepen (inkomen 25.000 tot 60.000 per jaar). Anne Lize van der Stoel: “Ik denk
dat de woningbouwverenigingen ook meer hun best moeten doen om woningen te verkopen
aan de bewoners.”
Uiteraard is zij er tevreden over dat het VVD-voorstel om oude kantoorpanden, bouwjaar
2000 of eerder, te herontwikkelen, is overgenomen. “We gaan onderzoeken wat het beste is:
afbraak of ze geschikt maken voor de huidige behoeftes. Onderin moet bedrijvigheid komen
die je vanaf de straat kunt zien, en daarboven ateliers en woningen, en nog een verdieping
hoger woningen voor de middengroepen.”
Frans Heddema
(Uit: Binnenstad 217, juni 2006)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.