![]() |
Eilard Jacobs |
In het Waterplan van de gemeente Amsterdam (1999) staat onder andere het volgende over
het water (het blauwe goud): “Een prominente plek voor water is onlosmakelijk verbonden
met de dreiging van natte voeten. Er is meer aandacht nodig voor het vinden van locaties voor
waterberging.”
Eilard Jacobs van de gemeentelijke Dienst Waterbeheer en Riolering (DWR), zou die zin zelf
geschreven kunnen hebben. “Amsterdam is eigenlijk een waterstaatkundige ingreep. Zonder
het stadswater zouden we grote problemen hebben. Natuurlijk, het water heeft ook
landschappelijke betekenis, het is ook nodig voor vervoer en recreatie, maar om te zorgen dat
de Amsterdammers droge voeten houden, is dat stadswater hard nodig. Je kan zeggen: “Gooi
al die grachten dicht en graaf ergens in de polder een enorm meer om bijvoorbeeld het
regenwater op te vangen, maar de charme van de stad ben je dan kwijt.”
Hoeveel water in de stadsgrachten zit, is onbekend, maar in elk geval is het veel meer dan de
inhoud van de Sloterplas. Voor de bebouwing is dat grachtenwater van groot belang. Eilard
Jacobs: “Het regenwater dat nu in de stad valt, wordt voor een groot deel door de grachten
afgevoerd. Als dat niet zou kunnen, zou het grondwaterpeil enorm stijgen. Je moet er niet aan
denken wat er allemaal mis kan gaan als je geen grachten zou hebben.”
Eilard Jacobs juicht de plannen toe om een gracht open te graven. “Het heeft zin. Nederland
heeft extra wateroppervlak nodig. Als je het economisch bekijkt, dan is het te kostbaar en kun
je zeggen dat de waterproblemen beter elders opgevangen kunnen worden. Als je het
opengraven van een gracht combineert met bijvoorbeeld de bouw van een ondergrondse
garage, dan wordt dat anders. Als je in Amsterdam een nieuwe gracht maakt, dan kan dat ook
bijdragen aan de bewustwording van de Amsterdammers; dan gaan mensen zich realiseren dat
extra grachten in de stad ervoor kunnen zorgen dat de toenemende regenval, die wordt
verwacht, in de grachten opgevangen kan worden. Het graven van een gracht gaat niet alleen
om het aantal kubieke meters dat je er bij krijgt. De bewustwording dat we aan
waterbeheersing moeten werken, is belangrijk. Het Rijk heeft gezegd dat ook de steden
moeten werken aan extra opvang van het water. Het Rijk wil er zelf ook iets aan doen. Als
gemeente heb je veel meer recht om daar bij het Rijk op aan te dringen, als je zelf ook iets
doet. Een voorwaarde is natuurlijk wel dat je voldoende draagkracht hebt bij de burgerij,
anders komt er van die bewustwording niets terecht.
![]() |
Ecologische waterzuiveringseilandjes in de Hobbemakade |
De grachten zijn duur, ze kosten jaarlijks vele miljoenen. Het onderhoud van de kaden, het
verversen van het grachtenwater, het onderhoud van de sluiscomplexen en de bruggen, noem
maar op. Asfalt is goedkoper, maar als je geen grachten zou hebben, zou je ook veel en veel
minder toeristen trekken en zouden de inkomsten voor de stad dramatisch dalen.”
De grachten zijn ook belangrijk voor de natuur. “Het is verbazingwekkend hoe veel leven er
in zit. De reigers zitten niet voor niets aan de waterkant. Er leven allerlei organismen in. Als
het water van goede kwaliteit is, heb je daar een prachtig ecosysteem. Om de kwaliteit van het
grachtenwater te verbeteren verversen wij het regelmatig met water uit het IJ-meer. We doen
dat in de zomer vier nachten per week en in de winter twee maal. De grachten worden ook uit
zichzelf steeds beter van kwaliteit. Dat heeft te maken met het Amstelwater dat er in stroomt.
