In memoriam Frans Hupsch

Op dezelfde dag als onze mederedacteur Richter Roegholt overleed onze oud-redacteur Frans Hupsch. Hij vertegenwoordigde het oude stadhuis op zijn best in een zeldzame combinatie van hoffelijke hulpvaardigheid en minutieuze precisie.

Frans Hupsch aan de vergadertafel op het Aalsmeerder Veerhuis.

Een door Frans Hupsch gecorrigeerde proef was veilig. Een jaarlijks examen was het Heerenboekje, “uitgegeven sinds 1672”, voor het laatst in 1976. Foutloos en volledig bevatte de jaarlijkse uitgave de personalia en functies van iedereen die in dat jaar iets met het gemeentebestuur te maken had. Toen Frans Hupsch met pensioen ging was er niemand die dat kon overnemen. “En ze hebben het begrip ‘heeren’ (met twee e’s) afgeschaft, was Hupsch’ commentaar in besloten kring. Hij hield van ceremonieel en stelde als Hoofd Gemeenteblad een eer in zijn volstrekte onpartijdigheid tegen de fracties van de Raad, al wist ieder dat zijn sympathie niet bij de CPN lag.
Toen hij met pensioen ging, stelde hij zijn uitgebreide terreinkennis van het stadhuis en zijn feilloos correctorsoog ten dienste van onze vereniging en in het bijzonder van de redactie van ons tijdschrift. Voor de buitenwereld was de herinnering onvergetelijk aan de correcte heer die met zijn stenografen in het hart van de Raadzaal zat, onverstoorbaar bezig met de taak het vaak stuntelige betoog van de raadsleden te vertalen in leesbaar Nederlands, zonder daarbij de herkenbaarheid weg te poetsen. De vakvereniging De Amsterdamse Pers erkende zijn meesterschap door hem te benoemen als erelid. Wie hem daarnaast in persoonlijke contacten heeft gekend bewaart de herinnering aan een warm en hartelijk mens.

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 210, mrt./apr. 2005)