Het beschermde stadsgezicht en de huurprijsbescherming

Het zwaarste argument van de Bouw- en Woning­ dienst tegen de aanwijzing van de binnenstad tot beschermd stadsgezicht is de bezorgdheid voor een huurprijsexplosie in de nog resterende voorraad goedkope woningen, met maandhuren van f 325 en lager, beneden de grens van de individuele huur­ subsidie.

Dat zijn in hoofdzaak panden van vóór de Woningwet, nu 95 tot 160 jaar oud, zonder e.v., vaak verwaarloosd, met primitieve keukens en sanitair. Maar met die éne belangrijke kwaliteit: betaalbaar voor mensen met lage inkomens. Het gaat om particulier eigendom, want van de gehele sector sociale volkshuisvesting, hetzij van de woningcorporaties, hetzij van stichtingen die van diverse subsidie­ regelingen gebruik hebben gemaakt, bepaalt tot nog toe het Ministerie van VROM de huurprijzen, en die liggen globaal tussen f 325 en f 650 per maand.
Die voorraad goedkope woningen brokkelt al sinds vele jaren af. Eerst gebeurde dat door de krot­ exploitatie: lage koopprijzen, sleutelgeld, verwaarlozing tot sloping onvermijdelijk was, en dan bleef er een goed verkoopbaar terrein of onderstuk over. Een forse hap uit die voorraad is verdwenen in de stadsvernieuwing; daar kwamen dan wel woningen voor terug met alle tegenwoordig voorgeschreven voorzieningen, maar die zijn wel twee of drie keer zo duur, ondanks alle subsidies, nog afgezien van de architectuur die zelden een verbetering van het stadsbeeld betekent. Behalve bouwlustige ambtenaren en woning­ corporaties die de laatste stadsvernieuwingsgelden willen opmaken, komt het grootste gevaar nu van de projectontwikkelaars. De koopprijzen van onroerend goed zijn weliswaar enorm gestegen, maar de vraag naar luxe-appartementen is nog sneller om­ hoog gegaan, dus daar zitten nog dikke winstkansen in - ten koste van de slecht onderhouden goedkope woningen in veelal beeldbepalende panden, en óók ten koste van de kwalitatief betere woningen in par­ ticulier bezit uit de periode '20-'40.
Nu is het merkwaardige dat bij alle opgeblazen paniekverhalen over een te verwachten huurexplosie, waarvan nergens in beschermde stadsgezichten symptomen zijn gebleken, vergeten wordt dat artikel 37 van de Monumentenwet sloping van gebouwen binnen een beschermd stadsgezicht afhankelijk stelt van een speciale vergunning van B. en W. Het gemeentebestuur krijgt daarmee een nieuw instrument om bouwplannen te weren, waarvoor in het stadsbeeld passende en voor de volkshuisvesting waardevolle panden gesloopt zouden moeten worden.
Uiteraard is elk wapen zoveel waard als de hand die het gebruikt, maar indien de gemeente werkelijk oog krijgt voor de culturele - en via het toerisme, ook economische-waarde van de binnenstad als stedebouwkundig ensemble, dan kan het sloopverbod binnen het beschermde stadsgezicht een extra argument zijn om nu eindelijk, na vijf jaar vertraging, een instemmend advies aan de minister van WVC en VROM te sturen, mede ter bescherming van de onmisbare voorraad goedkope woningen.

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 147, augustus 1994)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.