Historiserend bouwen

In onze dagen is het moeilijker dan ooit om bruikbare criteria te formuleren voor de 'eisen van welstand waaraan een bouwplan moet voldoen, zowel op zichelf als in verband met zijn omgeving'. Ook architectuur is onderhevig aan een snelle wisseling van smaak, zelfs van mode. De stroming die zich in de jaren zestig afzette tegen monotone grootschaligheid en pleitte voor het opdelen van bouwmassa's in overzichtelijke eenheden en menselijke maat, werd niet lang daarna verketterd als 'nieuwe truttigheid'. Des te opmerkelijker is de richtlijn die de architectencommissie Oude Stad in wisselende samenstelling hanteert, namelijk een principiële afwijzing van 'historiserend bouwen'.

In de uiteenzetting die de architecte mevr.ir.G. Bolt-Schellenberg gaf tijdens de openbare themavergadering van de Commisies van bijstand over het welstandtoezicht op 27 januari, werd dit met nadruk genoemd als toetssteen. Het lijkt daarom niet overbodig, na te gaan wat onder historiserend bouwen kan worden verstaan.
Merkwaardigerwijs vindt deze negatief geladen kwalificatie géén houvast in de geschiedenis van de architectuur. Het tegendeel is eerder het geval. De Karolingische renaissance, het Cluniacenser Romaans, de Italiaanse renaissance, Palladio, het Klassicisme van de 17de en 18de eeuw, de style Empire en het midden-19de-eeuwse neo-Grec tonen telkens opnieuw een bewust teruggrijpen op architectonische motieven van de Grieks-Romeinse oudheid. Opvallend is ook dat deze historische voorbeelden van historiserend bouwen volstrekt eigentijds zijn. De toerist heeft geen gids nodig om gebouwen uit de verschillende perioden zo ongeveer te kunnen dateren, de bewonderde voorbeelden werden altijd op een eigen manier geïnterpreteerd en verwerkt. De wil om het verleden de rug toe te draaien ontwaakte op het eind van de vorige eeuw met de Style Nouveau of Jugendstil, en even later in ons land met het constructivisme van Berlage. De voorafgaande neo-stijlen werden toen in alle staten en standen verdoemd. Ook dat getij is gekeerd, de neo-stijlen zijn thans gecanoniseerd als jongere bouwkunst en worden met verve verdedigd door monumentenzorgers. Als er ooit met overtuiging historiserend werd gebouwd, dan was het in de periode 1850-1900, toen plaatwerken van architectuurgeschiedenis op alle bureaus werden geraadleegd. Op een afstand van een eeuw zien wij dat de onderlinge verwantschap tussen gebouwen uit die tijd sterker is dan de verschillen tussen hun historische kostumering. Ook deze architectuur is kenmerkend voor de tijd van haar ontstaan. Wanneer wij voor de afkeuringsterm 'historiserend bouwen' een motiverende stamboom zoeken, dan blijkt deze niet te bestaan. Het enige aanknopingspunt is de situatie rond 1900, toen architecten en ontwerpers zich - terecht - schrap zetten tegen de praktijk dat een opdrachtgever kon kiezen tussen een klassieke, romaanse, gotische of renaissance- uitmonstering van zijn gebouw of interieurs. Die praktijk is inmiddels zelf historie geworden, een bijna-vergeten historie. De strijdkreet van toen heeft al sinds generaties geen enkele inhoud meer, het is een leeghoofdig herhaalde gemeenplaats.

Of zou er toch iets mee worden bedoeld? Bewust historiserend bouwen, zoals ten tijde van de neo-stijlen, gebeurt niet meer, tenminste niet bij nieuwe ontwerpen. Hoogstens zou men de reconstructie van verdwenen onderdelen in een historisch ensemble zo kunnen noemen, maar dat hoortthuis bij de monumentenzorgers. Ook de directe relatie met het inspirerende voorbeeld, zoals tussen de Oudheid en Palladio, behoort tot het verleden. Wat is het dan wél?
Toen in Rotterdam de wederopbouw van het verwoeste stadshart op gang kwam was in Amsterdam soms enige afgunst te bespeuren. Wat een prachtige opgave om iets heel nieuws te mogen ontwerpen, zonder al die ballast van het verleden!
Wie bouwen wil in de Amsterdamse binnenstad heeft dat verleden aan alle kanten om zich heen, in de belendingen, het verloop en profiel van straat of gracht, in de maten en verhoudingen, de detaillering, de materialen en de kleur, het houdt niet op. Alles wat hij doet wordt vergelijkenderwijs medebepaald door de historische omgeving. De kernvraag is, of iemand dat verleden ervaart als een kostbare continuïteit, waarvan het eigen werk deel moet gaan uitmaken, dan wel als een niet meer actueel relict, waarmee een bouwer van deze tijd eigenlijk niets te maken heeft.
Per slot van rekening kleedt men zich ook niet in kuitbroek en staartpruik, en verplaatst men zich niet meer in een koets met paarden. Nu behoort duidelijk uitgesproken onverschilligheid jegens zaken die krachtens de Monumentenwet worden beschermd, niet tot de goede toon. Zoiets zegt men niet. Bovendien weet elke horeca- exploitant dat monument-waarden ook van economisch belang zijn.
Wijder verspreid dan de - onuitgesproken - onverschilligheid ten aanzien van het historische karakter van de binnenstad, is een houding van 'het zal mijn tijd wel duren'. De vergelijking dringt zich op met de Nederlandse vissers die zich verzetten tegen vangstbeperking of de Braziliaanse regering die internationale pleidooien om het tropische regenwoud te beschermen, van de hand wijzen als ontoelaatbare inmenging in hun binnenlandse aangelegenheden. Milieubescherming is prima, maar je moet er zelf geen last van hebben. Voeg hierbij de in het televisietijdperk dominerende wens om zich, zoals dat heet 'te profileren' ten aanzien - en ten koste - van de omgeving, dan blijkt er een brede bedding te bestaan van irritaties tegen de verdedigers van het stedebouwkundig en architectonisch erfgoed. Bij gebrek aan steekhoudende argumenten uit zich die irritatie in de leuzen 'je kunt van de stad toch geen museum maken' en' historiserend bouwen is uit den boze'. Meer dan leuzen zijn die eindeloos herhaalde teksten echter niet, van dezelfde orde als de reclameslogans bij het aanprijzen van bier, wasmiddelen of sigaretten. Anders gezegd: verbale vijgebladen om de schaamte van de ontwerpers te bedekken.
De Commissie voor de Oude Stad moest beter weten!

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 114, maart 1989)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.