Voor de fietsers is de problematiek te overzien. Er zijn weliswaar te weinig bewaakte fietsenstallingen, maar thuis of elders is voor de fiets meestal nog wel een hoekje te vinden. Desnoods in de gang of opgehangen in het trappenhuis.
Voor de eigenaar van een auto (autootje) is het lastiger en zal het waarschijnlijk steeds lastiger worden. Als de ruimte er niet is, houdt het op. Als de ruimte schaars is, moet de ruimte zo eerlijk mogelijk verdeeld worden. Prioriteit zou moeten gelden voor ambulance, brandweer, invaliden, politie en het bedienend verkeer voor bedrijven en particulieren. Voorbeelden: de liftmonteur, dokter en de monteur van de wasmachine. Het gemeentebeleid is al jaren gericht op het weren van het woon-werkverkeer. Dat lijkt mij ook logisch. De forenzen laten per slot van rekening hun treinstellen ook niet de hele dag op het Centraal Station staan.
Het vertrek van kantoren uit de binnenstad zal dus nauwelijks extra parkeerruimte opleveren.
In het stadshart (tussen Centraal Station, Singel, Koningsplein, Herengracht, Vijzelstraat, Rokin, Darnrak) wonen 5600 mensen. Het autobezit, krap 1200, is lager dan in de rest van de binnenstad (21 auto's per 100 bewoners tegen 27 auto's per 100 bewoners in de rest van de binnenstad). 27 auto's betekent altijd nog dat 73 bewoners niet over een auto beschikken.
Verstandige bewoners (79 resp. 73 van de 100) hebben hun auto al lang weggedaan of zijn er nooit aan begonnen. De voordelen van een auto in de binnen stad wegen al lang niet meer op tegen de nadelen. De ergernis, de kosten, alleen al de zorg om een par keerplaats hebben m.i. al lang de balans in de autoloze richting laten doorslaan. Bewoners, bezoekers en bedrijven en het milieu zijn gebaat bij zo weinig mogelijk auto's op straat. Stilstaande auto's (files) en parkeerders zijn niet functioneel. Parkeergarages vormen geen definitieve oplossing, maar stellen de echte oplossing, de autoluwe binnenstad waarbij alleen het noodzakelijke autoverkeer toegang krijgt, alleen maar wat uit.
Zoals meestal is er hier niets nieuws onder de zon. Ook in de zeventiende eeuw waren koetsen en paar den aan een vergunningstelsel onderworpen.
De wagenpleinen, Haarlemmerplein, Leidseplein en Weesperplein, vervulden de rol van parkeergarages. Een taak die nu door parkeergarages buiten de Singelgracht, Leidsebosje, Museumplein enz., zou moeten worden overgenomen. De afstand is in driehonderd jaar alleen maar iets groter geworden. Een snel aansluitend openbaar vervoer dat binnen de Buitensingelgracht niet meer gehinderd wordt zal de beoogde bereikbaarheid heel belangrijk vergroten. Te voet en per fiets is de hele binnenstad in weinig tijd te doorkruisen. Zelfs lopend kun je in een kwartier een behoorlijke afstand afleggen. Ook automobilisten/binnenstadbewoners hebben dit de laatste tijd ontdekt. Zij leggen al grote afstanden te voet af. Zij laten steeds meer hun auto staan uit angst hun parkeerplaatsje te verliezen.
Frans Amende
(Uit: Binnenstad 119, maart 1990)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.