Interview met Wim Eggenkamp van Stadsherstel

"Niet beschermde panden moeten het ontgelden"

"Er gaat in de binnenstad veel onnodig verloren. Beeldbepalende panden worden gesloopt, omdat projectontwikkelaars geld willen verdienen aan appartementen. De overheid zou meer moeten sturen; te veel pandjes moeten nu het loodje leggen tegen de projectontwikkelaars." Wim Eggenkamp, directeur van de NV Stadsherstel, ervaart steeds vaker dat het moeilijker wordt om in de binnenstad panden te kopen en te restaureren. "Ondanks alles, investeren we er per jaar tien miljoen gulden, maar we moeten steeds meer doen voor minder geld."

Daar zijn een paar oorzaken voor. In de afgelopen zeven jaar daalden de subsidies van vijftig tot vijfentwintig procent. "Je krijgt de financiering steeds moeilijker rond, je moet meer geld vragen aan je huurders. Je wilt projecten rond krijgen, maar je moet ontzettend scherp werken. Je restaureert ook minder mooi. Je moet het verlies aan subsidies ergens mee compenseren. Bij bijna alle restauraties ga je denken: hoe meer eenheden erin kunnen, hoe meer subsidie je krijgt. Er is ook een grens aan de huren die je na restauratie kunt vragen. Voor een driekamerwoning van tachtig vierkante meter is de bovengrens achttienhonderd gulden per maand. Verhoog je de prijs, dan wordt het voor kandidaat-huurders vaak aantrekkelijker om ergens iets te kopen." In de Bethaniënstraat konden plannen alleen gerealiseerd worden door van de drie woningen, er een te verkopen. Verkoop zal vaker moeten. Stadsherstel heeft voor die gevallen een juridische constructie, waarmee het onderhoud afgedwongen kan worden en de panden niet 'uitgepond' kunnen worden. De doelstellingen van de NV moeten immers hoe dan ook overeind blijven.

De lont

De Amsterdamse Maatschappij tot Stadsherstel NV werd in 1956 opgericht met als doel het verval van de binnenstad te keren door panden te kopen, te restaureren en opnieuw bewoonbaar te maken. Twee jaar eerder was de aanzet daartoe gekomen van Geurt Brinkgreve. Tijdens een bijeenkomst van de Amsterdamse Kring, een vereniging waar prominente Amsterdammers elkaar ontmoeten, hield hij een vlammende toespraak over het verval van de binnenstad. Een citaat uit de jubileumuitgave van Stadsherstel: "Aan het woord is de heer G. Brinkgreve, een beeldhouwer-medailleur die dankzij enkele publicaties over de toestand van de Amsterdamse monumenten in de binnenstad enige bekendheid genoot. Brinkgreve stelt dat de binnenstad bedreigd wordt door bouwkundig verval, de concentratie van bedrijven en de toename van de verkeersdrukte. Hij riep op tot een nieuw elan, een bereidheid om verouderde begrippen prijs te geven en een eendrachtige wil om Amsterdam weer te doen worden wat het was: de schoonste stad van Europa. Zijn scherpe woorden over het stadsbestuur dwongen de voorzitter bijna om hem het woord te ontnemen." De lont was aangestoken. Een jaar later zag het comité 'De stad Amsterdam' het leven. Dit comité, waarin uiteraard ook Brinkgreve zitting had, wilde initiatieven ontwikkelen voor het behoud van het binnenstadskarakter. Een jaar later volgde de oprichting van Stadsherstel. Die heeft nu zo'n vierhonderd panden, waarvan er 360 in de oude luister zijn hersteld. In de loop der jaren heeft Stadsherstel min of meer afgeronde delen in de binnenstad gerestaureerd, zoals de Herenstraat, de Reestraat, de directe omgeving van het Renaissancehotel aan het Kattengat en de omgeving van hotel Krasnapolsky. Je moet er niet aan denken wat daar nu te zien zou zijn als Stadsherstel niet had bestaan.
Noodgedwongen zal de maatschappij nu ook buiten de binnenstad actief worden. De prijzen voor het onroerend goed zijn zo hoog geworden dat het voor Stadsherstel niet altijd meer verantwoord is ze te kopen. Eggenkamp: "Particulieren slaan hun slag, ponden de panden uit of slopen ze. Op de Rapenburgerstraat stond een monument te koop. Het was niets voor ons, het was te goed. Het liep er storm en je zag de mensen rekenen, hoeveel appartementen ze erin konden maken. Dat zie je op veel plaatsen. Vooral de niet-beschermde panden moeten het ontgelden. We hebben op de hoek Prinsengracht-Nieuwe Spiegelstraat drie panden gekocht en opgeknapt. Daarnaast stond een zelfde pand, dat is in particuliere handen gekomen en gesloopt. De nieuwbouw die ervoor in de plaats kwam, doorbreekt het ritme van de gevelwand."
Bij toeval kreeg Stadsherstel de hoek Leidsegracht-Raamdwarsstraat in handen. "Als een projectontwikkelaar het zou hebben gekregen, zou die hoek gesloopt zijn en was er nieuwbouw gekomen". Stadsherstel heeft niet de indruk dat de gemeente zich daar zorgen over maakt. "De onderhandelingen die wij moeten voeren met het Grondbedrijf zijn ook nooit leuk. Ach ja, ze moeten, zoals dat heet, marktconform werken. Het probleem zit in de panden die niet op een of andere manier beschermd zijn en die het toch waard zijn om behouden te blijven. Dat is een categorie die ik niet durf te restaureren, omdat de prijzen veel te hoog zijn geworden."
Eggenkamp maakt zich zorgen over de panden tegenover de bank in de Vijzelstraat. De gemeente heeft een lijst met bedreigde monumenten, maar Eggenkamp heeft nooit gemerkt dat daar iets mee gedaan wordt.

