Antennes, zendmasten en luchtkokers

De laatste tijd zie je steeds meer antennes, zendmasten, enz. verrijzen op daken in de Amsterdamse binnenstad. De groei van het mobiele telefoonnet maakt dat kennelijk nodig. Het is goed te weten dat de Gemeente wel een beleid heeft ten opzicht van dit fenomeen.
Het gebouw Flesseman, aan de Nieuwmarkt, met uitsteeksels

Naar aanleiding van bezwaren van omwonenden van Keizersgracht 420 en 422 blijkt dat het gevelbeeld aan de straatzijde (grachtzijde) of het daksilhouet niet mag worden verstoord. De installaties dienen in het gebouw te worden geïntegreerd. Ze mogen niet in het zicht staan. Er is voor de plaatsing van een zendinstallatie of een antenne een bouwvergunning nodig en die bouwvergunning wordt getoetst door de Welstandscommissie.

Uitzonderingen die voor het goed functioneren van het telefoonverkeer noodzakelijk zijn, zijn mogelijk alleen als, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, de antenne voldoende is ingepast in het stadsbeeld.
Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen moeten altijd worden ontzien. Op monumenten en op de ‘orde 2’- panden mogen in geen geval antennes of zendmasten worden geplaatst. ‘Orde 2’- panden zijn praktisch alle gebouwen die vóór 1940 in de binnenstad zijn gebouwd en goed passen in het stadsbeeld. Op Herengracht 410 zijn het niet de antennes, maar de twee ontluchtingskokers die het stadsbeeld geweld aandoen.
De kroon spant het gebouw Flesseman op de Nieuwmarkt, waar de antennes zich verdringen om een plaatsje onder de zon. Ook dat pand staat als ‘orde 2’ aangemerkt.

Frans Amende

(Uit: Binnenstad 179, nov. 1999)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.