Losse notitie I

Enkele duidingen van gevelstenen - "De Braspot"

Kennis gaat na 30 jaar verloren. Die kennis ligt dan hopelijk wel opgeslagen in geschreven bronnen of is nog aanwezig in het hoofd van een bejaard iemand, maar niet meer 'algemeen bekend' bij de doorsnee burger.

Vraag je een jongmens nu wat een kolenkit is, dan zal hij als het meezit en in Amsterdam bekend is, verwijzen naar de kerktoren in West, die gebouwd is in die vorm. Voor de duidelijkheid: een kolenkit is een cilindervormige metalen steenkolenhouder om een kachel bovenin bij te vullen. Zo worden begrippen of metaforen niet meer als 'vanzelfsprekend' herkend.
Enige tijd geleden is in ons blad gevraagd naar de betekenis van het kistje op de gevelsteen 'De Ionghe Timmerman' (Egelantiersgracht 15). Op de voorkant van het kistje staat het woord 'BRASPOT' gebeiteld.
Alle verklaringen die enkele leden van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Gevelstenen daarover gaven, bevredigden mij niet. In Brabant vernam ik dat een 'braspot' een kookpot was voor veevoer. Op mijn vraag wat dan de betekenis zou kunnen zijn van de aanduiding 'braspot' op het kistje kwam zonder aarzeling het verhaal dat men daar tot voor kort nog kende. Namelijk, dat wanneer een ambachtsman 's morgens vroeg naar zijn werk ging, hij een aangegaarde warme pot met middageten meenam (bonen, gort e.d.) die in een hooikistje werd gezet, aldus nagaarde en lekker warm was tijdens lunchtijd. Deze verklaring lijkt mij aannemelijker dan die, dat het kistje vet zou bevatten voor het smeren van de zagen, of iets te maken zou hebben met bras-zeilen of bras-masten van schepen.

Overigens noemen Van Lennep en Ter Gouw (deel II, blz. 238) een gevelsteen "De Braspot" in de Egelantiersstraat. Jammer genoeg geven zij geen afbeelding, maar hun beschrijving luidt als volgt: "Een man heeft een grooten pot voor zich staan, waaruit een rook of vlam opstijgt, en een kleiner potje in de hand". Zij vervolgen: "'t Zal daar wel een ordinaris geweest zijn, waar men brassen, d.i. 'veel en lekker eten' kon...".
Zou onze jonge timmerman daar misschien zijn braspot hebben laten vullen vóór hij naar zijn werk toeging?
Omstreeks 1875 is de steen kennelijk verdwenen, want jonkheer Suasso vermeldt op blz. 70 van zijn gevelstenenschetsboek: "(Dit huis is verbouwd). Vroeger was hier een basreliëf boven een staldeur waarop een man staat met een ketel in de hand en een pot voor zich waaronder D'Braspot. Is door verbouwing vervallen".

Jos Otten

(Uit: Binnenstad 176, mei 1999)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.