Beeldbepalend

Dat Stadsherstel zich niet langer beperkt tot de binnenstad, is volgens Eggenkamp geen ramp. "We blijven actief in de binnenstad, maar daarbuiten, in bijvoorbeeld De Pijp, is ook veel te doen. En als ik over de Middenweg rijd, zie ik veel panden, waarvan ik denk: 'die zouden we ook moeten doen'." Onbegrijpelijk vindt hij het dat er nog steeds geen complete gemeentelijke lijst is van beeldbepalende panden die het waard zijn om behouden te blijven. Alleen in de stadsvernieuwingsgebieden is ooit een inventarisatie gemaakt, maar de Amstel en de dwarsstraten, de grachtengordel en de wallen zijn bijvoorbeeld nooit geïnventariseerd. "Ik vind het opmerkelijk dat die lijst nooit is afgemaakt, het gaat toch om panden die het gezicht van de stad bepalen. Nu kan iedere projectontwikkelaar zijn slag slaan. Er is veel meer sturing door de overheid nodig, laat ze in godsnaam die lijst afmaken. Je moet duidelijkheid geven over wat je wilt behouden. Ik weet het, de gemeente werkt met beeldkwaliteitplannen. Allerschattigst hoor, maar natuurlijk weet iedereen dat je de sfeer in de binnenstad moet behouden. Die beeldkwaliteitsplannen hebben veel geld gekost, maar als er een sloper komt en je zegt dat het pand waardevol is, dan kan je er toch donder op zeggen dat het wordt gesloopt. De gemeente zegt dat ze geen mensen hebben om de lijst met beeldbepalende panden compleet te maken. Ik vind dat onbegrijpelijk."
Op de vraag, of de gemeente opzettelijk de inventarisatie niet afmaakt, komt van Eggenkamp geen ja of nee. "Ik durf het niet te zeggen, maar het is in elk geval wel een kwestie van prioriteiten stellen."

Reconstructie

Oudekerksplein 6-8. Het niet gerealiseerde herbouwplan van Stadsherstel.

Kwaad maakt Eggenkamp zich ook over het feit dat reconstrueren van panden niet meer mag van de overheid en dat daar geen geld voor komt. Stadsherstel ondervond dat aan het Oudekerksplein, waar het een gat in de bebouwing wilde opvullen door herbouw van de monumenten die daar hadden gestaan. Het plan werd afgekeurd, het had geen historische waarde. Die strijd is verloren, er komt nu moderne nieuwbouw. Eggenkamp: "waanzin is het, een waanidee dat reconstructie niet mag. Wat op de monumentenlijst staat heeft kwaliteit, er zijn maar 40.000 monumenten in Nederland, je moet dus een hele piet zijn om op die lijst te komen. Waarom mag je een dergelijk monument niet reconstrueren? Waarom zou je de kwaliteit die zich bewezen heeft, niet opnieuw mogen neerzetten? Omdat het nep is? Restaureren is toch ook vervangen? Je beschermt toch geen stenen of planken? Het is belachelijk om te roepen dat herbouw nep is, het is kunsthistorisch gewauwel. De Oude Kerk heeft toch ook niet meer het allereerste oude materiaal? En dan te bedenken dat Warschau op de UNESCOlijst staat, terwijl die stad bijna helemaal herbouwd is? Ik vind het onbegrijpelijk dat Monumentenzorg het plan voor het Oudekerksplein afwees, omdat 95 procent van de herbouw nieuw zou zijn. Als instantie die beoogt het waardevolle in stand te houden, zou je dat niet mogen zeggen."

Minister wacht

Het gevecht om het Oudekerksplein is verloren, maar Stadsherstel heeft nog een beroep ingesteld bij de minister. Die moet daardoor nu antwoorden op de vraag, of reconstructie mag of niet mag. Het antwoord is nog steeds niet gekomen. Eggenkamp: "Volgens mij durft hij het niet aan, maar hij zal wel moeten".

Frans Heddema

(Uit: Binnenstad 166/167, nov. 1997.
Dit artikel is tevens verschenen in: Een veldboeket met distels, Amsterdam 2000.)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.