Ideaal is de kwaliteit van het grachtenwater nog niet, langzaam maar zeker verbetert die. Over
een jaar of vijfentwintig is die misschien goed.”
Vanaf 1545 zijn talrijke maatregelen genomen om het grachtenwater te verversen. Tussen 1545 en 1681 werd de stad opgedeeld in verschillende boezems die de namen van de kleur kregen, waarmee ze op de plattegrond werden ingetekend. Zo was er de blauwe boezem, tussen Amstel, Brouwersgracht, Keizersgracht en Leidsegracht; de oranje boezem tussen Amstel en Oudezijds Achterburgwal; de rode in de Jordaan en de groene tussen Amstel en de Kadijken. Ze werden van elkaar gescheiden door sluizen zodat daarbinnen het water ‘opgezet’ kon worden. De ideeën over waterbeheersing veranderden onder andere door de wijziging van de Amstelboezem en de waterbewegingen van het IJ. Tot aan de afsluiting van het IJ door de Oranjesluizen in 1872 vond de waterverversing op basis van een natuurlijke afstroming plaats. Daarna werd de verversing geregeld door het al dan niet openhouden van de schutsluizen in Zeeburg. In 1879 kwam daar, na het gereedkomen van het stoomgemaal te Zeeburg, verandering in. De richting van de waterverversing in de grachten, van west naar oost en dus met de ebstroom mee, werd veranderd in van oost naar west. Dat is nog steeds het geval. Via het Noordzeekanaal stroomt het water vervolgens naar zee.
![]() |
De grofvuilboot |
In de grachten zit niet alleen water. Per jaar komt er ongeveer 140 ton grof vuil uit
(voornamelijk fietsen). Daarnaast wordt jaarlijks 3500 m³ drijfvuil uit de grachten gevist. Dat
is veel, maar tientallen jaren geleden waren de cijfers onrustbarender.
Eilard Jacobs: “Er zijn historische foto’s waarop je een bevroren Kromme Waal ziet. Het is
onvoorstelbaar wat een rommel op het ijs lag. Ze noemden die gracht dan ook de
inwerpgracht. De binnenstad is een stuk schoner geworden, de straten worden beter gereinigd
en daardoor komt er ook minder vuil in de grachten terecht.”
Om de kwaliteit van het water te verbeteren wordt niet alleen voor vers water gezorgd. Ook
door de aanleg van eilandjes gebeurt dat. Soms mislukt het. Eilard Jacobs: “We hebben in de
Lijnbaansgracht drijvende eilandjes gehad. Er kwamen allerlei vissen en andere beestjes op
af. Dat soort eilandjes vereist echter tijdrovend onderhoud en dat moest door de bewoners
gebeuren. Het werd een mislukking. Bij de Boerenwetering gaat het goed. We zouden graag
meer natuur in de grachten willen hebben. Buiten de binnenstad gaan we glooiende oevers
maken met zitjes, langs de grachten is dat onmogelijk.”
Grachten zijn in de mode. Steden die nooit grachten hebben gehad, ontwerpen voor hun
nieuwbouwwijken grachtjes. Eilard Jacobs: “Met name in Oost-Nederland moeten ze ze ook
zo nodig hebben. In Amsterdam horen ze bij de stad, in het oosten van het land is dat niet het
geval. Het is daar ook lang niet altijd zinvol. Wil je grachten gebruiken voor waterberging,
dan moet je ze niet op het hoogste punt van het land aanbrengen.”
Extra waterberging is in Nederland hard nodig. Maar leeft dit onderwerp ook bij politici?
Eilard Jacobs: “Het realiteitsbesef is er wel, er worden plannen gemaakt. Maar dat is niet
voldoende. Er is een mentaliteitsverandering nodig bij burgers. Politici nemen meestal het
voortouw niet. Wethouder Duco Stadig heeft met zijn Waterplan in elk geval een aanzet
gegeven. Nu komt het op daden aan. Het opengraven van een Amsterdamse gracht kan een
goede stap zijn. Dat zou het begin kunnen zijn voor het terugbrengen van meer grachten.”
Frans Heddema
(Uit: Binnenstad 207, september 2004)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.