Openpui-verkoop

Eind augustus 1994 hebben acht organisaties, waaronder onze vereniging, zich tot de gemeenteraad van Amsterdam gewend om aandacht te vragen voor het verschijnsel "openpui verkoop".

Vooral op de Nieuwendijk, de Kalverstraat en in het bijzonder in de Damstraat neemt de openpui-verkoop enorme vormen aan. De winkeliersvereniging Amsterdam City en de buurtverenigingen Van Dam tot Stopera, Buurtvereniging Zeedijk, Buurtraad Amstelveld, Buurtcomité de Leidse in Last en het Wijkoverleg d'Oude Binnenstad zijn met het Wijkcentrum d'Oude Stadt ongerust over het ontbreken van beleid van de Gemeente.

In een keurige gemeentelijke verordening op de straathandel van oktober 1993 is wel een bepaling opgenomen die straathandel zonder vergunning van B. en W. uitdrukkelijk verbiedt, nl. artikel 7.1 (vergunning innemen van staanplaatsen buiten de markten) b. vanuit de gevel van een gebouw, gelegen aan een plaats als bedoeld in de aanhef van dit artikel (buiten de markten), zaken of eetwaren te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken. Naar aanleiding van een aanvraag bouwvergunning in de Damstraat/Pieter Jacobszdwarsstraat, waar de voormalige gesloten gevel tot een open pui werd verbouwd, zijn schriftelijke bedenkingen geuit. In middels blijkt het niet zo eenvoudig om aan de ongewenste ontwikkeling een einde te maken.
In een toelichting op het artikel 7.1 van de Verordening op de Straathandel wordt door de Gemeente weliswaar gewezen op de ongunstige effecten op de openbare ruimte bij openpui-verkoop, zoals belemmeringen van het voetgangersverkeer, opstoppingen, verontreiniging, overlast, ontsiering van het stadsbeeld. In sommige straten, zo vermeldt de toelichting, is deze vorm van verkoop zo dominant aanwezig met de genoemde ongunstige effecten dat correctie hoogst noodzakelijk is. Als voorbeelden noemt de toelichting de Damstraat en de Nieuwendijk. Op dit moment worden allerlei ambtelijke adviezen ingewonnen om tot een mogelijke aanscherping te komen.

Inmiddels is er wel een eind gemaakt aan de straatverkoop van Albert Heijn (hammenbar) aan het Koningsplein. De leefmilieuverordening die voor het Rembrandtsplein en omgeving geldt verbiedt het zonder vergunning wijzigen van het gebruik van een winkel. Straatverkoop dient te worden aangemerkt als een andere vorm van gebruik. Hier wordt geen vergunning voor verleend. Het is te hopen dat het besluit over het Koningsplein een keerpunt wordt. Het gaat toch niet aan dat de binnenstad van Amsterdam steeds meer gaat lijken op een Oosterse markt met open puien die 's avonds worden afgesloten met stalen rolluiken.

Frans Amende

(Uit: Binnenstad 149, december 1994)