Brief van het Amsterdam-Overleg

Aan de Staatssecretaris voor Cultuur en Monumentenzorg
de heer drs. A. Nuis, Postbus 3009, 2280 ML Zoetermeer

Zeer geachte heer Nuis,

De in het Amsterdam-overleg samenwerkende verenigingen: Het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, Het Genootschap Amstelodamum, De Bond Heemschut en De Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, vragen uw aandacht voor het volgende.
Sinds 1988 wordt de aanwijzing van Amsterdam binnen de Singelgracht en het IJ tot beschermd stadsgezicht, krachtens de artikelen 3-5 t/m 38 van de Monumentenwet, tegengehouden door het uitblijven van het advies dat de gemeenteraad, binnen zes maanden na ontvangst van het desbetreffende voorstel van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, aan uw toenmalige voorganger had moeten uitbrengen.
De directie van de Amsterdamse Mij. tot Stadsherstel deelde ons mede aan u te hebben geschreven dat langzamerhand het moment is aangekomen waarop die aanwijzing door u en uw ambtgenoot voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zou moeten plaatsvinden zonder advies uit Amsterdam. Deze mening wordt door ons ten volle onderschreven.
Aan het bedoelde advies zijn inmiddels vele vergaderuren door gemeenteraadsleden besteed zonder ander resultaat dan verder uitstel. De argumentatie dat de aanwijzing in Amsterdam - in tegenstelling tot in andere steden met waardevolle historische kernen - zou leiden tot explosieve huurverhogingen, is redelijkerwijs niet meer vol te houden zoals wij ter bevoegde plaatse meermaals betoogden.
Achter de genoemde argumentatie verschuilt zich de praktijk om zowel in het stedebouwkundig als in het bouw-beleid géén, of tenminste onvoldoende rekening te houden met de door de Monumentenwet beschermde culturele waarden.
Bij voorkomende gelegenheden werd ter afdoening van bezwaarschriften onzerzijds van Gemeentewege zelfs expliciet gesteld dat de Binnenstad niet onder de formule "Beschermd Stadsgezicht" valt en men daarmee dus geen rekening behoefde te houden.
Ter adstructie voegen wij een kopie bij van de brief d.d. 22 februari 1995 waarin de Rijksdienst voor de Monumentenzorg het ontwerp-bestemmingsplan Weesperstraat-Amstel afkeurt, mede op grond van het negeren van de in-principe aanwijzing tot "Beschermd Stadsgezicht".
Wij realiseren ons dat de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht slechts één factor zal betekenen in de strijd tegen de steeds verdergaande - sluipende - ontluistering van de binnenstad, door verkeerd gesitueerde dan wel verkeerd geproportioneerde gebouwen welke bovendien in hun vormgeving en zelfs kleurstelling maar al te vaak geen rekening houden met hun historische omgeving.
De status van beschermd stadsgezicht zal echter wél een thans node ontbeerd toetsingskader bieden en een steun zijn voor de krachten binnen en buiten het gemeentelijk bestel die zich inspannen voor de instandhouding van het belangrijkste stedebouwkundig-architectonisch ensemble van ons land, waarvan de waarde als cultureel erfgoed verre de landsgrenzen overstijgt zoals ook blijkt uit het te verwachten opnemen van onze binnenstad in het register van "International Heritage".

In afwachting van uw besluit ter zake verblijven wij,
met gevoelens van de meeste hoogachting,

prof. dr L.H. van der Tweel, voorzitter Amsterdam-overleg

cc. Wethouder E.C. Bakker

Amsterdam, 24 juli 1995

(Uit: Binnenstad 153, aug. 1995)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.