Toverspreuken over het beschermde stadsgezicht II

Dynamiek

Tegenover het spookbeeld ‘openluchtmuseum’ staat een voorschrift, het dwingende gebod: wat er in de binnenstad gebeurt moet ‘dynamiek’ uitstralen. Ook dat is een toverspreuk met een dubbele bodem. Verborgen onder de opwekkende betekenis ‘stuwkracht’ gromt de bulldozer en steken de bouwkranen hun magere nekken omhoog. ‘Dynamisch’, dat is Schiphol en dan moeten ze niet zeuren over geluidshinder, dynamisch was het al bijna vergeten plan IJ-oever, zó dynamisch dat burgemeester Van Thijn zéér boos was, toen wethouder Jonker opperde dat de Zuidas toch een betere plek zou zijn voor kantoortorens, dynamisch zijn de op en neer dansende beurskoersen, zeer dynamisch zijn de heren in scherpe pakken, uitgerust met leren koffertjes en een vlotte babbel over niets anders dan omzetvergroting en rendementsverhoging. Dynamiek is de vlag van de voorzitter van de BNA die de bouwvergunning voor huizen wil afschaffen, en voor de bestaande stad naar het voorbeeld van Tokio verwijst, waar men bezig is met de derde generatie nieuwbouw sinds de oorlogsverwoestingen.

Nader bekeken lijkt de vlag van de dynamiek veel op de bekende piratenvlag, die plundering en doodslag aankondigde. Wat er geplunderd en ten slofte om zeep gebracht wordt, is de fragiele schoonheid van de oude stad, het evenwicht tussen de zorgvuldig gedetailleerde, nog altijd opnieuw bewoonde monumenten, en hun omgeving van straat of gracht. Een wandeling van het Weesperplein naar de Stopera is geen genoegen, maar wel een leerzame ervaring.
De dynamiek van ontwerpers en bouwers eindigt in dood-in-de-pot voor de burgers die de bestaande binnenstad graag daadwerkelijk beschermd willen zien.

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 166/167, nov. 1997.)

Meer lezen:
[Toverspreuken I: Openluchtmuseum]
[Toverspreuken III: Reconstrueren]
[Toverspreuken IV: Eigentijds]
[Toverspreuken V: Historiseren]
[Toverspreuken VI: Bevriezen]
[Toverspreuken VII: Slot]