[Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad]

ANWB-paal voor Museum Willet-Holthuysen

Brief aan het stadsdeel

Aan: Dagelijks Bestuur van het stadsdeel
Amsterdam-Centrum
t.a.v. wethouder Frankfurther
Postbus 202
1000 AE Amsterdam

Betreft: Toeristische ANWB-paal voor Museum Willet-Holthuysen

Geachte heer Frankfurther,

De hinderlijk geplaatste ANWB-paal op de stoep van Herengracht 605

Als het programma ‘De Woestijn Leeft’ van Max Pam en Max van Rooy nog zou bestaan, zouden zij de volgende merkwaardigheid in beeld brengen: de recente plaatsing van een ANWB-paal, precies voor de ingang van Museum Willet-Holthuysen, Herengracht 605. De oerlelijke paal met een wansmaak beeldje in top, heeft twee richtingbordjes, in lelijk paars, de één wijzend naar Willet-Holthuysen, waarvan de ingang en het naambordje zich op 1 meter afstand bevindt, en de andere wijzend naar het Leidseplein / Centraal Station, overigens in de richting van de Amstel, dus zeker niet naar het Leidseplein en het Centraal Station want dat ligt exact de andere kant op.
Maar het gaat mij in eerste instantie om het volgende. Waarom moet deze paal precies voor de prachtige gebeeldhouwde achttiende-eeuwse gevel van Willet-Holthuysen staan? Het aangezicht van het rijksmonument wordt erdoor geschaad. Je kunt nu geen fatsoenlijke foto meer maken. Zou er een vergissing in het spel zijn en zou de paal misschien bedoeld zijn voor een meer voor de hand liggende plek zoals de hoek Utrechtsestraat / Herengracht? In onze mening horen dergelijke palen niet op de grachten thuis. Ze kunnen dan ook maar beter achterwege blijven of uitsluitend op verkeersknooppunten worden geplaatst. Er zijn al genoeg palen.
In een beschermd stadsgezicht zou je een ander beleid verwachten. Sterker: er ís een ander beleid. Kennelijk is het nieuwe denken over de openbare ruimte (‘mooi, schoon en ruimtelijk’) nog niet in alle echelons doorgedrongen. We vertrouwen erop dat u deze ambtelijke dwaling wilt corrigeren.

Met vriendelijke groeten,

Namens de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad,

Walther Schoonenberg

Amsterdam, 3 oktober 2003