Informeel was er een sloop/restauratieplan ingediend (febr. 1993) dat door de Monumentencommissie onder voorwaarden was goedgekeurd, maar dat plan wilde Bakker niet uitvoeren, omdat dat financieel niet haalbaar was. Bij de informele indiening bestond niet de in druk dat het plan serieus bedoeld was.
B. en W. laten de heer Bakker weten dat uit berekeningen van de Bouw- en woningdienst blijkt dat ter plaatse een restauratieplan, met behoud van alle panden, kan worden gerealiseerd. "Wij zijn er dan ook niet van overtuigd dat het wegnemen van achterstallig onderhoud c.q. de verbetering van het wooncomfort ter plaatse niet met het behoud van de panden gerealiseerd kan worden". B. en W. geven verder aan dat het doel van het plaatsen op de Monumentenlijst uiteindelijk het behoud van de panden is.
Hun standpunt is duidelijk en in overeenstemming met de uitspraak van de gemeenteraad. Tijdens de behandeling van de brief in de Commissie van bij stand bleek dat Bakker in gezelschap van een gerenommeerd advocaat 9 miljoen schadevergoeding eist bij het niet doorgaan van zijn oorspronkelijke plan. Het CDA steunde Bakker; D66 wilde een besloten vergadering. De Commissie besloot, de brief van B. & W. te handhaven. Wethouder Genet zal de brief opnieuw in het College brengen met het oog op de schadeclaim.
Het is te hopen dat het gemeentebestuur de rug rechthoudt. Een aanschrijving om het achterstallige onderhoud weg te werken lijkt een logische volgende stap.
Frans Amende
(Uit: Binnenstad 145, april 1994)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.