Zo staat het in het bezwaarschrift dat de gemeente heeft ingediend tegen het besluit van Gedeputeerde Staten. Dat bezwaarschrift komt dan in de AROB-commissie van de provincie die advies geeft aan G.S. over de vraag, of er reden is om terug te komen op de weigering.
Op 23 juli zaten wij weer tegenover elkaar, aan de ene kant van de tafel ambtenaren van de gemeente en woordvoerders van de projectontwikkelaar (nu niet meer "Larmag" maar "Maincourt" geheten), aan de andere kant vertegenwoordigers van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, Heemschut en onze vereniging, in het midden de commissie. Ditmaal waren de rollen omgedraaid, de gemeente en de projectontwikkelaar waren bezwaarmakers, onze partij bestreed die bezwaren en was het eens met het besluit van G.S. De gemeentelijke heren betoogden dat het gebouw vanuit de binnenstad nauwelijks zichtbaar zou zijn en wat voor wat het landelijk gebied betreft "past de toren door de slankheid ervan juist goed in het Hollandse landschap".
Prof. Van der Tweel weerlegde die bewering met de hierbij afgebeelde prent. In de reproduktie van een 17de-eeuwse ets door Anthonie Waterloo had hij, precies berekend in verhouding tot de daarop afgebeelde molen, de massa van het bedoelde gebouw getekend, zoals deze op een afstand van 1,5 tot 2 kilometer zichtbaar zou zijn. Het is wel beschamend dat de gemeente uit angst voor het dreigement van een enorme schadeclaim, haar toevlucht neemt tot dergelijke beweringen. De raadsman van "Maincourt" ging zover dat hij liet doorschemeren dat er ook tegen de provincie wel een schadeclaim zou kunnen komen als de heren in Haarlem wilden vasthouden aan hun standpunt dat voor een project van deze omvang een wijziging van het bestemmingsplan is vereist. De bestemming kantoren klopt toch met het vigerende plan? En de hoogte, nou ja, dat is toch van ondergeschikt belang! Het is toch bijna een regel geworden om de verkorte artikel 19- procedure toe te passen... Dat punt, het ingeslopen misbruik om de uitzonderingsbepaling van de Wet op de Ruimtelijke Ordening die bedoeld is voor kleine en urgente projecten die weinig afwijken van het bestemmingsplan, te hanteren om grote projecten door te drukken en bezwaren buiten de deur te houden, werd deskundig toegelicht namens de Bond Heemschut.
De woordvoerder van onze vereniging wees met in stemming op een passage in het bezwaarschrift van de gemeente: "Indien zou moeten worden gewacht tot het van kracht worden van het bestemmingsplan kan nimmer meer tot uitvoering van dit initiatief worden overgegaan...
Geurt Brinkgreve
(Uit: Binnenstad 142, oktober 1993)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.