Het zinkende schip 'Impuls'

Nummer 7/8 in de eerste jaargang van de door de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) uitgegeven reeks Plan Amsterdam is gewijd aan "Impuls: het nieuwe science-centre in het Oosterdok in Amsterdam".

De nu nog open zichtlijn van de Oudeschans op het Oosterdok. Impuls
wordt hier de blikvanger.
De nu nog open zichtlijn van de Oudeschans op het Oosterdok. Impuls wordt hier de blikvanger.

De brochure is helder geschreven en goed geïllustreerd. Inmiddels zijn de bouwwerkzaamheden begonnen, over twee jaar kan iedereen het resultaat met eigen ogen zien. Volgens de tekst van dit boekje zal "Impuls het beeld van het Oosterdok sterk veranderen. Zo is het ook bedoeld: het nieuwe gebouw zal als een 'stralend middelpunt' in het Oosterdok van alle zijden duidelijk zichtbaar zijn". Dat is precies de reden van de bezwaren uit onze kring.
Voor de Dienst Ruimtelijke Ordening, de Woningdienst, de Schoonheidscommissie en de geest­ verwante architecten zijn bouwlocaties in de oude stad welkome aanleidingen om de omgeving sterk te veranderen en vooral om van alle kanten duidelijk zichtbaar te zijn. Voor de in het Amsterdam­ overleg samenwerkende verenigingen is de instandhouding van die omgeving, het stedebouwkundig­ architectonische monument Amsterdam, het belangrijkste toetsingscriterium voor bouwplannen in de binnenstad. Dat standpunt sluit nieuwe gebouwen allerminst uit, maar het stelt de zelfstandige waarden van het historische stadsbeeld voorop. In een uitvoerige brief aan de Gemeenteraad heeft het Amsterdam-overleg gewezen op de bijzondere betekenis van het Oosterdok, als de enige plek waar het eens zo indrukwekkende waterfront van Amsterdam nog herkenbaar is. Gevraagd werd, op de beoogde plaats een model op ware grootte te laten bouwen om het effect van het ontwerp van Renzo Piano te kunnen beoordelen. In landen, waar het culturele geweten van de overheid sterker is ontwikkeld dan in Nederland, wordt die methode vaker toegepast.
Een jaar later, op 27 februari 1995 antwoordde wethouder Stadig dat ook op bestuurlijk niveau zorgen bestonden over de ruimtelijke werking, maar dat een Hoogbouw Effect Rapportage met moderne visuele technieken had aangetoond dat geen onacceptabele windhinder en schaduwwerking zouden worden veroorzaakt. Een model op schaal 1 : 1 was daarom niet nodig, het zou tot vertraging leiden en een toegezegd rijkssubsidie in gevaar brengen. De wethouder sprak de hoop uit dat het Amsterdam-overleg die mening zou delen. Hij kan ervan verzekerd zijn dat dit niet het geval is. Het gaat immers niet om windhinder en schaduweffecten in het Oosterdok, het gaat om het Oosterdok zelf. Naar onze mening hóórt dat gebouw daar niet.

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 155, december 1995)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.