Slechts een klein deel van de begroting van de gemeente Amsterdam wordt
besteed aan monumentenzorg – dit onderwerp komt altijd als laatste aan bod en dat
vertaalt zich in de verdeling van de centen. Het meeste geld voor het onderhoud en herstel
van monumenten wordt betaald door particuliere instellingen en personen. Op het kleine
beetje gemeenschapsgeld dat wordt besteed aan subsidies en instellingen als het bureau
Monumenten & Archeologie en de Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg kan
volgens Stadig nog wel verder bezuinigd worden. Het voorstel van het College van B & W
om de Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg op te heffen door deze adviesraad
samen te voegen met de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling komt door de
opmerkingen van Stadig in een geheel nieuw licht te staan. Het is niet zomaar een
bezuiniging – er zit beleid achter: men wil het geld gebruiken voor de vernieuwing van
o.m. de Westelijke tuinsteden en ‘ infrastructuur’, d.w.z. de Noord/Zuid-lijn.
Vergeleken met de magere uitgaven van de gemeente aan monumentenzorg en openbare
ruimte zijn de uitgaven voor infrastructuur en stedelijke vernieuwing gigantisch. Van één
budgetoverschrijding van de N/Z-lijn kan de hoofdstedelijke monumentenzorg jaren
vooruit. De uitgaven voor de openbare ruimte liggen al op hun gat. Sommige delen van de
binnenstad hebben een bestrating die slechter is dan in menig Oost-Europees land, maar
de herprofilering van de binnenstad loopt momenteel ernstige vertraging op. Zo moest de
Dam bijvoorbeeld opnieuw worden ingericht met incidentele inkomsten, want structureel
is er voor zo’n project geen geld.
Tevens is het merkwaardig dat de wethouder ‘nu even’ geen tijd heeft voor een
cultuurhistorische visie op de Westelijke Tuinsteden. Daar mag dus ‘nu even’ alles, in
naam van de heilige woningproductie, terwijl ook de naoorlogse woonwijken hun
betekenis hebben voor de geschiedenis van Amsterdam.
De monumenten en de openbare ruimte staan dus al op achterstand. Tekorten bij
stedelijke vernieuwingsprojecten of infrastructuur zijn geen reden om de minimale
budgetten voor monumentenzorg in te krimpen.
Walther Schoonenberg, namens bestuur VVAB
[Wethouder Stadig: Bezuinigen op monumenten en inrichting openbare ruimte]
(Uit: Binnenstad 206, juli 2004)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.